Gemeenten verrichten jaarlijks een enorm volume aan beheer- en onderhoudswerk in de openbare ruimte. Sommige beheerders zien hierin kansen om aanzienlijke duurzaamheidswinst te behalen. Nils Busser, Sil Polman en Niek van Onna van de gemeente Arnhem laten het zien bij de aanleg van een fietsstraat in de gemeente Arnhem.
In het project ‘Fietsstraat Hugo de Grootstraat’ krijgt 500 meter van een bestaande straat een ander wegdek omdat het deel uitmaakt van een snelfietsroute. Geen iconisch project maar een zoals er dagelijks honderden in uitvoering zijn in Nederland. Door in dit project zowel in te zetten op emissieloos werken en bestaand straatmateriaal zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken, wordt 80 procent minder stikstof uitgestoten en 8.000 liter minder diesel verbruikt. Bovendien wordt een nieuw duurzaam asfaltmengsel gebruikt waardoor de laagdikte kan worden beperkt tot 45 millimeter in plaats van de gebruikelijke 160. ‘Dat laatste is mogelijk doordat onze wegbeheerder mee wil denken bij de verduurzaming van dit project’, vertelt Niek van Onna, contractspecialist gemeente Arnhem.
Nils Busser is adviseur duurzaamheid cluster openbare ruimte en het is zijn taak om duurzaam werken binnen de gemeente Arnhem te stimuleren. ‘We doen dat op verschillende manieren. Door op een heel laag schaalniveau constant te kijken waar duurzaamheidswinst in het werk is te behalen en door in een aantal projecten samen met marktpartijen mogelijkheden tot innovatie te verkennen. Het project Hugo de Grootstraat is er daar een van. Dat doen we overigens niet alleen binnen Arnhem maar ook binnen de regionale samenwerking duurzaamheid.’
´Wat de markt aan kan´
In haar aanbestedingen voor het beheer en onderhoud openbare ruimte zet Arnhem in op een zo groot mogelijke duurzaamheid. ‘Dat doen we onder andere in het kader van het Schone Lucht Akkoord (SLA). We doen het ook met gezond verstand. We kijken steeds ‘wat de markt aan kan’. Het heeft niet zoveel zin om iets uit te gaan vragen wat nog helemaal niet beschikbaar is op de markt.’ Als voorbeeld noemt Nils Busser de beschikbaarheid van een grote elektrische graafmachine. ‘Als er nog maar één exemplaar in Nederland staat, is de kans klein dat aan de vraag kan worden voldaan en de kosten zullen erg hoog zijn.’
Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!
Ook in het project Hugo de Grootstraat leverde het werken met emissieloos materieel hogere kosten op. Dit kon in dit geval worden gecompenseerd door een SPUK SLA subsidie. Dat is natuurlijk allemaal extra ballast in een project als dit. En toch gebeurt het! ‘Bijzonder is dat deze duurzame aanpak echt bottum-up tot stand is gekomen. Een enthousiaste projectleider (Sil Polman) heeft hier de schouders ondergezet. Dat heb je nodig om er een succes van te maken’, vertelt Niek van Onna. En ja, zo’n project enthousiasmeert dan ook weer anderen binnen de organisatie. ‘De compleetheid maakt dit project uniek. We werken emissieloos, besparen op materiaalgebruik, meten de effecten hiervan én gebruiken de resultaten voor een roadmap naar de toekomst.’
Roadmap emissieloos bouwen
Arnhem gaat met de resultaten van dit pilot- project een roadmap emissieloos bouwen opzetten. Bijvoorbeeld door samen met de markt minimale eisen te stellen in het moederbestek, en inschrijvers uit te dagen nog meer te doen. Kleiner materieel zoals trilplaten en midigravers kunnen op korte termijn al een minimumeis zijn. ‘Als gemeente hebben we een voorbeeldfunctie op duurzaamheidsgebied. Het is immers veel te gemakkelijk om naar anderen te wijzen. We kunnen vanuit het beheer openbare ruimte als launching customer heel wat in gang zetten. Om emissieloos werken ook tot standaard te verheffen is er nog het nodige werk te verzetten. Denk bijvoorbeeld aan de beschikbaarheid van oplaadpunten. Zwaar materieel kan niet aan een gewoon auto-oplaadpunt worden opgeladen. En je wil natuurlijk ook niet dat de machines aan een diesel aggregaat worden opgeladen’, besluit Nils Busser.
Dit is het vierde artikel in de reeks Beheer doet ertoe!
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 3, 2022). Tekst: Maarten Loeffen, Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland
Foto: Gelre, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons