terug

Lezen over tweewieler en benenwagen

Lopen en fietsen zijn de laatste jaren (her)ontdekt als zeer bruikbare manieren van transport. Het grote voordeel: ze verhouden zich goed met leefbaarheid in steden en dorpen. Het College van Rijksadviseurs bracht over beide modaliteiten publicaties uit die goed laten zien waar kansen liggen voor nog betere benutting.  

tweewieler
Foto: Pixabay

Lopen onder de loep

In ‘Naar een gezonde stad te voet’ neemt het College van Rijksadviseurs (CRa) lopen onder de loep. De publicatie biedt handvatten om verplaatsingen in de openbare ruimte te voet (in plaats van met de auto en andere modaliteiten) te stimuleren. Maar om tot zinvolle aanbevelingen te komen, wordt veel meer dan alleen een ruimtelijk perspectief geboden. Zo wordt een psychologische beschouwing gegeven over hoe beslissingen (in dit geval de individuele keuze voor een vervoerswijze) tot stand komen. Ook een kort beeldverhaal over de geschiedenis van het lopen is in de publicatie opgenomen. We lezen onder meer dat Aristoteles in de vierde eeuw voor Christus zijn leerlingen vaak wandelend lesgaf. Dat zou een grappig maar verder nutteloos detail zijn, ware het niet dat er momenteel wordt onderzocht of er meer wandelende vergaderingen mogelijk zijn. Deze vorm van vergaderen heeft een gunstige invloed op de sfeer en is nu extra relevant vanwege de coronacrisis. Nog los van andere voordelen die wandelen biedt (gezondheid, leefbaarheid, verkeersveiligheid et cetera), en die allemaal aan bod komen in de publicatie.

Uiteraard blijft ook de ruimtelijke dimensie van lopen niet onbesproken. Eerst worden drie basisprincipes geformuleerd die lopen aantrekkelijk maken: beleving van nabijheid, beleving van comfort en beleving van verrijking. Aan de hand hiervan worden vier gebiedstypen in Rotterdam ontrafeld door middel van ontwerpend onderzoek: Het Nieuwe Westen (stadsvernieuwingswijk), Boomgaardshoek in Hoogvliet (woonerf), Ommoord (naoorlogse wijk) en bedrijventerrein Spaanse Polder. De gebieden zijn zo gekozen dat ze van toepassing zijn op grote delen van Nederland. Het gebied in kwestie wordt telkens getypeerd en geanalyseerd; vervolgens worden mogelijke maatregelen uitgewerkt die verplaatsingen te voet kunnen stimuleren aan de hand van de trits nabijheid-comfort-verrijking. Dat iedere uitwerking sterk uiteenlopende resultaten laat zien, geeft aan dat zowel de basisprincipes als de gebieden goed gekozen zijn.

‘Naar een gezonde stad te voet’ levert een goed onderbouwde en inspirerende bijdrage voor iedereen die eens wil kijken hoe er meer mensen ‘op de been’ kunnen worden gebracht. Niet als doel op zich, maar om leefbaarheid, gezondheid en welbevinden te bevorderen.

Op die fiets

De fiets is, zeker de laatste jaren, uitgegroeid tot een ongekend succesverhaal. Met de opkomst van de elektrische fiets is het een volwaardige optie geworden om je op stadsgewestelijk niveau te verplaatsen, zowel zakelijk (snel van A naar B) als recreatief. Omdat het deels autoritten vervangt, levert het een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van (met name) steden.

Maar zoals ieder succesverhaal kan het aan zijn eigen succes ten onder gaan, als de problemen niet tijdig worden gesignaleerd en van oplossingen worden voorzien. Dat is precies wat in de publicatie ‘Naar een schaalsprong op de fiets’ van het College van Rijksadviseurs (CRa) wordt gedaan. De ondertitel ‘Zonder dat de fiets de nieuwe auto wordt’ is in dat verband veelzeggend.


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Het CRa heeft voor deze publicatie en de onderliggende studies samenwerking gezocht met diverse partners, waaronder de vier grote steden. Deze steden stellen elk in cases allerlei kwesties aan de orde en dragen oplossingen aan. De veelheid aan creatieve ideeën is indrukwekkend. Zo wordt het idee geopperd om, tegen een kleine vergoeding, een OV-fiets te adopteren. Waarom? Omdat de bezetting van de fietsenstallingen – een echte ruimtevreter bij toch al drukke stations – erdoor wordt geoptimaliseerd: overdag gevuld met OV-fietsen die in de avondspits worden weggehaald om plaats te maken voor mensen die hun eigen woon-werkfiets stallen. Een ander creatief idee dat eruit springt: een snel fietspad langs de hogesnelheidslijn, dat ‘s avonds en ’s nachts goed verlicht is zodat het kan worden gebuikt voor fietsvrachttransporten. En verder meerdere concepten voor fietshubs aan de rand van voetgangersgebieden. Al met al een zeer rijke oogst waar vrijelijk uit geput kan worden.

De publicatie wordt besloten met een essay van ‘fietsprofessor’ Marco te Brömmelstroet. Het vliegt wat hoog over in vergelijking met de concrete oplossingen die elders in de publicatie worden aangedragen. Maar het punt dat hij maakt, is wel van belang: door de snelle opkomst van de fiets blijven we te veel vastzitten in de functie die hij van oudsher had – Te Brömmelstroet spreekt van narratieve armoede. We hebben nieuwe metaforen nodig om de mogelijkheden die de fiets in potentie kan leveren te zien en ten volle te benutten. Deze publicatie is alvast een mooie openingszet.

Beide publicaties zijn te downloaden via de website van het CRa: www.collegevanrijksadviseurs.nl.

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 6, 2020). Tekst: Michiel G. J. Smit, redactie Stadswerk Magazine


Bekijk ook deze items