Handreiking moet gemeenten helpen bij vergroenen steden
Over het belang van groen in een stedelijke omgeving, is vrijwel iedereen het inmiddels eens. Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) hebben daarom vorige week de handreiking ‘Groen in en om de Stad’ gepubliceerd. Deze handreiking moet provinciale en gemeentelijke ambtenaren helpen bij het verder vergroenen van steden. Deze handleiding bevat richtlijnen voor de aanleg in zowel steden en regio’s als in buurten en straten.
De handreiking geeft gemeenten en provincies adviezen om te zorgen dat groen volwaardig wordt meegenomen in planvormin. Naast de richtlijnen bevat ze ook informatie over de voordelen van groen en het gebruik van de juiste vegetatie. Het stappenplan helpt bij het bepalen van de juiste maatregelen, op het juiste moment, op de juiste plaats. De handreiking geeft daarmee meer duidelijkheid voor ontwikkelaars en ontwerpers over de manier waarop zij groen kunnen meenemen in de planvorming. Dit sluit aan op de behoefte vanuit domein bouw van Collectief Natuurinclusief.
Deze handreiking werd gepresenteerd samen met een gelijknamige voortgangsbrief, die na de ministerraad naar de Tweede Kamer is gestuurd. In deze brief werd nogmaals het belang van groen in stedelijke gebieden benadrukt. Daarnaast bevatte de brief het resultaat van de financiële en juridische verkenning naar beleid om te zorgen voor verdere vergroening van de Nederlandse steden.
Toekomstscenario’s
De verwachting is dat de Nederlandse bevolking de komende jaren zal blijven groeien, wat betekent dat er ook meer nieuwbouw bijgebouwd moet worden. Het is van belang om ook in de nieuwe woonwijken voor voldoende groen te zorgen en de bestaande groenvoorzieningen uit te breiden. Hiervoor werken de ministers aan een programmatische aanpak om deze vergroening te ondersteunen. Dit moet toekomstige kabinetten helpen bij het zetten van de vervolgstappen.
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de openbare ruimte?
Bij het doorrekenen van de financiële aspecten, is er naar drie mogelijke toekomstscenario’s gekeken. Bij elk scenario zetten de onderzoekers de kosten en opbrengsten van de vergroeningsopgaven naast elkaar. Hieruit bleek dat in alle gevallen de maatschappelijke voordelen opwegen tegen de kosten, ook al zijn deze voordelen niet direct in geld uit te drukken. En de matschappelijke kosten van ’niets doen’ zijn in de meeste gevallen nog groter op de lange termijn. Bovendien kunnen overheden op de kosten van vergroening besparen door dit te combineren met andere opgaven, zoals energietransitie en groot onderhoud of vervanging van riolering.
Uit de juridische verkenning kwam daarnaast naar voren dat er behoefte is aan een heldere visie vanuit de overheid, om alles goed beleidsmatig te kunnen borgen. Deze visie moet dan deel uitmaken van de actualisatie van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Juridisch kan de opgave worden geborgd binnen het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Voor deze beslissingen, ligt de bal echter bij het volgende kabinet.
Foto: Nanda Sluijsmans, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons