
Wanneer werknemers verhuisden of wisselden van baan, nam hun gemiddelde woon-werkafstand met 1,0 kilometer toe in vergelijking met een jaar eerder. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS.
In 2023 was de gemiddelde woon-werkafstand voor alle banen van werknemers 19,9 kilometer, wat nagenoeg gelijk was aan een jaar ervoor (19,8). Maar voor werknemers met een nieuwe baan of die verhuisden lag dat gemiddelde dus een stuk hoger. Ook voor werknemers die zowel een andere baan vonden als verhuisden lag de gemiddelde afstand hoger dan voorheen met 0,4 kilometer.
Regionale verschillen
Deze gemiddelde stijging komt vooral door verhuizingen buiten de Randstad. Werknemers die in 2023 verhuisden naar of binnen Utrecht of Zuid-Holland zagen hun woon-werkafstand nauwelijks toenemen. Bij een verhuizing naar of binnen Noord-Holland nam de woon-werkafstand zelfs af met gemiddeld 0,3 kilometer. Werknemers die binnen of naar Friesland, Drenthe of Zeeland verhuisden, gingen vaak verder van hun werk af wonen. In Friesland ging dat gemiddeld om een toename van 7,4 kilometer.
Reisafstand daalt bij nieuwe deeltijdmedewerkers
Werknemers met een voltijdbaan reizen gemiddeld gezien 23,9 kilometer van en naar hun werk, terwijl deeltijdmedewerkers slechts 16,4 kilometer af hoefden te legen. Wanneer werknemers hun voltijdbaan inruilden voor een deeltijdbaan, nam de gemiddelde reisafstand af met 1,9 kilometer. Andersom, bij het wisselen van een deeltijdbaan naar een voltijdbaan, ging de afstand juist omhoog: van 20,8 kilometer naar 25,9 kilometer.
Thuiswerkers wonen verder van werk
Ook thuiswerkers hebben invloed op deze cijfers. Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van TNO en het CBS blijkt dat mensen die thuiswerken, gemiddeld een kwartier langer onderweg zijn wanneer ze wel naar kantoor gaan. De enkele reistijd van de woning van werknemers naar het vaste adres van hun werkgever was in 2023 naar eigen zeggen gemiddeld 32 minuten. Werknemers die thuiswerken, zeiden gemiddeld 40 minuten nodig te hebben voor de enkele reis naar het adres van de werkgever. De gemiddelde reistijd van werknemers die niet thuiswerken, was 25 minuten.
In hoeverre werknemers wel of niet thuiswerken, hangt sterk samen met de reistijd naar kantoor. Met een relatief korte reistijd (enkele reis van maximaal 20 minuten) werkt het merendeel niet thuis. Bij een gemiddelde reistijd van 21 tot en met 30 minuten is de verhouding thuis-/locatiewerkers vrijwel gelijk. Met een reistijd van boven de 30 minuten werkt een meerderheid van de werknemers weleens thuis.