Groen en leefbaar: de Weense formule

24 maart 2025
Philipp Deus via Unsplash.

Wenen staat al sinds 2022 op nummer 1 van de degelijk onderbouwde Global Liveability Index. De kwaliteit van de openbare ruimte levert daar een grote bijdrage aan. Is er zoiets als een Weense methode? Lilli Lička, praktiserend landschapsarchitect en professor aan de Universität für Bodenkultur Wien (BOKU), vertelt erover. 

Wenen is een grote stad. 2.350.000 inwoners zegt Wikipedia, maar volgens andere definities nog een stuk groter. ‘Het is bovendien een stad in het hart van het Europese continent’, vertelt Lička. ‘Door die continentale ligging krijgen we, meer dan andere gebieden, last van klimaatverandering, zo voorspellen deskundigen. Met name hitte in de zomer is nu al een probleem en dat zal toenemen, zeker in een grote stad als Wenen met het bekende hitte-eilandeffect.’ 

Groene baten bundelen 

Vergroening is een logische manier om voor zomerse verkoeling in de stad te zorgen. Maar wat Lička betreft valt dat altijd in een stadsbreed, maatschappelijk perspectief. ‘Groen heeft veel meer baten dan alleen verkoeling in de zomer. Die moet je verstandig zien te bundelen. Op het niveau van de metropool maar soms ook tot in de haarvaten van de samenleving. Beleidsmatig en geografisch. Daar is in mijn ogen een sterke lokale overheid voor nodig die ook proactief is.’

Die opvatting van een sterke lokale overheid met een brede benadering van de openbare ruimte is verbonden aan Wenen. De stad heeft een uitgesproken sociaaldemocratische traditie, op de nazitijd (19381945) na. Ook in het ambtelijk denken en werken is dat terug te zien volgens Lička. ‘We hebben in Wenen een actieve, sturende aanpak van alles wat relevant is voor de openbare ruimte. Daarnaast hebben we veel oog voor welvaartsverschillen op wijkniveau. In wijken waar mensen weinig te besteden hebben en klein wonen, is extra aandacht nodig voor openbaar groen. Op kleine afstand van de woning, toegankelijk, uitnodigend. Met mijn werk als landschapsarchitect probeer ik daaraan bij te dragen.’ 

Mensen in witte pakken 

Een mooi voorbeeld van ‘klein en groot’ tegelijk is een ludieke actie waarbij mensen in witte pakken naar de Wienerberg lopen, een hoger gelegen groengebied in de stad. Ze dragen grote witte zakken bij zich om frisse lucht mee op te vangen en in het centrum van de stad vrij te laten. Er is uiteraard een vermakelijk filmpje van gemaakt. Leuk, maar het maakt wel degelijk deel uit van een groter, serieus plan voor de hele stad: zorgen voor meer frisse, koele luchtstromen uit groene gebieden. In dit geval van de Wienerberg naar Wien Westbahnhof. De ludieke actie heeft aandacht en draagvlak voor dit plan gegenereerd.

Gürtelfrische West 

Een ander mooi voorbeeld uit het groene oeuvre van Wenen is het project Gürtelfrische West. Hierbij werd tijdelijk in de brede middenstrook van de drukke stadsring (‘Gürtel’) een groene én zeer levendige zone ontwikkeld, met speelplekken en ruimte voor kleinschalige activiteiten. Er was zelfs een klein zwembad (‘frische’), inclusief badmeester. Vlakbij een dichtbevolkte stadswijk met veel behoefte aan openbaar groen. 

Grätzloasen 

Ook ‘Grätzloasen’ vormen mooie voorbeelden van de Weense aanpak. Bewoners uit een van de Weense Grätzln (‘buurtjes’) worden actief benaderd om plannetjes in te dienen voor ‘grüne Parklets’: houten bouwseltjes om in elkaar te knutselen en ergens in de buurt neer te zetten een oase. Om samen te komen, met veel groen erbij uiteraard. Het biedt bewoners wat extra gezelligheid in de buurt en de gemeente een instrument om op wijkniveau accenten te leggen en te laten zien hoe groen en gezelligheid samen kunnen gaan.

De methode van een topstad 

De voorbeelden zijn des te aansprekender omdat Wenen een topstad is qua leefbaarheid. We zoomen daarom toch nog even in op de vraag: is er zoiets als een Weense methode? En zo ja, wat is de essentie ervan en wat kunnen we ermee in Nederland? ‘Het begint altijd met een vraag, een wens tot verandering’, besluit de landschapsarchitect. ‘Als overheid pik je dat signaal op en plaatst dat in het geheel van plannen en overwegingen voor de omgeving. Als je ermee aan de slag gaat, faciliteer je het als overheid actief en ruimhartig. Dat laatste is misschien een punt van reflectie voor de Nederlandse praktijk, die ik overigens als hoogontwikkeld ken. De financiering van plannen is in mijn ogen wel eens te leidend voor het al dan niet doorgaan. Het grotere geheel, de bredere baten, worden dan soms onvoldoende belicht. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 8, 2024). Tekst: Michiel G.J. Smit, Redactie Stadswerk Magazine.

Altijd op de hoogte blijven?