terug

Warmtenet als katalysator van duurzame energie

De eigenaren van twaalf flats in Leiden hebben gezamenlijk afgesproken om de komende vijftien jaar gebruik te maken van stadsverwarming. Daarbij is scherp gekeken naar de kosten en de milieuprestaties van het warmtenet. De gasloze warmte-oplossing levert een bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheidsambities. 

Warmtenet
Foto: Pixabay

In het voorjaar van 2018 zetten woningcorporatie Portaal, studentenhuisvester DUWO, zes Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) en Nuon Warmte tijdens een feestelijke bijeenkomst een symbolische handtekening onder een bijzonder contract. De ondertekenaars leggen voor vijftien jaar afspraken vast over de levering van warmte aan twaalf flatgebouwen in de Hoge Mors, de Lage Mors en de Slaaghwijk in Leiden die zijn aangesloten op stadsverwarming.

‘Het grootste deel van de warmte die aan de twaalf flats wordt geleverd, is afkomstig van een energiecentrale van E.on aan de Langegracht in Leiden. Deze warmtelevering is eind 2019 beëindigd. Maar Nuon (tegenwoordig Vattenfal), die het warmtenet beheert, blijft daarna wel warmte leveren: daarvoor wordt een koppelleiding aangelegd tussen een afvalverbrandingsinstallatie in de Rotterdamse haven en de Leidse binnenstad’, vertelt Erwin Manssen, relatiemanager van Nuon Warmte.

Bijdrage aan duurzaamheid in Leiden

Het vooruitzicht van de Rotterdamse leiding was in 2015 voor een aantal VvE’s en woningcorporatie Portaal aanleiding om over de toekomstige warmtevoorziening na te denken. Alle betrokkenen wilden graag stadsverwarming blijven gebruiken, omdat deze aansluiting al operationeel was. Bovendien is het warmtenet milieuvriendelijk. Met de centrale aan de Langegracht was al een CO2-reductie van ruim 40 procent ten opzichte van gasgestookte HR-ketels gerealiseerd. Wanneer het Leidse net wordt aangesloten op de restwarmte van Rotterdam, ligt een CO2-reductie tot wel 80 procent in het verschiet. Om die reden haakte ook studentenhuisvester DUWO aan.

Met de aansluiting op stadsverwarming leveren de twaalf flats een bijdrage aan de duurzaamheidsambitie van de gemeente Leiden. Die streeft ernaar dat in 2050 geen aardgas meer wordt gebruikt om woningen en andere gebouwen te verwarmen. ‘In de gesprekken over het nieuwe warmtecontract was duurzaamheid heel belangrijk’, bevestigt Manssen. ‘De eis van de afnemers was een opwekrendement van minimaal 175 procent in 2023.’ Het opwekrendement geeft het milieurendement van een warmteoplossing aan: hoe hoger het percentage, hoe beter de duurzaamheid. Gemiddeld ligt het opwekrendement van een traditionele gasgestookte CV-ketel onder de 100 procent.

Ook over de prijs zijn afspraken gemaakt. Manssen: ‘Voor Nuon is het prettig om met meerdere partijen tegelijkertijd afspraken te maken die zekerheid bieden voor een lange periode. Daarom hebben we gunstige tarieven kunnen aanbieden.’ De totale warmterekening van ieder flatgebouw gaat naar beneden. Dit gaan huurders en bewoners ook in hun maandelijkse nota terug zien. Om welk bedrag het precies gaat, is afhankelijk van het persoonlijke warmteverbruik.

Gezamenlijke voorkeur

Bijzonder aan de nieuwe warmtecontracten is de totstandkoming ervan. De VvE’s, corporatie en verhuurder trokken samen op. Zij spraken gezamenlijk de voorkeur uit om op stadsverwarming te blijven en met Nuon de mogelijkheden te bespreken. Ze maakten samen een programma van randvoorwaarden, zorgden met elkaar voor mandaat van de woningeigenaren, en stelden uit hun midden een onderhandelingsteam samen. Hierdoor hadden de partijen een goede onderhandelingspositie.

Jeroen Roos van Infinity Energy Solutions begeleidde als onafhankelijk adviseur het onderhandelingstraject. ‘Ik heb Portaal, DUWO en de VvE-besturen geadviseerd om een bijeenkomst te beleggen om een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen. Als je met verschillende partijen samen optrekt, sta je sterker. Nog even los van het feit dat VvE’s zelf onvoldoende kennis van warmte in huis hadden. Door samen te werken, konden ze gezamenlijk gebruik maken van ingehuurde kennis.’

Warmtenet als katalysator van duurzame energie
De voormalige warmtecentrale aan de Langegracht, die eind vorig jaar stopte met leveren. Foto: Erik Zachte / CC BY-SA, via Wikimedia Commons

Kees Oomen, directeur organisatie en public affairs van Stichting VvE Belang, de belangenbehartiger voor appartementseigenaren en VvE’s, was niet betrokken bij de situatie in Leiden, maar kent vergelijkbare processen in andere steden. Bij VvE Belang zijn ruim 10.000 VvE’s aangesloten die gezamenlijk ongeveer 300.000 appartementseigenaren vertegenwoordigen. ‘Bij een langlopend warmtecontract spelen grote belangen en het is de vraag of elke VvE wel voldoende is toegerust om onderhandelingen te voeren met een groot energiebedrijf. Een onafhankelijke adviseur als bemiddelaar is een goed idee, maar brengt natuurlijk wel kosten mee.’

Alternatieven voor gas

‘Een belangrijk punt bij het tot stand komen van de gezamenlijke aanpak was: wat is het alternatief?’, blikt Roos terug. ‘Niet alle VvE’s zitten even goed bij kas en dan lijkt een – althans in aanschaf – goedkope gasketel een aantrekkelijke optie. Uiteindelijk hebben we iedereen ervan weten te overtuigen dat het enige goede alternatief voor stadswarmte een gasabsorptiewarmtepomp zou zijn. Dat scheelt dertig procent op het gasverbruik ten opzichte van een conventionele gasketel. Maar de st adsverwarming van Nuon bleek goedkoper.’

Roos benadrukt dat daarbij goed is gekeken naar verschillende alternatieven voor een bestaande warmteaansluiting. ‘Ik adviseer altijd: vergelijk de aanbieding van het warmtebedrijf met de kosten van alternatieven. Dat moet je doen op basis van total cost of ownership, zodat je een jaarbedrag krijgt waarin alles zit. Anders ga je appels met peren vergelijken.’

Toch is er bij veel bewoners in Leiden in eerste instantie weerstand tegen stadswarmte, signaleert Roos. ‘Als je je langdurig aan een warmtebedrijf verbindt, heb je geen keuzevrijheid. Dat ligt gevoelig. Daarom moest er voor de corporaties en de VvE’s echt iets tegenover staan: de prijs en duurzaamheid.’

Oomen ziet het onbehagen over het gebrek aan keuzevrijheid bij stadsverwarming ook bij andere VvE’s. Wel is er inmiddels meer keuze in de bedrijven die VvE’s helpen bij het meten en factureren van warmteverbruik in appartementencomplexen. Bij collectieve stadsverwarming in wooncomplexen zijn warmte(kostenverdeel)meters geïnstalleerd, die het individuele verbruik meten. ‘Die berekening is specialistisch werk dat voor de gemiddelde consument behoorlijk ondoorgrondelijk is. Vroeger waren er maar twee bedrijven om VvE’s hierbij de ondersteunen. Nu zijn er al meer partijen in de markt en hebben VvE’s dus wat meer keuze. Dat leidt al tot prijs- en productdifferentiatie. Er zijn bijvoorbeeld mogelijkheden om meters te kopen in plaats van te leasen.’

Gemeenten aan zet

Oomen voorspelt dat steeds meer VvE’s en gebouweigenaren met warmtenetten te maken gaan krijgen. Dat roept niet alleen vraagstukken op zoals in Leiden, waar bewoners al over een aansluiting beschikten. De overgang van gasgestookte cv-ketels naar aardgasloos wonen is nog veel ingewikkelder, aldus Oomen. ‘In de bestaande bouw is nog niet veel ervaring met gasloos wonen. We zien een voorzichtige beweging richting all electric Maar de echt grote uitdaging gaat nog komen, als wijken grootschalig van het gas af gaan.’

VvE’s zijn volgens Oomen pas aan zet als de transitieplannen van gemeenten klaar zijn. Totdat het zover is – in 2021 – kunnen experimenten met aardgasloze wijken helpen om ervaring op te doen over de verschillende mogelijkheden. ‘De gemiddelde krantenlezer hoort elke dag wel over iets nieuws: groen gas uit afvalwaterzuivering, geothermie, aquathermie, waterstof… Voor VvE’s is keuzevrijheid heel belangrijk, maar de meeste benaderen het onderwerp toch vooral erg praktisch: hoe gaan we het realiseren? Het warmtenet biedt dan de meeste zekerheid en continuïteit.’

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 1,2019). TEKST: Lynsey Dubbeld, Leene Communicatie

Meer informatie: