Hoe staat het met de tiny houses in Nederland?
Eenvoud, duurzaamheid en (financiele) vrijheid: daar draait het om voor Tiny House bezitters. Maar wie in zo’n huis op wielen wil wonen, loopt ook tegen obstakels aan. Hier een overzicht van issues waar men mee te maken krijgt en een aantal inspirerende voorbeelden van hoe deze zaken zijn aangepakt.
Tiny House, wat was dat ook al weer
In de VS zijn Tiny Houses al langer populair, vooral na de crisis waarin veel mensen noodgedwongen hun dure huis moesten verlaten heeft deze woonvorm een opmars gemaakt. Een Tiny House is een woning, meestal op wielen van tussen de 15 en de 50 vierkante meter. De huisjes zijn wat energie betreft zelfvoorzienend, meestal zijn ze uitgerust met zonnepanelen of met een kleine windmolen. Ook in water wordt voorzien, door de opvang en zuivering van regenwater.
Woning of recreatiewoning
Over de juridische definitie van een tiny house kan behoorlijk worden gesteggeld. Is het een überhaupt woning? Kijkt men naar de grootte en het feit dat veel Tiny Houses op wielen staan en dus niet duurzaam met de grond verbonden zijn, dan wordt al snel de vergelijking met een stacaravan gemaakt. De bedoeling van bewoners van Tiny Houses is echter om permanent in hun kleine droomhuis te wonen.
Het bouwbesluit
In het bouwbesluit zijn minimale voorschriften opgenomen waar woningen aan moeten voldoen. Ze zijn bedoeld om mensen te beschermen tegen te kleine en onveilige woningen. Deze voorschriften kunnen Tinyhousebouwers echter behoorlijk in de weg zitten. Gelukkig zijn er twee ontsnappingsroutes: de regels die gelden voor zelfbouw of het gelijkwaardheidsbeginsel. De regels voor zelfbouw zijn minder streng, maar er zijn nog steeds een aantal vereisten waar zelfbouwers aan moeten voldoen. De andere optie houdt in dat men aannemelijk moet maken dat de gekozen oplossing net zo veilig, gezond, leefbaar en energiezuinig is als de normen uit het bouwbesluit beogen.
Bestemmingsplan
Ook het bestemmingsplan kan hoofdbrekens opleveren. Ten eerste moeten Tiny Houses al volwaardige woningen worden gezien en de gedroomde locatie een woonbestemming hebben, daarnaast moet het concept passen in de regels die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, over bijvoorbeeld het aantal woningen, parkeerplaatsen, etc.
Experimenteren kun je leren
Wil de gemeente ruimte bieden aan deze woonvorm, dan hoeven ze het wiel niet zelf uit te vinden. Op een aantal locatie in Nederland wordt al volop geëxperimenteerd. Bijvoorbeeld in Groningen, Den Haag en Almere.