Uitbreiding Scherpenzeel: Meer woningen, meer biodiversiteit
Scherpenzeel, een kleine gemeente in het midden van het land, gaat fors uitbreiden: duizend woningen erbij rond 2030, ofwel een uitbreiding met een kwart. Daarbij wordt aangesloten op de groene identiteit van dorp en landschap. Daarmee dragen de plannen bij aan de vergroting van de biodiversiteit. Hoe doet Scherpenzeel dat?
Sinds 2013 vinden de ruimtelijke ontwikkelingen in Scherpenzeel met name plaats aan de zuidzijde: in verspreid liggende deelgebieden tussen de bestaande dorpsrand en de Lunterse Beek/Valleikanaal. De verstedelijkingsdruk op het fraaie landschap is hier groot. Om het gevarieerde karakter van het gebied te accentueren, is gekozen voor een grote variatie aan woningtypen. Zo kon bovendien goed invulling worden gegeven aan de huidige variabele woningbehoefte.
In het oorspronkelijke plan werd uitgegaan van een redelijk traditioneel ingerichte openbare ruimte. Maar na alarmerende berichten over de enorme achteruitgang van biodiversiteit ging het roer drastisch om. Aan een lokaal bedrijf werd gevraagd een visie te geven op een meer natuurlijke inrichting van de openbare ruimte. Naast landschap en biodiversiteit werd bijzondere aandacht gevraagd voor water en klimaat, educatie en communicatie. Uit de samenwerking die toen ontstond, groeide iets moois.
Schetsen van tafel
De bestaande schetsen gingen van tafel. De vers gevormde projectgroep bedacht een nieuwe inrichting die meer vanuit het landschap werd vormgegeven. Bestaande bomen, struiken en complete boom- en landschapsstructuren werden zoveel mogelijk behouden en ingepast in de nieuwe woonomgeving. Een complete bomenlaan langs de nieuwbouwwijk, die van belang is voor vleermuizen, is gehandhaafd. De opgave werd om aan het fraaie, maar relatief soortenarme landbouwgebied biodiversiteit toe te voegen.
Toekomstige bewoners en leerlingen van de basisschool die aan het gebied grenst werden gevraagd mee te denken. Dat deden ze graag. Er kwam aandacht voor de vier V’s die voor planten en dieren belangrijk zijn: Voedsel, Veiligheid, Voortplanting, Variatie. Er werd ecologisch onderzoek gedaan naar de abiotische (bodem, water) en biotische (vegetatie) omstandigheden waarbij de uitkomsten werden gebruikt voor het samenstellen van passende inheemse zadenmengsels. Binnen het plangebied is aan de oevers van de Lunterse Beek een waar natuurpark aangelegd met vele gradiëntsituaties van nat naar droog, van voedselarm naar voedselrijk, van hoog naar laag. De vele kruidenbermen in de wijk in combinatie met de boom- en landschapsstructuren vormen samen met het natuurpark een ware biodiversiteitshotspot die zich de komende jaren verder kan ontwikkelen.
Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!
Verder werden er informatiebordjes geplaatst. Basisschoolleerlingen mochten mee-ontwerpen aan natuurlijke ‘speelaanleidingen’ (gemaakt van eikenstammen die vrijkwamen bij een reconstructie elders in het dorp) en kwamen met het idee van een Tiny Forest. Ook dit is gerealiseerd, samen met IVN. Het sociale aspect kwam even- eens aan bod. Een groot deel van de aanleg- en onderhoudswerkzaamheden werd en wordt uitgevoerd door personeel met een sociale indicatie. Natuurlijk vraagt dit veel aandacht voor scholing.
Lessen
Hoe gaat het verder? Wat leren we hiervan? Bewoners hebben tijd nodig om te wennen aan een ander groenbeheer waar het groen meer ruimte krijgt om te groeien. Waar het groen ‘nooit af’ is, maar zich zal blijven ontwikkelen. In het dagelijks beheer leren we op dit moment dat voldoende schaalgrootte van groenvakken belangrijk is. Goede afstemming van groenbeheertype en locatie in de woonomgeving is belangrijk voor voldoende draagvlak voor duurzaam groen. De ervaringen van dit moment bieden waardevolle input voor toekomstige ontwikkelingen. De gemeenteraad heeft inmiddels met groot enthousiasme unaniem ingestemd met de stedenbouwkundige opzet voor de wijk De Nieuwe Koepel, waarin ecologische principes de basis vormen. Bij de verdere uitwerking gaan we kijken hoe door natuurinclusief te bouwen ook de gebouwen een bijdrage kunnen leveren aan biodiversiteit.
Inmiddels heeft de Regio Foodvalley, waar Scherpenzeel deel van uitmaakt, op basis van een regionale Ruimtelijke Verkenning een concept-verstedelijkingsstrategie opgesteld: ‘Meer landschap, meer stad’. De verkenning laat zien dat het landschap van Foodvalley veel gevarieerde kwaliteiten kent. De concept-strategie laat zien dat de verstedelijkingsdruk op de regio groot is en de komende jaren nog verder toe zal nemen. Niet alleen in de grotere stedelijke gebieden van Barneveld, Ede en Veenendaal, maar ook de dorpen zullen er niet aan ontkomen.
Strategie voor dorpen in heel Nederland
En wat geldt voor Scherpenzeel en de andere dorpen in de regio, geldt voor veel dorpen in Nederland. Wij hebben met ons project laten zien dat de verstedelijkingsstrategie en het behoud van identiteit van dorp en landschap goed samen kan gaan. Wanneer landschap en natuurlijke systemen als basis worden gebruikt, kunnen er unieke stedelijke landschappen kunnen ontstaan met elk hun eigen identiteit. Die worden gewaardeerd door de bewoners en dragen ook op lange termijn bij aan vergroting van biodiversiteit.
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 8, 2021). Tekst: Roel ter Horst, Jan Boertjes en Wouter Agra, Gemeente Scherpenzeel
Marc de Jager, Koninklijke Ginkel Groep
Foto bovenaan: Jan dijkstra, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons