terug

Nieuwe afval-inzamelmethode begint te wennen

De inwoners van acht Gelderse gemeenten brengen hun restafval sinds 1 juli naar ondergrondse containers van afvalverwerkingsbedrijf Avri. De grijze afvalcontainer, die eerst voor restafval werd gebruikt, dient nu voor plastic verpakkingen en drinkpakken. Met deze nieuwe inzamelmethode willen de gemeenten Buren, Culemborg, Maasdriel, Neder-Betuwe, Tiel, West Maas en Waal, West Betuwe en Zaltbommel het hergebruik van grondstoffen stimuleren en de hoeveelheid restafval verminderen.

Niet alleen voor de inwoners is dit nieuwe systeem wennen, ook de medewerkers van Avri hadden in het begin moeite met de nieuwe manier van afval ophalen. Er zijn bijvoorbeeld veel routes veranderd voor het ophalen van plastic, gft-afval en papier. Het wil daarom nog wel eens voorkomen dat een straat wordt overgeslagen. Voor dit soort gevallen heeft Avri een meldpunt opgericht. Komt er een melding binnen, dan wordt de straat zo snel mogelijk nagereden. Ook zijn sommige ophaaldagen gewijzigd, wat nog wel eens verwarring onder de plaatselijke bewoners veroorzaakt. Inwoners van de gemeenten kunnen daarom de nieuwe ophaaldagen opzoeken via de Avri Afvalapp of de website. 

Bijplaatsingen

Ondanks deze opstartproblemen, zijn er toch redenen voor optimisme. Zo waren veel inwoners bang dat het aantal bijplaatsingen de pan uit zou rijzen. Dit zijn vuilniszakken die naast de ondergrondse containers worden geplaatst, met alle overlast van dien. In juli piekte het aantal bijplaatsingen in de acht gemeenten, maar dit aantal verminderde ook weer snel. Het aantal ging van 525 bijplaatsingen in juli naar 245 in augustus. De verwachting is dat deze daling zich komende maanden zal voortzetten.

Minder restafval

Het nieuwe beleid lijkt in elk geval wel effect te hebben: het aantal kilo’s restafval neemt af. In oktober zal beter zichtbaar zijn of de dalende trend zich voortzet, of dat de daling een slechts een fluctuatie was. Het doel van Avri is om in 2020 slechts 75 kilo restafval per inwoner per jaar over te houden. Hierdoor hoeft het afvalverwerkingsbedrijf ook minder restafval te verbranden, wat beter is voor het milieu.