Rotterdam geeft een forse impuls aan vergroening van de stad. 20 hectare aan extra groen tijdens de Collegeperiode is de ambitie. En het bestaande groen krijgt een kwaliteitsimpuls. Hoe gaat dat in zijn werk? Een gesprek met enkele betrokkenen bij Stadsbeheer, gemeente Rotterdam.
Bij aanplant van een stadsboom wordt gemiddeld 7 kubieke meter aan grond aangebracht om voor een goede groeiplaats te zorgen. Dat is voldoende voor de eerste jaren, maar na ongeveer vijftien jaar moet er een paar kuub bij, en na een aantal jaar nog eens. Op zich is dat goed nieuws, want de boom doet het goed en heeft dus meer grond nodig om gezond te blijven en zich te ontwikkelen. Alleen, hoe doe je dat op een plek die al druk was en alleen maar drukker wordt door toevoegingen als trafohuisjes, ondergrondse containers en warmtenetten?
‘Dat is inderdaad een hele puzzel’, zegt Niña Visser, adviseur openbare ruimte bij Stadsbeheer. ‘Maar het gemeentebestuur heeft hoge ambities voor de vergroening van de stad, dus we doen alle moeite om bomen de plek te geven die ze nodig hebben om goed te groeien en zoveel mogelijk baten voor de stad te leveren. Vaak biedt een reconstructie goede kansen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de Coolsingel, die helemaal is heringericht. Er zijn minder rijbanen voor de auto, dus meer ruimte voor andere functies. De meeste bomen die er al stonden, hebben we kunnen behouden en we hebben ze gelijk een betere groeiplaats gegeven door kratjes in de onderlaag aan te brengen. Deze zijn voor drie kwart gevuld met grond, het bovenste deel bestaan uit lucht. Dat is goed voor de boom en het vergroot de waterbergende capaciteit.’
Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!
Jacco de Frel, beheerder bomen bij Stadsbeheer, onderschrijft dat het passen en meten is om bomen de groeiplaats te geven die ze verdienen. ‘In de ondergrond zijn soms conflicterende belangen, maar ook boven de grond. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan veiligheidscamera’s – die mogen niet gehinderd worden door een uitdijende boomkroon.’
Steun uit vele hoeken
Alle belangen moeten kortom worden meegenomen bij het verbeteren van bestaand en toevoegen van nieuw groen. Gelukkig is die afstemming voor iedereen nodig en is er een werkende praktijk ontstaan om dat voor elkaar te krijgen. Zo is er het ‘Convenant samenwerken in de buitenruimte’ waarbij werkzaamheden van gemeente, netbeheerder Stedin en Evides Waterbedrijf worden gebundeld om de overlast te minimaliseren. Dat is een geschikt model voor de ‘vergroeners’ om op aan te haken.
En ook uit andere hoeken komt steun. ‘Bij Stadsontwikkeling is het multifunctionele dakenprogramma ontwikkeld’, zegt Clémentine Mulder, communicatieadviseur bij de gemeente. ‘Een van de aandachtspunten daarbij is vergroening van de gevels en het realiseren van groene daken, in samenwerking met andere partijen in de stad. Met woningcorporatie Vestia is onlangs in het project LIFE@Urban Roofs het langste natuurdak van Nederland aangelegd op gebouw de Peperklip. Een ander mooi voorbeeld is De Groene Kaap, een tot woningen herontwikkelde loods op Katendrecht van ontwikkelaar Stebru. Groen voert hier de boventoon op gevels en dak, en het wordt ook zo aangeprezen bij potentiële bewoners. Ik hoop dat veel ontwikkelaars dit voorbeeld zullen volgen.’
Verder is er het programma Rotterdams Weerwoord, waarbij de stad weerbaar wordt gemaakt voor het veranderende klimaat. Groen, met zijn waterbergende en hittedempende kwaliteiten, geeft dit programma handen en voeten. En andersom ontstaat dankzij dit programma een beter beeld van de ecosysteemdiensten die het verbeterde en toegevoegde groen levert.
Babyboom
En dan zijn er nog initiatieven die specifiek op bewoners en lokale bedrijven zijn gericht. Zo kunnen Rotterdamse ouders met het programma Babyboom een boom laten planten voor hun pasgeboren kindje. Op een paaltje bij de boom wordt de naam van het kind vermeld, dit alles voor 25 euro. En één keer per jaar is er een ‘boomstammenveiling’, waarbij het hout van gevelde bomen, al dan niet tot planken verzaagd, wordt geveild onder bewoners en plaatselijke ondernemers. Een mooi circulair voorbeeld van upcycling.
De groenmensen zijn ook blij met de stadskwekerij, die nog maar weinig andere gemeenten hebben. Jacco: ‘Alle bomen die we bestellen, komen eerst op de stadskwekerij terecht, alsmede bomen die niet direct geplant kunnen worden. Die kunnen goed van pas komen als we met een nieuw project aan de slag gaan. Van bijzondere soorten zijn extra exemplaren geplant zodat we een reservevoorraad hebben. En soms worden er ook dingen zelf gefabriceerd of geënt, zoals tweestammige platanen, die inmiddels het Kruisplein vlakbij Rotterdam Centraal sieren. Naast de mooie resultaten ondersteunt dit het vakmanschap dat binnen de gemeente aanwezig is.’
De wind in de zeilen
Groen heeft duidelijk de wind in de zeilen in Rotterdam, en daarmee groeiplaatverbetering. De groenmensen hebben eigenlijk nog één wens over. ‘We zouden graag zien dat specifieke aandacht voor groeiplaatsen een standaard punt wordt bij alle projecten in de openbare ruimte, en dat dat ook geborgd wordt in de projectbudgetten.’ Met de initiatieven die er nu liggen, is het niet ondenkbaar dat dat ideaal in de nabije toekomst wordt gerealiseerd.
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 4, 2020). Tekst: Michiel G. J. Smit, redactie Stadswerk Magazine