Gemeenten zien weinig heil in verlagen grondprijzen
Op dinsdag 29 januari stelde Eelco Brinkman, voorman van Bouwen Nederland, dat gemeenten de grondprijzen voor hun bouwkavels met 10% zouden moeten verlagen om zo een impuls te geven aan de woningmarkt. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet echter niets in een dergelijke verlaging.
Volgens een woordvoerder van de VNG hebben enkele gemeenten al geëxperimenteerd met een verlaging in grondprijzen, maar leverde dit weinig resultaat op. “De situatie is veel complexer dan je met een prijsverlaging kunt oplossen,” aldus de woordvoerder. “De gemeenten die hun prijzen hebben verlaagd, zagen nauwelijks een toename van de woningproductie.”
Of er misschien sprake was van een te kleine verlaging, kan de woordvoerder niet zeggen. “Er zijn wel grenzen aan prijsverlaging. De Europese Commissie heeft recentelijk aangegeven dat dergelijke verlagingen gezien kunnen worden als verboden staatssteun.”
200 keer zo duur
Brinkman vergeleek de situatie afgelopen dinsdag met de verlaging van de overdrachtsbelasting. Die ging vorig jaar van 6% naar 2%, wat zorgde voor een permanente impuls aan de woningmarkt. “Als gemeenten hun grondprijzen verlagen kan dit eenzelfde effect opleveren”, aldus Brinkman. “Gemeenten krijgen toch niet meer de prijs die ze voor de kavels wilden halen.”
De grondprijzen in Nederland zijn volgens Brinkman tussen 1997 en 2007 met wel 250% gestegen. Bovendien verschillen de grondprijzen sterk per regio. Grond in Amsterdam is bijvoorbeeld tweehonderd keer zo duur als in Groningen, zo wordt duidelijk uit een recente studie van het CPB.