terug

Aanpak van hittestress in Nederland

Water op straat, dat is vaak het beeld op het journaal om de klimaatverandering zichtbaar te maken. Dit artikel geeft handvatten voor de aanpak van hittestress, een van de vier speerpunten voor klimaatadaptatie. Vooral gemeenten kunnen hiermee aan de slag. 

Aanpak van hittestress
Foto: Pixabay

Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen zijn druk met de klimaatverandering. Wat zijn zwakke schakels voor wateroverlast, hitte, droogte en overstroming? Hiervoor worden stresstesten uitgevoerd en risicodialogen doorlopen. Alle partijen gaan aan de slag met de uitvoeringsagenda en iedere zes jaar wordt de koers geijkt. Net zo lang tot Nederland in 2050 klimaatbestendig is.

Bovenstaand klinkt eenvoudig. Ik merk echter dat de belangrijkste actoren, gemeenten en waterschappen, op zoek zijn naar een slimme invulling van de verplichtingen en de samenhang hierin uit het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Klimaatverandering is lastig voorspelbaar, raakt aan veel werkvelden (van water en riolering tot ruimtelijke inrichting, van milieu en duurzaamheid tot mobiliteit) en vraagt in veel gevallen om een aanpak die het beheergebied overschrijdt.

Kaders voor hittestress

De effecten van wateroverlast zijn tastbaar en kaders zijn eenduidig te stellen. Bijvoorbeeld geen water ín de woningen en minder dan 20 centimeter water op een doorgaande weg. Het thema ‘hittestress’ is lastiger vatbaar. De zomer van 2018 heeft zeker bijgedragen aan bewustwording van overlast door hitte, maar vaststellen van een kader blijft voor overheden nog maatwerk. Bovendien is de thematiek breed. We hebben het over de impact van lange, hete periodes op onder meer:

  • Bewoners (gezondheidsproblemen, extra sterfte onder ouderen, slaapstoornissen)
  • Werknemers (verminderde arbeidsproductiviteit)
  • Natuur (toename natuurbranden, toename exoten en onkruid)
  • Infrastructuur (uitzetten van bruggen en rails, smelten asfalt)

Hoe krijgen we dan toch voldoende inzicht om een risicodialoog te voeren en maatregelen op de uitvoeringsagenda te zetten? Belangrijk is dat we niet moeten en ook niet hoeven te wachten. Met modellen is de impact van hittestress voor een stad, dorp of wijk op maat te genereren. Met hetzelfde model is vervolgens het effect van maatregelen op hittestress te verkennen. Welke impact heeft bijvoorbeeld vergroening van een wijk op de gevoelstemperatuur, het aantal tropische nachten, de opwarming van oppervlaktewater of beweegbare bruggen? Tip: ga hierover ook in gesprek met de lokale GGD of GHOR.

Door een aantal scenario’s te verkennen ontstaat inzicht in wat wel en niet bijdraagt aan de aanpak van hittestress. Dat is mijns inziens onontbeerlijk voor het voeren van de juiste discussies in de risicodialogen en het prioriteren van de uitvoeringsagenda.

Juiste balans

De urgentie is daar, in 2019 moeten alle overheden de klimaatstresstesten hebben uitgevoerd. Om adequaat invulling te geven aan de klimaatopgave is het essentieel de juiste expertise samen te brengen vanuit diverse afdelingen én deze mensen op een doelmatige wijze te laten ‘sparren’. De juiste balans tussen inhoud, proces en interactie is nodig om in 2020 tot een succesvolle en concrete uitvoeringsagenda voor klimaatadaptatie te komen.

Om hittestress, in de samenhang met de andere klimaatthema’s, beheeropgaven en ruimtelijke opgaven behapbaar te maken, zijn er in mijn ervaring vier sleutelfactoren:

  1. Een breed speelveld uitzetten. De Omgevingswet biedt overheden de mogelijkheid om het speelveld breed te houden, door alleen hoofdlijnen en doelstellingen op te nemen voor het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied. Binnen deze kaders kunnen overheden dan zelf plannen maken en maatschappelijke partners uitnodigen om met ideeën voor klimaatadaptatie te komen.
  2. Drie vuistregels. Klimaatadaptatiemaatregelen staan niet op zichzelf. Ze overlappen ruimtelijk en in de tijd met andere opgaven. Het is zaak om goed na te denken over de programmering van maatregelen, vanuit drie vuistregels:
    • Combineer in beheer 
      • In de openbare ruimte vanuit vervangingsopgaven voor wegen, riolering en andere infrastructuur
      • In de private ruimte door maatschappelijke partners bewust te maken van hun eigen verantwoordelijkheid en te prikkelen tot eigen initiatief
    • Geef klimaatadaptatie een volwaardige plek bij nieuwbouw en herstructurering 
    • Los restopgaven op met doelgerichte en flexibele maatregelen, die iedere zes jaar zijn bij te sturen
  3. Monitoring en visualisatie. Om onzekerheden weg te nemen, is het zaak de juiste data te vergaren en ontsluiten. De gemeentelijke informatiesystemen zijn een belangrijke basis, aangevuld met metingen, satellietbeelden en open databronnen. In het kader van ‘smart cities’ zijn nieuwe sensoren ontwikkeld voor het meten van luchtkwaliteit, temperatuur en luchtvochtigheid, in te zetten als ‘remote sensing en early warning’. Waarnemingen en belevingen van burgers en bezoekers spelen een grote rol. Deze data zijn steeds beter te verzamelen (crowd sensing en apps gekoppeld aan Social Hubs). Het voor iedereen toegankelijk maken van deze informatie draagt bij aan de bewustwording.
  4. De ingezette koers toetsen. De voorgaande stappen leveren een schat aan data en informatie op. De verkregen inzichten worden gebruikt bij het nemen van besluiten (datagedreven werken). In overleg met betrokkenen wordt de koers getoetst. Het speelveld is hiermee herijkt, waarmee de cirkel rond is.

 

Klimaatbestendig in 2050

Om de doelstelling voor 2050 inderdaad te behalen, worden nu de stappen gezet. Over zes jaar bepalen we of we op koers liggen en of deze koers de juiste is. Door tussentijds de samenhang en de juiste gesprekspartners te blijven zoeken, blijven we ons continu aanpassen aan de actuele inzichten. We doorlopen gezamenlijk de plan-do-check-act-cyclus, net zo lang tot de ruimtelijke inrichting van Nederland in 2050 daadwerkelijk klimaatbestendig is!

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 6, 2019). TEKST: Benno Steentjes, Antea Group


Bekijk ook deze items