Hoe bereken je hoeveel laadpunten je in de woonwijk moet hebben?
Nu de elektrische en hybride auto’s steeds populairder worden, moeten er ook steeds meer laadpunten in woonwijken gevestigd worden. Om er voor te zorgen dat je niet te veel en niet te weinig laadpunten voor elektrische auto’s hebt, moet je berekeningen maken. Maar hoe pak je dit aan?
De elektrische auto’s zijn steeds populairder, en wanneer het aantal elektrische auto’s toeneemt, moet het aantal laadpalen ook toenemen. Je moet dus op de een of andere manier zien dat je uitrekent hoeveel laadpalen er in de woonwijk nodig zijn. Gelukkig is er een nieuwe tool uitgevonden die de toekomstige behoefte aan laadinfrastructuur voor elektrische auto’s te berekent. Als je deze informatie vroegtijdig hebt, kun je dit ook meenemen in de bouwplannen voor een nieuwbouwwijk.
Nieuwbouwwijk
In een nieuwbouwwijk is het over het algemeen ook een stuk makkelijker om de laadinfrastructuur aan te leggen dan in een bestaande wijk. In de bestaande wijk moet je namelijk rekening houden met de bestaande ruimtelijke beperkingen. Als je bij een nieuwbouwwijk tijdig de plannen en berekeningen doorgeeft, kan er rekening gehouden worden met duurzame mobiliteit en de behoeften van de elektrische rijder. Florian Sloots is namens Over Morgen betrokken bij de EV-Prognose Atlas Nieuwbouwwijken, zoals de tool heet. “De nieuwe tool die we hebben ontwikkeld, is enerzijds gebaseerd op de parkeernorm in het gebied en anderzijds op de woonspecificaties”, aldus Sloots.
De berekening
Maar hoe gaat die tool dan te werk, vraag je je af? Het antwoord is heel simpel: informatie over de woningtype, de kosten van de huizen en het autobezit worden gecombineerd. Zo word er een redelijk beeld geschetst, voor hoeveel laadpalen er ongeveer nodig zijn. Deze informatie wordt vaak ook nog gecombineerd met de Kencijfers Openbare Laadinfrastructuur Elektrisch Vervoer en de groei van elektrisch vervoer in Nederland volgens het SparkCity Model.
De tool is de afgelopen maanden getest door twee gemeenten, waarvan één de Drentse gemeente Noordenveld. Sloots: “Ze zijn zeer enthousiast en hebben er kritisch naar gekeken. In de definitieve versie hebben we veranderingen doorgevoerd op basis van de verbeterpunten van de gemeente. Zo hebben we de parkeernormen flexibeler gemaakt. Nu kunnen gemeenten deze zelf invullen.”