‘Lief stadsbestuur’
Gesprekken over de openbare ruimte worden vaak rationeel gevoerd, met heldere betogen en controleerbare onderbouwing. Maar ook een poëtische insteek kan de geesten verder brengen. Daarom publiceren we hier het gedicht van schrijver en theatermaker Marjolijn van Heemstra, waarin ze in de huid van stadsregen kruipt.
Lief stadsbestuur,
kent u het lied van de roodborst
die tikt tegen het raam, tik tik tik,
zingt: laat mij erin, laat mij erin?
ik denk vaak aan die vogel, zijn poging
en dat glas, ook ik kom niet binnen;
ik tik op asfalt, tik op tegels, tik op daken,
op beton, ik tik en niets opent zich,
de stad neemt mij niet op. Zelfs lege grond
biedt nauwelijks plek, te droog, te nat,
ik kan niet zakken dus ik wacht, ik wacht
in grote diepe plassen, zet de straten blank,
dat is geen onwil, het is simpel: als ik
niet cirkel sta ik stil en verzamel ik
mijn kracht, tot ik uit mijn vorm barst
ik zou onzichtbaar moeten zijn, water wordt
waar het land, wat ik ben is wat ik aanraak
tenzij niets mij vangt, als ik teveel wordt:
laat mij binnen, ruk de tegels uit de tuinen,
geef mij mos en geen garages, sedum
op de daken. Maak mijn halve cirkels heel,
haal het glas weg, houdt mij vast.
Hartelijks en groen,
Regen