Bruggen slaan met data tussen sociaal en fysiek: leve de datacratie!
Sectoren en domeinen die langs elkaar heen werken: vrijwel geen enkele overheidsorganisatie blijft ervan gevrijwaard. Vooral het sociale en het fysieke domein kunnen er wat van. Wat kan je daaraan doen? ‘Datacratisch’ gaan werken, bepleitte Joost Barink van de gemeente Oldenzaal tijdens een webinar dat hij voor Stadswerk verzorgde.
In Oldenzaal is de arbeidsparticipatie significant lager dan het Nederlands gemiddelde. Hoe komt dat en wat kun je eraan doen? Deze vraag stelde Joost Barink tijdens het webinar aan de aanwezigen. Antwoorden varieerden van ‘zorgen voor een beter vestigingsklimaat zodat er meer werkgelegenheid ontstaat’ tot goede omscholingsprogramma’s. Voor Joost zijn het kenmerkende reacties: gedacht vanuit een bepaald domein of perspectief. Economisch, fysiek, sociaal. En ze laten zien: de beginopgave is hetzelfde en het einddoel is hetzelfde. Alleen het deel ertussenin – de aanpak – verschilt. Het lijkt evident maar toch zit hier de sleutel tot een oplossing. Een oplossing voor het probleem van langs elkaar heen werkende domeinen.
Oude visiedocumenten oprakelen
Om meer te weten te komen van beginopgaven, einddoelen, stippen op de horizon et cetera zijn visiedocumenten een rijke bron. Ook al barsten ze soms van de clichés – ‘mensen komen voor ons op de eerste plaats’ – en liggen ze soms in een diepe la. Maar juist als ze al wat belegen zijn, kan het vruchtbaar zijn om met collega’s van verschillende domeinen te kijken: wat is er nu eigenlijk van al die fraaie doelen terechtgekomen? Niet veel, is doorgaans de conclusie. Maar waarom zouden we niet een nieuwe poging doen om ze te realiseren? En dat vormt het begin van een interessante zoektocht. Een zoektocht naar gezamenlijke doelen en hoe die samen te bereiken.
Die zoektocht daalt als het ware af van de verheven, abstracte doelen naar concrete acties. Telkens worden doelen uitgeplozen: welke acties dragen het meeste bij? Dan kom je al snel terecht in de zogenoemde ‘theory of change’ van de ontwikkelingspsycholoog Howard Gartner dat eigenlijk andersom redeneert: een concrete (positieve) actie kan gevolgen hebben op een abstracter niveau of op langere termijn. Een voorbeeld: als je in de bibliotheek een voorleesmiddag houdt voor kinderen is dat een goede zaak, want het bevordert de leesvaardigheid van de aanwezige kinderen. Daarmee maak je de kans groter dat kinderen ook zelf thuis boeken gaan lezen. Mocht dat gebeuren, dan kun je dat zien als een nieuwe stap of bijkomend effect. Bekendheid met lezen vergroot vervolgens de kansen op een geschikte baan – de derde stap.
Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!
Impactdenken en leefbaarheidscirkels
Met het verbinden van deze stappen – voorleesmiddag, zelf thuis lezen, meer kans op een geschikte baan – maak je aannames; je weet immers niet zeker of die effecten daadwerkelijk optreden. Maar je komt er wel mee tot inzichten: je kunt je eigen gedachtegang helderder zien en je kunt het nader onderzoeken. Deze manier van denken heet impactdenken. En waar je dit samenhangende systeem kunt weergeven als een soort stroomschema, kan het ook verhelderend zijn om het als ‘leefbaarheidscirkel’ weer te geven, met de abstractere waarden in de kern, de concrete acties aan de buitenkant en de tussenstappen in de middenlaag.
En dan de data, het eigenlijke onderwerp van dit webinar, hoe komen die in het verhaal? Nou, heel simpel: je kunt er heel veel verbanden mee onderzoeken en na verloop van tijd ook effecten meten van de in gang gezette acties. Precies wat aan de orde kwam bij de vraag aan het begin: wat kun je doen om de arbeidsparticipatie in Oldenzaal te verhogen?
En hoe verzamel je die data? Kieper gewoon alle denkbare databanken om, uit alle domeinen. Neem het ruim, bekommer je niet om de vraag of het de juiste datasets zijn, geeft Joost het publiek mee. Precies wat ze in Oldenzaal hebben gedaan. Uit de verkregen berg met data is een selectie gemaakt, ouderwets uitgeprint en op een prikbord vastgepind, op een centrale plek in het gemeentehuis. Aan collega’s uit verschillende domeinen is gevraagd: wat zie je door de oogharen als je naar dit prikbord kijkt, wat zijn de patronen, wat valt je op? Dat levert inzichten en accenten op die houvast geven voor het bepalen van de stappen en verbanden van de leefbaarheidscirkel. Plannen en verbanden waar alle domeinen in worden meegenomen, want de input is ook zo tot stand gekomen. En voilà, je hebt ‘datacratisch’ gewerkt om beleidsdomeinen te verbinden. Daar komt geen hogere wiskunde bij kijken. Iedereen kan hier direct mee aan de slag.
Andere voorbeelden en websitetips
De gemeente Oldenzaal heeft echt de smaak te pakken met de datacratie in wording, maar er zijn natuurlijk meer gemeenten die dit pad verkennen. Den Haag is wel een van de meest toonaangevende op dit vlak. De website denhaagincijfers.nl presenteert op wijkniveau overzichtelijk en toegankelijk voor iedereen alle leefbaarheidsindicatoren op basis van data. Een laatste websitetip van Joost voor wie de datacratie lonkt: www.waarstaatjegemeente.nl.
Het bevat een schat aan informatie over iedere gemeente, zo voor het grijpen. Je zou haast zeggen: leve de datacratie! Het webinar ‘Data als verbinding tussen fysiek en sociaal’ werd gehouden op 6 juni 2024 en is terug te zien voor Stadswerkleden die inloggen op www.stadswerk.nl
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 5, 2024). Tekst: Michiel G.J. Smit, Redactie Stadswerk Magazine.