Tussen Rood en Blauw zit een gevaarlijk stukje wit
De waterhuishouding in ons land kent een lange traditie en is verregaand gereguleerd. De taken van gemeenten en waterbeheerders zijn gedetailleerd in beeld gebracht.
De (Europese) Kader Richtlijn Water (KRW) verplicht gemeenten alle water kwantitatief en kwalitatief in beeld te brengen.
Om al die soorten water uit elkaar te houden is er een indeling gemaakt die begint met de hoeveelheid water en de daarmee samenhangende veiligheid. Het voert te ver hier alle soorten oevers en verversingsgraden van het water te beschrijven. Waar het hier om gaat zijn de ‘niet voor de waterhuishouding van belang zijnde wateren ‘. In de praktijk zijn dat alle slootjes en plassen die in de steden niet zorgen voor ondergelopen kelders en op het platteland geen overlast veroorzaken. En dat zijn bij elkaar vele duizenden hectaren. Deze kleine wateren groeien veelal dicht met kroos en andere watervegetatie. En daar zit het probleem waar het hier om gaat. Kroos doodt alle onderliggende waterleven en zorgt wat later, als het is afgestorven, voor forse uitstoot van moerasgas, oftewel het broeikasgas methaan.
De verantwoordelijken voor de bebouwde omgeving, ‘Rood’, gaan, op grond van de indeling van de KRW, eerst over tot het verwijderen van kroos als er klachten van omwonenden zijn. Dat wil zeggen als er bijvoorbeeld ook stinkende alg is opgetreden.
‘Blauw’, dat wil zeggen de waterbeheerders, ruimen het kroos pas als daar zwaarwegende redenen voor zijn. Bij deze sloten en poelen is dat per definitie zelden het geval. Zo kan het gebeuren dat iedere zomer het groene hart van ons land nog groener ziet door met kroos dichtgegroeide sloten en dat in de steden talloze vijvers en slootjes bedekt zijn met een verstikkende laag van hetzelfde spul. De schattingen lopen uiteen over de hoeveelheid broeikasgas die jaarlijks naar boven komt uit deze veronachtzaamde wateren maar zij bewegen zich rond de duizend kilo methaan per hectare per jaar.
Redenen genoeg dus voor Rood en voor Blauw om de handen ineen te slaan en deze lacune in de preventie van de emissie van broeikasgas uit kleine wateren in het beleid op te nemen.
Door Martin Vos
Martin Vos was onder meer Inspecteur Volksgezondheid en Milieuhygiëne en directeur van de GG&GD Utrecht. Wilt u in contact treden met de auteur? Mail dan naar martinus625@gmail.com