Samenwerkingsovereenkomst Regionale Aanpak Laadinfrastructuur vernieuwd
Afgelopen maandag is de vernieuwde samenwerkingovereenkomst Regionale Aanpak Laadinfrastructuur ondertekend tijdens de Nationale Conferentie Duurzame Mobiliteit in Utrecht. Doel van deze overeenkomst is om een landelijk dekkend laadnetwerk te realiseren, voor alle soorten elektrische voertuigen. Hiervoor werken overheden, netbeheerders en kennisinstellingen samen in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL), om zowel het publieke als private laadnetwerk uit te breiden en verder te optimaliseren. De samenwerkingsovereenkomst loopt tot en met 2030.
Overschakelen naar duurzaam vervoer
Nederland schakelt in snel tempo over op duurzaam vervoer. Volgens de afspraken moet in 2050 al het vervoer uitstootvrij zijn. Dit geldt dus niet alleen voor personenauto’s, maar ook voor bestelbussen, vrachtwagens, autobussen en binnenvaartschepen. Al deze duurzame vervoermiddelen moeten worden opgeladen. Dat kan alleen met een goed en dekkend laadnetwerk.
Groei aantal laadpunten
Het doel van de NAL-samenwerking is om het laden van een elektrisch voertuig net zo makkelijk te maken als het laden van een mobiele telefoon: eenvoudig, slim en overal. Met de inzet van alle partijen staan er per 1 september 2023 bijna 590.000 laadpunten in Nederland (waarvan 442.000 thuislaadpunten, 140.000 (semi)publieke laadpunten en 4500 (semi)publieke snellaadpunten).
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de openbare ruimte?
Gerben Jan Gerbrandy, voorzitter NAL: “We hebben sinds de start van de NAL in 2019 grote stappen gezet. In een uitstekende samenwerking met de samenwerkingsregio’s van provincies en gemeenten, de netbeheerders en kennisinstellingen. De verlenging van deze succesvolle samenwerking is een mijlpaal. Ook de komende jaren zal het laadnetwerk verder mee moeten groeien met de laadbehoefte van alle modaliteiten van elektrisch vervoer. Politiek-bestuurlijke samenwerking met alle betrokkenen is cruciaal om de noodzakelijke vervolgstappen te kunnen zetten.”
Regio’s en gemeenten
De uitwerking van de NAL vindt plaats in zes NAL-samenwerkingsregio’s in Nederland. In die regio’s werken provincies met gemeenten en netbeheerders samen aan het realiseren van voldoende laadpunten. Centraal in de aanpak staat inzicht in de opgave per gemeente en hoe dit in het beleid van de gemeenten ingepast kan worden. Waar worden laadpunten geplaatst? En hoeveel elektriciteit is er nodig? Met een regionale aanpak wordt stap voor stap inzichtelijk gemaakt wat de omvang van de opgave is en welke inspanning er nodig is om een slim, dekkend, toegankelijk en betaalbaar laadnetwerk te realiseren in alle gemeenten.
Eva Oosters, wethouder Utrecht en bestuurlijk vertegenwoordiger NAL G4: “Schone lucht hoort bij een gezonde stad. Als gemeenten werken we daarom hard aan de ambities op emissieloos vervoer en het tegengaan van klimaatverandering. Emissievrije mobiliteit voor alle voer- en vaartuigen heeft de toekomst. Laadinfrastructuur is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Daarom zijn wij als Utrecht en G4 blij met deze samenwerking tot 2030 met het Rijk, provincies en netbeheerders. Zo kunnen we onze ambities echt waarmaken, zoals een zero emissiezone voor stadslogistiek.”