Wat moet je eigenlijk leren om een erkend boomverzorger te zijn? En hoe wordt de betreffende mbo-opleiding hierop afgestemd? We vragen het André Hillebrand, coördinator van de Europees gecertificeerde mbo-opleiding Boomverzorging bij Yuverta en zelf al meer dan dertig jaar werkzaam in dit vak.
Samenwerken met bedrijven en gemeenten is essentieel voor de opleiding Boomverzorging. ‘Allereerst omdat de opleiding alleen in BBL-traject (Beroeps Begeleidende Leerweg) te volgen is, dus vier dagen werken en één dag naar school,’ vertelt Hillebrand. ‘Dat is een bewuste keuze, omdat het vooral een vak is waarbij je niet het werkveld in kunt zonder dat je al flink wat praktijkervaring hebt opgedaan.’ Op die ene dag op school krijgen studenten behoorlijk wat theorie voor de kiezen, zoals het planten en verplanten van bomen, soortenkennis, boomveiligheidscontrole en boomonderzoek. ‘Maar daarnaast wordt er ook veel tijd besteed aan praktijkvakken zoals motorzagen en klimmen, zodat alle studenten goede basisvaardigheden aanleren.’
Gevoed vanuit twee kanten
De inhoud van de opleiding wordt gevoed vanuit twee kanten. ‘Allereerst is het ETWexamen de norm. Dit is het European Treeworker Examen, een certificaat waarmee je in heel Europa kunt werken als boomverzorger. Het is een pittig examen en veel opdrachtgevers hebben ook als eis dat een boomverzorger dit diploma in zijn of haar bezit heeft. De studenten boomverzorging moeten dus stuk voor stuk voldoen aan de eisen die daar worden gesteld,’ vertelt Hillebrand. Maar wat ook niet vergeten mag worden, is de input vanuit het bedrijfsleven. Want op die manier voldoen net afgestudeerde medewerkers ook aan de eisen die opdrachtgevers stellen. ‘Doordat we zoveel samenwerken met het bedrijfsleven, proeven we wat noodzakelijk is om toe te voegen aan de opleiding. Daarnaast hebben we sinds dit schooljaar een eigen mbo-kwalificatie, waardoor we nóg beter het onderwijs kunnen afstemmen op de wensen, behoefte en ontwikkelingen uit het bedrijfsleven,’ vertelt Hillebrand.
Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!
De tweejarige opleiding, die te volgen is in Eindhoven en Velp, speelt ook in op nieuwe (technologische) ontwikkelingen. Zo is accugereedschap in opkomst en wordt dit in de opleiding en in het werkveld steeds vaker toegepast. ‘We zien wel dat dit om de lichtere werkzaamheden gaat, zoals snoeiwerk. We maken dan gebruik van accugereedschap: het is beter voor het milieu en stiller dan gereedschap met een brandstofmotor. Voor het zwaardere werk is het gebruik van een accu helaas nog niet mogelijk en zijn we dus aangewezen op het gebruik van gereedschap met een brandstofmotor.’
Klimaatverandering
Ook de verandering van het klimaat is van grote invloed op het vak boomverzorging. Zo wordt goed nagedacht welke soort op welke plek goed tot zijn recht komt. Daarbij is de aan- en afvoer van water essentieel, zodat een boom altijd voldoende water krijgt. ‘Er worden nog altijd lanen vol eiken geplant, maar het streven is meer diversiteit. Daarom zie je steeds meer lanen waarbij diverse bomen worden aangeplant zodat je een zo lang mogelijke bloeiperiode hebt, het liefst diverse soorten die van april tot augustus bloeien. Dat is goed voor de biodiversiteit, een issue dat ook zeker in de opleiding aan bod komt,’ vertelt Hillebrand.
Het onderwijs en het bedrijfsleven kunnen in dit vak niet zonder elkaar. Dat komt ook tijdens de opleiding tot uiting, omdat wordt samengewerkt met diverse partijen. ‘We werken veel samen met gemeenten, voeren praktijklessen uit bij landgoederen en werken sinds kort samen met een gemeente waarvoor we de boomveiligheidscontrole en de hieruit voortkomende nadere onderzoeken uitvoeren,’ aldus Hillebrand.
Waar komen studenten terecht?
Het overgrote deel van de afgestudeerde studenten blijft werken voor het bedrijf waar ze ook tijdens de opleiding al werkzaam waren. Een klein percentage kiest ervoor om een eigen bedrijf te starten en het overige deel werkt bij gemeenten. Doordat gemeenten steeds meer boomverzorgers en ETW’ers in dienst nemen, neemt de kennis bij gemeenten flink toe. ‘Wel is het zo dat er soms een gat zit tussen visie en uitvoering’, zegt de opleidingscoördinator. ‘Een ETW’er wordt opgeleid om een opdracht uit te voeren, een manager of beleidsmedewerker heeft een idee en wil met de invulling verder geholpen worden. Daar zit soms wat wrijving.’ Hillebrand besluit: ‘Het schrijven van een goed bestek is essentieel, zodat opdrachtgever én opdrachtnemer weten waar ze aan toe zijn. Maar over het algemeen is het kennisniveau bij gemeenten in dit vakgebied erg goed. Er werken hele bevlogen mensen met verstand van zaken en dat is prettig werken.’
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 9, 2021). Tekst: Madelon Schepers, Yuverta