terug

Veiligheid en beheer

Veiligheid, zowel objectief als gevoelsmatig, is een van de fundamenten voor een ‘goede’ openbare ruimte. Wat kan de beheerder daaraan bijdragen? Een gesprek tussen handhavings- en managementprofessional Gonda Neddermeijer en IBOR-professional Karin Jansen van Instituut voor Omgevingskwaliteit over de relatie tussen schoon, heel en veilig. 

Gonda: Afgelopen weekend was ik op een grote markt in een multiculturele wijk. Proeven van de sfeer en van de bijzondere groenten en kruiden die verkocht worden. Uiteraard kon ik het niet laten om naar de openbare ruimte te kijken. Is de straat schoon? Is er graffiti? Zijn er parkeerproblemen? Zijn de paden tussen de marktkramen breed genoeg voor de bezoekers en voor een brandveilige situatie? En zowaar: alles was prima op orde. Dat heeft zeker bijgedragen aan het plezier van mijn marktbezoek. Herken je dat? 

Karin: Dat je je prettig voelt in een situatie waar de basis op orde is, herken ik zeker. Wat ik ook herken is dat we als ‘professionals openbare ruimte’ blijkbaar nooit eens een markt, stad of park kunnen bezoeken zonder een soort lijstje af te vinken. Als ik met een vriendin aan het winkelen ben of een stadswandeling maak, vallen dingen als mis gespuugde kauwgom rond een afvalbak haar niet eens op. Vind jij dat een goed teken? 

Gonda: Dat denk ik wel! Want hoe fijn is het dat mensen zich onbewust gewoon goed voelen in de omgeving waarin ze zich bevinden? In een park, een winkelstraat, een woonwijk, een bedrijventerrein? Wij weten als professionals dat een goede inrichting en een accuraat beheer van de openbare ruimte onmiskenbaar bijdragen aan dit gevoel van veiligheid en comfort. En er zijn dan ook daadwerkelijk minder incidenten. Het is bewezen! 

Karin: Klopt! Het is wel goed om hierbij te benoemen dat er geen causaal verband is tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Het is dus niet zo dat in een buurt waar weinig incidenten zoals woninginbraken zijn (objectieve veiligheid), de bewoners of passanten zich ook veilig voelen (subjectieve veiligheid). Met andere woorden: investeringen in het verlagen van kleine criminaliteit zorgen niet automatisch voor een verhoging van het veiligheidsgevoel van mensen. En vice versa. 

Gonda: Misschien goed om hier de ‘brokenwindowstheorie’ even hardop te noemen. De theorie stelt dat omgevingen die al vervuild zijn, meer vuil aantrekken en in een negatieve spiraal terecht komen. Inmiddels is er bewijs gevonden voor deze theorie in onder andere het onderzoek van Kees Keizer e.a. (The spreading of disorder). Hij heeft aangetoond dat mensen in een onverzorgde omgeving eerder geneigd zijn tot normoverschrijdend gedrag. Onkruid op straat, zwerfafval, volle en besmeurde afvalbakken en – letterlijk – gebroken ramen hebben dus direct invloed op de veiligheid! 

Karin: Wist je dat ook onverzorgde voortuinen en afgebladderd schilderwerk van woningen bijdragen aan die negatieve spiraal? Als je zoiets ziet, voelt dat namelijk snel als een gebrek aan eigenaarschap. Dat kan aanleiding zijn voor buurtbewoners om zich ook wat minder bezig te houden met het uiterlijk van de straat. En hun PMD-zakken veel te vroeg op straat gaan zetten, of de hondenpoep van hun eigen hond niet meer opruimen. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Gonda: Daar ligt dus een mooie kans voor beheerders. Zorg dat je niet alleen zelf zichtbaar bezig bent in de openbare ruimte, maar probeer ook de bewoners in beweging te krijgen. En daar zijn al hele mooie voorbeelden van! Denk aan adoptieboomspiegels en -containers, mooie voortuinroutes, stoepkrijtwedstrijden, buurtbarbecues, tegelwipacties, etc. Allemaal initiatieven die bijdragen aan een aantrekkelijke straat, waar mensen zich prettig genoeg voelen om een praatje met hun buren te maken. Wat op zijn beurt ook direct weer bijdraagt aan de veiligheid. 

Karin: BOR (beheer openbare ruimte), handhaving en reiniging kunnen elkaar hierin ook versterken. In een buurt waar veel overlast ervaren wordt, wordt snel ingezet op handhaving, al dan niet met behulp van camera’s. Maar dat is, als je naar die eerdergenoemde negatieve spiraal kijkt, misschien helemaal niet de beste aanpak. Regelmatig onderhoud van de openbare ruimte en het stimuleren en enthousiasmeren van bewoners werkt wellicht vele malen beter. De collega’s van de drie vakgebieden zijn als geen ander in staat om samen kansen te zien. Kansen gezien door verschillende ‘brillen’ in de openbare ruimte. Kansen om zelf op te treden en ook om bewoners in beweging te brengen. Datgene doen wat daadwerkelijk en langdurig bijdraagt aan de veiligheid in een buurt! 

Dit is het negende artikel in de reeks ‘Beheer doet er toe!’ 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 9, 2022). Tekst: Karin Jansen: en Gonda Neddermeijer, Instituut voor Omgevingskwaliteit

Foto: Teleiotes, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons


Bekijk ook deze items