Neude in Utrecht gaat op de schop
De gemeente Utrecht gaat de Neude flink onder handen nemen. Doel hiervan is het historische plein extra aantrekkelijk te maken om te wandelen of ontspannen te zitten. Daarnaast wordt er ook aan de fietsers gedacht: er komen fietsenrekken met extra capaciteit en de route naar de bewaakte fietsenstalling zal worden gemarkeerd.
Momenteel is het historische plein vooral gevuld met geparkeerde fietsen, terrasmeubilair en afvalcontainers. Wethouder Lot van Hooijdonk (Mobiliteit): “We willen de Neude veranderen in een plek waar mensen comfortabel kunnen zitten en afspreken. Dit betekent minder fietsen op het plein en meer openbare zitplekken. Extra bomen en groen zorgen ervoor dat deze bijzondere plek in het centrum het hele jaar door aangenaam is.“
Proefsleuven
In de laatste twee weken van maart graaft de gemeente proefsleuven op het plein. Op deze manier wil de gemeente kijken waar de kabels en leidingen in de grond liggen, zodat ze goed kan bepalen waar precies de nieuwe bomen geplant kunnen worden. De bomen worden gepland vanaf eind 2024. Daarvoor plaatst de gemeente eerst het zitmeubilair; naar verwachting worden de ronde banken in de zomer neergezet. Dit levert extra zitruimte naast de terrassen op. Met deze nieuwe inrichting en uitstraling van het plein wil de gemeente het minder aantrekkelijk maken om fietsen te parkeren op de Neude. Daarnaast komen er nieuwe fietsenrekken aan de zijkanten van het plein, zodat er meer fietsen kunnen worden geparkeerd. Verder brengt de gemeente markeringen op het wegdek aan om fietsers de weg te wijzen naar de bewaakte, ondergrondse fietsenstalling aan het plein.
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de openbare ruimte?
De gemeente is in gesprek met ondernemers op de Neude en organisatoren van Tweetakt en Koningsdag over hoe deze evenementen kunnen passen bij de nieuwe indeling van het plein. Andere organisatoren die van plan zijn om een evenement op het plein te organiseren, worden door de gemeente per brief op de hoogte gebracht.
Foto: Steven Lek, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons
