De Gezonde Stad Index 2021
De Gezonde Stad Index 2021 vergelijkt twintig gemeenten op het gebied van gezondheid. Onderzocht is hoe hun fysieke omgeving bijdraagt aan gezondheid. Groningen blijkt het gezondst, Nijmegen staat op nummer 2 en Maastricht op nummer 3. Alle onderzochte steden kunnen echter door maatregelen in de fysieke ruimte meer bijdragen aan gezondheid.
Onze wereld verandert sneller dan ooit tevoren. Wereldwijd blijven mensen massaal naar stedelijke centra trekken. De manier waarop steden worden gepland, gebouwd en geëxploiteerd, speelt een fundamentele rol bij hoe gezond we zijn, als individu en als gemeenschap. Steeds meer internationaal en nationaal onderzoek toont dit aan. Toch lijkt die wetenschappelijke kennis maar moeizaam zijn weg te vinden naar de praktijk. Zelfs binnen gemeentelijke organisaties komen de kennis van gezondheid en die van de inrichting van steden nauwelijks bij elkaar. Hoeveel ambtenaren van de Dienst Stadsontwikkeling praten bijvoorbeeld regelmatig met hun collegae bij de GGD’s?
Twintig steden vergeleken
Waar we wonen, werken en spelen bepaalt dus voor een belangrijk deel hoe gezond we zijn. De World Health Organization (WHO) definieert de Gezonde Stad als: ‘een stad die voortdurend die fysieke en sociale omgevingen creëert en verbetert en die gemeenschapsbronnen uitbreidt, waardoor mensen elkaar wederzijds kunnen ondersteunen bij het uitvoeren van alle functies van het leven en het ontwikkelen van hun maximale potentieel’. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzocht in 2016 wat professionals onder een ‘Gezonde Stad’ verstaan. Ze clusterden de lange lijst aan kenmerken die dit opleverde onder ‘sociale kenmerken’, ‘beleid’, ‘cultuur’ en ‘fysieke inrichting’.
Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!
De Gezonde Stad Index vergelijkt bij twintig steden de bijdrage die hun fysieke inrichting levert aan gezondheid. De vergelijking heeft plaatsgevonden op basis van datasets van onder andere het CBS, het RIVM, de GGD en kennisplatform CROW, welke zijn gekoppeld aan de RIVM-kenmerken. Deels zijn GIS-analyses uitgevoerd (bijvoorbeeld om de afstand tot voorzieningen te bepalen). De resultaten zijn samengevat in vijf brede domeinen: Gezonde Gebouwde Omgeving (ruim, schoon, voldoende voorzieningen, afstand tot zorg), Gezonde Mobiliteit (fietsen, wandelen, openbaar vervoer, verkeersveiligheid), Gezonde Buitenruimte (gebruiksgroen, speelplekken, luwtes, groene omgeving), Gezond Milieu (fijnstof, stikstof, geluid, hittestress) en Gezonde Gemeenschap (veilig gevoel, stressherstel, beweging, ontmoeting).
Groningen de gezondste stad
Groningen komt als beste uit de vergelijking. Al in 1777 hield de medicus Wouter van Doeveren een academische redevoering over de gunstige gesteldheid van Groningen. Steeds als de stad door een pandemie werd geteisterd, paste zij haar fysieke omgeving aan om toekomstig leed te voorkomen. In 1872 verscheen het ‘Handboek der Openbare Gezondheidsregeling’ welke de aanzet vormde voor een gezonder ingerichte stad. Een ander belangrijk moment vond plaats in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Wethouder Max van den Berg (PvdA) liet destijds de Doelstellingennota Binnenstad opstellen. De leefbaarheid van de stad kwam voorop te staan. Niet automobilisten maar fietsers en wandelaars domineren sindsdien het centrum. Ook in de huidige tijd voert de stad Groningen gericht beleid op gezondheid. Zo heeft de stad een ‘Healthy Ageing Visie’. Hierbij staan actief burgerschap, bereikbaar groen, actief ontspannen, gezond verplaatsen, gezond bouwen en gezonde voeding centraal. De kracht van Groningen zit hem ook in de korte lijnen tussen gemeente, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Het is dan ook niet toevallig dat in 2019 aan de Hanzehogeschool een lector Gezonde Stad is aangesteld.
Wat kunnen we leren?
De top-3 steden laten zien dat het werkt wanneer je, op basis van een visie op en doelen voor een gezonde fysieke omgeving, consequent en over een langere periode beleid voert en de stad bestuurt. Maar het moet zeker niet bij beleid alleen blijven; implementatie in de praktijk is net zo belangrijk. Er is daarbij een breed pallet aan maatregelen beschikbaar. Belangrijk is een helder programma van eisen – met daarin gezondheid als duidelijk onderdeel. Werk met ‘evidence based design’, waarbij met computersimulaties wordt aangetoond dat bijvoorbeeld hittestress daadwerkelijk zal afnemen, demografische data aantonen welke doelgroep(en) bediend moet(en) worden en/of Geografische Informatie Systemen (GIS) worden ingezet om te kijken of daadwerkelijk meer kinderen dicht bij speelvoorzieningen komen te wonen. Betrek ook de burgers zelf zo vroeg mogelijk.
Tot slot
De Gezonde Stad is geen status quo; wij moeten voortdurend haar fysieke en sociale omgeving blijven verbeteren. De uitslag van dit onderzoek is dan ook relatief; zelfs de best gerangschikte steden kunnen gezonder worden. De Omgevingswet, die naar verwachting volgend jaar in werking treedt, zet daar ook nadrukkelijk toe aan. Overheden moeten bij het ontwikkelen van gebieden zo vroeg mogelijk nadenken over het realiseren van een gezonde fysieke leefomgeving. Zij kunnen eigen gezondheidsambities vastleggen en uitwerken in verschillende instrumenten van de Omgevingswet, zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan.
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 2, 2021). Tekst: John Boon, Arcadis