terug

Bomenbeheer doet er toe!

Bomen bepalen ons straatbeeld. Ze zijn niet alleen mooi, ze leveren ook allerlei waardevolle ecosysteemdiensten. Ze groeien tot in de hemel, maar niet vanzelf: dat vraagt om goed bomenbeheer. Djorn Noordman (gemeente Haarlem), Jeroen van Gaalen (gemeente Utrecht) en Hans Kaljee (gemeente Amsterdam) vertellen wat daarbij komt kijken. 

Utrecht telt 140.000 geregistreerde stads- en parkbomen en 20.000 bomen in de randen van bos en bosplantsoenen die zijn geregistreerd in verband met de boomveiligheid. Boomveiligheid is voor boombeheerders een belangrijke zaak. Als een boom omwaait en schade veroorzaakt, volgt meteen de vraag of de boom voldoende werd gecontroleerd. ‘Die controles zijn visuele inspecties van de kroon, de stam en het wortelstelsel. Ruimte in de bestrating rond de boom kan bijvoorbeeld duiden op een instabiel wortelstelsel. Bij twijfel over de stabiliteit moet dan een trekproef worden uitgevoerd’, aldus Jeroen van Gaalen. De gemeente Utrecht heeft voor inspecties zelf mensen in dienst. ‘Dat is fijn, het zorgt voor continuïteit en er is veel parate boom- en gebiedskennis.’ 

Langlopend contract 

In Haarlem zorgt een langlopend contract met overheids-NV Spaarnelanden voor continuïteit. Dit is ook van groot belang voor het snoeibeleid. Djorn Noordman: ‘We werken volgens vastgestelde kwaliteitseisen en willen niet ieder jaar een andere aanpak. Ook zijn onze onderaannemers gecertificeerd volgens de BRL (beoordelingsrichtlijn) Boomverzorging van Stichting Groenkeur. De kwaliteit van het areaal nemen we op aan de hand van de norm NEN2767 voor conditiemeting. Continuïteit, vakkennis, gebiedskennis, kortom: vakmanschap is en blijft de basis voor goed boombeheer. Maar ook nieuwe technieken zijn nodig. We brengen bijvoorbeeld het kroonvolume en de stampositie van het bomenbestand in beeld met LiDAR-scans. Met het softwareprogramma i-Tree kunnen we vervolgens de waarde van het bomenbestand bepalen.’ 

Ankerpunten voor vergroening 

De stadsbesturen en de inwoners van Utrecht en Haarlem zien steeds vaker het belang van bomen voor een goed leefbare stad. ‘Robuuste bomen op een goede standplaats waar ze jaren kunnen groeien. Dat zijn ankerpunten voor de radicale vergroening die we in Utrecht voorstaan,‘ aldus Jeroen van Gaalen. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Maar welke bomen dan? Ook daar moet de beheerder over nadenken. Ziekten en plagen als iepziekte, essentaksterfte en kastanjebloedingsziekte dunnen het prachtige bomenbestand uit. Er is onderzoek nodig om hier een oplossing voor te vinden. Volstaan inheemse soorten of moeten we toch naar een uitheems sortiment (zie ook de kadertekst op pagina 30)? En wat betekent dit voor de biodiversiteit? Utrecht streeft bij herplant en herinrichting naar een diverse boombestand. Ook binnen een straat. Van Gaalen: ‘Dit voorkomt dat je bij ziekte of plagen in één keer alle bomen kwijtraakt.’ 

Klimaatverandering 

Klimaatverandering en het binnenstedelijk hitte-eilandeffect zijn ook bedreigend voor de stadsbomen. De beschikbaarheid van water is in Haarlem en Utrecht nog geen groot probleem maar het neemt wel toe en heeft de aandacht. ‘Juist omdat we veel meer groen in de stad gaan aanleggen willen we water beter vasthouden en werken we steeds meer met waterpasserende bestrating om de bomen betere kansen te geven,’ aldus Jeroen van Gaalen. Haarlem experimenteert daarnaast met sensoring van (jonge) bomen zodat ze water op maat krijgen. 

Naast hitte, droogte en wateroverlast zorgt klimaatverandering ook voor meer zomerse stormen. Met een grote impact doordat de bomen nog vol in het blad staan. In Utrecht, Haarlem en ook in Amsterdam heeft dit al tot een flink aantal omvallende bomen geleid. ‘Investeren in groeiplaatsen, zodat de boom zich beter kan verankeren. Dat is de oplossing’, aldus hoofdstedelijk bomenconsulent Hans Kaljee. ‘Een goede groeiplaats zorgt bovendien voor een goed groeiende boom die mooie prestaties levert, zoals we kunnen zien bij de postzegelboom.’ 

Transformatie tot ‘ontwikkelend boombeheerder’ 

Door deze (klimaat)vraagstukken en de energietransitie gaat de openbare ruimte de komende decennia op de schop. De boombeheerder moet zich zien te transformeren tot een ‘ontwikkelend beheerder’. Dat doet de beheerder zelf in de dagelijkse praktijk. Maar ook de initiatieven die het programma Managing Public Space van de WUR gaat ontplooien, gaan vast en zeker bijdragen aan de gewenste vernieuwing.

Uit: De Baten van Bomen, Platform i-Tree Nederland 2019.

De Postzegelboom

Voor Paleis Noordeinde is in 1880 een paardenkastanje geplant. Deze markante, monumentale boom met zijn prachtige brede kruin zorgt al jarenlang voor schaduw en groen op dit pleintje. De Postzegelboom is aan zijn naam gekomen doordat onder en om de boom jarenlang postzegels zijn verkocht en geruild. De luisterrijke boom heeft ook moeilijke tijden gekend, onder andere omdat zijn wortelstelsel niet kon uitgroeien. In de jaren ‘30 boden graafwerkzaamheden onder Paleis Noordeinde een oplossing. De Postzegelboom zit samen met 799 andere kastanjes in een programma waarin wordt onderzocht hoe de kastanjebloedingsziekte onder de duim te houden is. In de publicatie De Baten van Bomen laat de postzegelboom zien welke waarde ze volgens i-Tree jaarlijks levert. 

Klimaatrobuust sortiment

Wat is een klimaatrobuust sortiment in de Nederlandse context eigenlijk? In Stadswerkmagazine nr. 9 2021 stipte boomkweker Toon Ebben het onderwerp ook al aan. Moeten gemeenten toe naar de aanplant van een ander sortiment? ‘Nee, het draait om het maken van de juiste combinatie’, aldus Toon Ebben. ‘In het buitengebied kunnen we goed vooruit met de bekende inheemse soorten. In de stad moeten we, gelet op de hogere temperaturen en de gewenste biodiversiteit, toe naar meer exoten zoals mediterrane soorten.’ 

In 2017 maakte Stadswerk een studiereis naar Nantes omdat die stad nu het klimaat heeft waar wij (snel) naar toegroeien. Toch zagen we daar niet een heel ander sortiment. ‘Dat is niet zo vreemd’, aldus Hans Kaljee. ‘ De meeste van onze huidige bomen komen voor in grote delen van Europa en blijken heel goed bestand tegen het nieuwe klimaat, met heftige stormen en afwisselend heel natte en droge periodes in de zomer en af en toe toch ook strenge vorst.’ De import van mediterrane soorten blijft ook bij klimaatverandering een risico. De weersextremen nemen toe en het kan dus zomaar weer een keer streng gaan vriezen. En al die transportbewegingen met bomen vanuit de zuidelijke landen zijn ook niet erg duurzaam. ‘Wel is een divers sortiment een goede keuze. Het vermindert de kwetsbaarheid bij ziekten en plagen en is goed voor de biodiversiteit. Daarbij zien we soms soorten over het hoofd, zoals de Zwepenboom (Celtis sinensis). Die doet het hier ook erg goed’, besluit Hans Kaljee. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 2, 2022). Tekst: Maarten Loeffen, Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland

Dit is het tweede artikel in de reeks Beheer doet er toe!.


Bekijk ook deze items