VNG: Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) moet blijven
Het duidelijke onderscheid tussen de buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) en de politie moet blijven bestaan, zo stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in het nieuwe rapport ‘Visie boa in de openbare ruimte’. Volgens de VNG is de boa van onschatbare waarde voor de veiligheid van burgers en de leefbaarheid van de buurt.
“De boa is een op zichzelf staand beroep, met een andere positie in de samenleving dan de politie”, aldus Annemarie Jorritsma, voorzitster van de VNG. Een boa is namelijk verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en treedt dan ook alleen op tegen specifieke strafbare feiten. Het gaat hierbij vaak om aantastingen in de leefbaarheid, waaronder het dumpen van afval, parkeerovertredingen en het niet voldoen aan bepaalde milieureguleringen.
Het optreden tegen geweld en criminaliteit behoort echter niet tot de taken van de boa, zo benadrukt Jorritsma. “[Dat] hoort bij onze politie. Het vraagt om heel andere bevoegdheden en bijbehorende opleidingseisen en vaardigheden”. De VNG is dan ook tegen eventuele plannen om de beide functies te verenigen in één gemeentepolitie. “Laten we geen dingen dubbel organiseren in dit land,” aldus Jorritsma.
Wel pleit de VNG voor een aanpassing in de taken en de herkenbaarheid van de boa. Zo willen de gemeenten één landelijk uniform invoeren en moeten de boa’s voortaan ook de bevoegdheid krijgen om boetes uit te schrijven voor verkeersovertredingen. Tot slot stelt de VNG voor om een specifiek wetsartikel omtrent boa’s te schrappen. Tot op heden is het zo dat de Minister van Justitie expliciet toestemming moet geven voor de inzet van boa’s voor een bepaalde taak, maar volgens de VNG is deze methode te omslachtig en ouderwets.
De VNG presenteerde haar aanbevelingen op 26 november aan Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie. Inmiddels is het hele rapport ‘Visie boa in de openbare ruimte’ ook online (PDF) te raadplegen.
Bron: Beveiligingnieuws