terug

Met ander boombeheer meer biodiversiteit

Gemeenten die de biodiversiteit willen versterken, gaan vaak – terecht – als eerste aan de slag met ecologisch beheer van bermen. Een volgende logische stap is ecologisch boombeheer, want bomen kunnen echt hotspots van lokale biodiversiteit zijn. Ronny Sprong, senior adviseur buitenruimte bij IPC Groene Ruimte, vertelt hoe boombeheer voor meer biodiversiteit eruitziet. 

Hoe belangrijk zijn bomen voor de biodiversiteit in een stad? 

Enorm belangrijk. Het zijn de grootste groene organismen in een stad of dorp. Een oude eik geeft alleen al boven de grond onderdak aan zo’n 140 soorten: vogels, insecten, paddenstoelen, kleine zoogdieren. Bomen voorzien namelijk heel goed in de behoefte van veel soorten. Ze bieden veiligheid, voedsel, vocht, een plek om zich voort te planten en om te verplaatsen. Met elke boom die je weghaalt, sterker nog, met elke tak die je van een boom afhaalt, beperk je die functies. Je verliest biodiversiteit, maar ook de bijdrage van de boom aan luchtzuivering, CO2-opvang, zuurstofproductie, verkoeling en wateropvang. 

Wat is een eerste stap op weg naar boombeheer met meer biodiversiteitwinst? 

Het ligt voor de hand, maar de eerste stap is om vooral heel zuinig op je oude bomen te zijn. Voor biodiversiteit heb je beter één oude boom van honderd jaar dan honderd boompjes van vijf jaar. Een gemiddelde stadsboom wordt nu slechts dertig jaar, maar een boom begint dan net te puberen! De ecologische waarde krijgt pas echt vorm als een boom zestig jaar of ouder is. Geef bomen dus vooral de kans om oud te worden. 

En wat kan de volgende stap zijn? 

Boombeheer voor meer biodiversiteit vraagt om een andere manier van denken en werken op elk niveau van de gemeentelijke organisatie. Vooral op strategisch niveau is veel winst te boeken. Daar hebben beheerders, beleidsmakers en stedenbouwers een belangrijke taak. Zij bepalen hoe de gewenste groen-blauwe structuur er in de gemeente uitziet. Waar zijn bomen noodzakelijk, bijvoorbeeld om hittestress en wateroverlast te beperken, en waar is welke biodiversiteit bepalend?


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Willen we alle functies van bomen voor biodiversiteit optimaal benutten, dan zijn brede groenstructuren nodig waarin bomen, struiken, ruigte en kruiden bij elkaar staan. Daarvan profiteren aanzienlijk meer soorten planten en dieren dan van een individuele boom in verharding. Leg je visie op bomen vervolgens vast in de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Het gaat steeds om het voeren van goed omgevingsmanagement waarin bomen een bepalende positie hebben. Dat vraagt om goed geschoolde professionals die samen met andere beheerders de groenblauwe structuur kunnen bepalen en realiseren. Het is de reden dat IPC vorig jaar startte met de opleiding European Tree Manager.

Bredere groenstructuren, is dat haalbaar in de stad? 

Aanleg van een rijkere groenstructuur zal niet overal lukken, want het vraagt om meer of ander ruimtegebruik. Niet overal past een ruime groeiplaats om een boom honderd jaar te laten worden. Zeker in bestaande wijken is de ruimte in het straatprofiel vaak beperkt. Maar maak het wel je streven. En maak duidelijke keuzes: hier kan het wel, daar niet. Vanuit andere opgaven van gemeenten voor duurzaamheid, klimaat en mobiliteit ontstaan er goede kansen. Je ziet dat auto’s meer worden geweerd en lopen en fietsen juist gestimuleerd. Dat biedt ruimte voor andere, groenere straatprofielen. Steden als Utrecht, Amsterdam en Rotterdam zijn hier al volop mee bezig. 

En hoe ziet het praktische ecologische boombeheer eruit? 

Een eerste uitdaging bij het beheer is te zorgen voor een goede groeiplaats, zowel boven- als ondergronds. Wil de boom optimaal zijn functies vervullen, dan moeten zowel boven als onder de grond natuurlijke processen kunnen plaatsvinden. Een boom heeft zelf ook biodiversiteit nodig, zoals bodemschimmels, plaagbeheersers, bevruchters en zaadverspreiders. 

Foto: Unsplash

Een tweede uitdaging is om het principe van ‘schoon, heel en veilig beheer’ om te buigen naar een planmatig beheer dat zich richt op optimale functievervulling van bomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het snoeien. Zoals gezegd, elke tak die van een boom afgaat is functieverlies. Ook dode takken, want die zijn zeer waardevol voor de biodiversiteit: dood hout lééft. Veel gemeenten hanteren nu de norm dat er per snoeironde 20 procent van een boom af moet. Het nieuwe uitgangspunt is: 0 procent eraf en alleen bij noodzakelijke randvoorwaarden maximaal 20 procent. Dat betekent bijvoorbeeld alleen takken in het wegprofiel verwijderen, en boven de groenstrook alle takken handhaven. 

Zie je dit al gebeuren in de praktijk?

Dit jaar zijn we gestart met een nieuwe serie trainingen voor boomverzorgers. We staan onder meer stil bij het snoeien volgens deze principes. Ik begrijp het wel als deelnemers dan hun hakken in het zand zetten. Ze voorzien dat hun collega’s, opdrachtgevers en -nemers en wijkbewoners het niet zullen accepteren als ze de bomen niet ‘netjes’ maken. Mijn advies is dan: begin maar eens om bomen ongemoeid te laten in een hoekje van het park. Betrek wijkbewoners en de aannemer bij deze eerste kleinschalige initiatieven. Deel de resultaten en schaal op basis van draagvlak dan verder op. 

Het is een hele omschakeling: overgaan naar boombeheer waarmee we meer biodiversiteitswinst boeken. Niet langer denken vanuit vooral schoon, heel en veilig, maar een andere kijk op bomen ontwikkelen: hoe ze eruit zien, hoe ze in de straat staan, hoe we met ze omgaan. Het is een niet te onderschatten cultuurverandering. We zitten nu midden in die transitie. Er is werk aan de winkel voor een nieuwe generatie boombeheerders. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 10, 2021). Tekst: Miranda Koffijberg, Communicatiebureau De Lynx

Foto bovenaan: Unsplash


Bekijk ook deze items