terug

Barrièrevrij bouwen

Gert-Jan Hospers
Gert-Jan Hospers

Ouderen hebben de toekomst. Bijna 17 procent van de Nederlandse bevolking is 65-plusser. Een kwart van deze groep is zelfs tachtig jaar of ouder. In 2030 zal het aandeel 65-plussers opgelopen zijn tot 24 procent. Door medische vooruitgang neemt de gemiddelde levensverwachting elk jaar met zo’n drie maanden toe. Het aantal tachtigplussers blijft daardoor maar stijgen. Die vergrijzing zorgt voor grote uitdagingen op het gebied van zorg, welzijn en economie. Maar ook in de stadsplanning zullen we het merken. In absolute zin wonen de meeste ouderen in de stad, met name in de Randstad. Daar zal de vergrijzing het hardste toeslaan. Zo neemt het aantal ouderen in Zoetermeer, Purmerend en Alphen aan den Rijn flink toe. Nu al vinden we de meest vergrijsde stadsbuurten in het westen des lands. In de top 25 van ouderenwijken komen Zwijndrecht en Vlaardingen zeven keer voor. Neem de buurt Swinhove-De Lus in Zwijndrecht: 79 procent van de bewoners is er 65 jaar of ouder.

Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn. Ouderdom komt nu eenmaal met gebreken, zeker op hoge leeftijd, zoals beperkte mobiliteit, problemen met zien en horen, om nog maar te zwijgen van dementie. Niet alleen in huis, maar ook daarbuiten leveren die gebreken belemmeringen op. De gebouwde omgeving is namelijk veel minder seniorvriendelijk dan je zou denken. Een steile trap, een ongelijkmatige stoep of een hoge instap in de bus brengt een bejaarde met een rollator meteen in de problemen. Onze leefomgeving moet dan ook veel meer barrièrevrij worden. Het ratelapparaat bij stoplichten kennen we al – naast blinden hebben ook slechtziende ouderen er baat bij. Zelfs in het hippe New York staan de stoplichten in 400 straten sinds 2010 vier seconden langer op groen. Oudere voetgangers hebben daardoor meer tijd om over te steken. En in ons land letten sommige gemeenten bij de aanleg van fietspaden al op de extra ruimte die nodig is voor senioren met scootmobielen. Anders gezegd: we moeten de leefomgeving zo inrichten dat ze voor iedereen toegankelijk is. Die aanpak staat bekend als ‘universal design’.

Universal design wil niet zeggen dat er universele oplossingen bestaan. Alleen door ter plekke met hoogbejaarden de straat op te gaan, kom je erachter waar ze – soms letterlijk – tegenaan lopen. Je kunt bijvoorbeeld mobiliteitspatronen van oudere wijkbewoners in kaart brengen of een rollatortocht in de buurt organiseren. Dat levert altijd interessante informatie op. Zo bleek uit een onderzoek onder senioren in de Rotterdamse wijk Oud-Charlois dat veel voormalige havenarbeiders dagelijks met een klapstoeltje naar de fietsersentree van de Maastunnel lopen. Daar strijken ze neer om van het uitzicht op de haven te genieten. De plek heeft een belangrijke ontmoetingsfunctie: de ouderen maken er een praatje met elkaar en met passanten. Als de gemeente in de wijk banken wil plaatsen, dan moet ze dus sowieso deze plek overwegen.

Dankzij een Duitse uitvinding kun je tegenwoordig ook zelf ervaren hoe het is om op hoge leeftijd de straat op te gaan. In het sterk vergrijsde Duitsland trekken professionals steeds vaker een ‘Alterssimulationsanzug’ aan: een pak waarmee je binnen een paar minuten tachtigplusser wordt. In de outfit van twintig kilo, uitgerust met een troebele bril, geluiddempende koptelefoon en strakke bandages, kruip je voor even in de huid van iemand op leeftijd. Die simpele verkleedtruc werkt behoorlijk confronterend. Meteen heb je begrip voor al die oudjes die treuzelen bij het zebrapad, de bushalte of in openbare gebouwen. Voortstrompelend in het ouderdomspak kun je maar één conclusie trekken: vergrijzing vraagt om barrièrevrij bouwen.

Door Gert-Jan  Hospers, Universiteit Twente & Radboud Universiteit

Dit artikel is afkomstig uit het eerste nummer van Stadswerk van 2015. Losse nummers (€8,95 per stuk) van Stadswerk magazine zijn te bestellen via info@virtumedia.nl


Bekijk ook dit item