terug

Aantrekkelijk voor young professionals? Studenten onderzoeken vergrijzing bij gemeenten

Masterstudenten bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam hebben zich verdiept in het vergrijzingsprobleem onder civieltechnisch personeel bij Nederlandse gemeenten. Dat leverde verrassende inzichten op. Voor Vereniging Stadswerk is daarover een workshop ontwikkeld die als lesmateriaal op hogescholen en universiteiten kan worden gebruikt. 

Een tekort aan jong technisch personeel, welke gemeente herkent dit niet? Om dit probleem aan te pakken, zijn wij, vier studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam (tevens auteurs van dit stuk), in gesprek gegaan met gemeenten en technisch geschoolde jongeren. Van daaruit hebben wij een product ontworpen dat gemeenten kan helpen om dit probleem aan te pakken. Hieronder worden de aanleiding voor dit project, het proces, de inzichten en het ontworpen product toegelicht. 

Het probleem 

Nederlandse gemeenten kampen met een tekort aan technisch geschoold personeel en met vergrijzing. Hierdoor ontstaan arbeidstekorten en gaat vakkennis verloren doordat de oudere generatie vakkennis niet kan overdragen aan toekomstige generaties. Gemeenten hebben als gevolg hiervan geen duurzaam personeelsbestand waarmee de uitdagingen van vandaag de dag adequaat aangepakt kunnen worden. Zo verslechtert de kwaliteit van dienstverlening en ontstaan er achterstanden in het fysieke domein. Gemeenten proberen al op allerlei manieren om jonge technici aan te trekken (zoals stages, aanbieden van omscholing, arbeidsmarktcommunicatie of inhuren van recruiters), maar dit blijkt onvoldoende op te leveren. 

Om dit probleem verder te onderzoeken zijn wij allereerst in gesprek gegaan met twee gemeenten en met jongeren met een civieltechnische achtergrond. In gesprekken met gemeenten zijn hun standpunten omtrent de oorzaken en gevolgen van het probleem, de probleemontwikkeling en initiatieven om het probleem aan te pakken in kaart gebracht. In gesprekken met jongeren zijn hun voorkeuren onderzocht omtrent een toekomstige baan, en hun kennis en vooroordelen over werken bij de gemeente. 

Verrassende uitkomsten 

De gesprekken met de twee gemeenten en de studenten civiele techniek kenden een aantal verrassende uitkomsten. De eerste, kleine, gemeente noemt dat de afgelopen jaren een modernisering van de organisatiecultuur is doorgevoerd. Deze zou het werk voor jongeren aantrekkelijker maken, maar studenten met een civieltechnische achtergrond zouden volgens deze gemeente geen interesse hebben in gemeentelijke functies vanwege het ‘stoffige imago’ ervan. Een tweede oorzaak ligt volgens de gemeente bij de grote marktvraag naar technische geschoolde jongeren. Daarnaast is er een derde oorzaak: het aantal afgestudeerde technische studenten aan onderwijsinstellingen daalt. De tweede, middelgrote, gemeente noemt ook een aantal oorzaken waarom het lastig is om civieltechnisch opgeleide jongeren aan te trekken. Deze young professionals zouden liever als ZZP’er werken, een hoger salaris prefereren en betere arbeidsvoorwaarden kunnen krijgen bij ingenieursbureaus. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Om te kijken of deze percepties op het probleem kloppen, hebben wij vervolgens zes hbo- en wo-studenten civiele techniek vanuit verschillende opleidingen geïnterviewd. Wat bleek? Studenten wisten in eerste instantie vaak niet eens dat ze bij een gemeente konden werken en wat gemeenten doen op civieltechnisch gebied! De meest voorkomende antwoorden op de vraag wat studenten belangrijk vinden in een toekomstige baan waren: prettige werksfeer, goed salaris, innovatieve werkcultuur waar collega’s openstaan voor hun nieuwe ideeën, jonge en oude collega’s gemixt, doorgroeimogelijkheden en traineeships, werken aan projecten in de eigen leefomgeving, maatschappelijk belang dienen, bijdragen aan klimaatadaptatie, snelle communicatielijnen, loondienst-zekerheid, zelfstandigheid en flexibiliteit. 

Studenten noemden ook een aantal ergernissen: collega’s die niet open staan voor innovatie of hun ideeën, alleen op kantoor werken, nooit buiten zijn, gefragmenteerde organisatiecultuur, slome collega’s, doorgroeimogelijkheden op basis van vriendjespolitiek, gemeenten die achterlopen op de nieuwste technische middelen of werken met ‘prehistorische’ werkmethoden, gemeenten met weinig data, alleen maar contracten maken en theoretische plannen schrijven en werken voor gemeenten die te ver weg liggen of onbereikbaar zijn met het openbaar vervoer. 

Oplossingsrichtingen 

Met deze inzichten konden we na gaan denken over oplossingsrichtingen. Het leidende inzicht was dat jongeren geen (goed) beeld hebben van wat werken bij de gemeente inhoudt. Daarom is het belangrijk dat gemeenten meer met technische studenten in contact komen, zodat zij een beeld krijgen van werken bij de gemeente en vooroordelen daarover al dan niet ontkracht kunnen worden. Daarnaast is het van belang om studenten te enthousiasmeren over werken bij de gemeente en te laten zien hoe leuk en uitdagend dat is. 

Foto: Unsplash

Op grond van deze gesprekken en inzichten hebben we een workshop, inclusief programmaboekje, vormgegeven. Deze workshop kan door Stadswerk in samenwerking met een gemeente worden gegeven op verschillende hogescholen en universiteiten waar technische studies worden aangeboden. Zo worden de belevingswereld van de studenten en de realiteit van het werkveld dichter bij elkaar gebracht en kan er vanuit de gemeente worden uitgedragen hoe het is om bij een gemeente te werken. Binnen deze workshop wordt ook actief gewerkt met een relevante en actuele casus, waardoor de studenten kunnen ervaren met welke vraagstukken ze bij de gemeente te maken krijgen. We hopen dat het een succes wordt en dat de studenten door deze workshop graag hun technische kennis in de praktijk willen brengen bij een gemeente. 

Dit is het zesde artikel in de reeks ‘Beheer doet ertoe!’ De auteurs bedanken Stadswerk-directeur Maarten Loeffen voor de prettige samenwerking.

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 6, 2022). Tekst: Marguérite van der Spek, Martijn Heikoop, Michelle van Driel en Loes den Daas, Studenten Erasmus Universiteit Rotterdam


Bekijk ook deze items