Drones: de openbare ruimte gaat de lucht in
Nederland gaat nu echt de leefomgeving in 3D gebruiken. Nieuwe Europese regelgeving voor het gebruik van drones maakt tal van toepassingen mogelijk, vanaf maaiveld tot 150 meter voor lokaal verkeer en in de toekomst tot 300 meter voor transitverkeer. Wat betekent dit voor het vakgebied van de openbare ruimte?
Vanaf januari 2021 gelden er in heel Europa dezelfde regels voor het gebruik van drones. De lidstaten hebben nog wel de bevoegdheid om lokaal wetgeving in te regelen rondom bijvoorbeeld no-flyzones. Tegelijkertijd staat de technologie niet stil. Drones worden lichter, stiller, goedkoper en krijgen meer mogelijkheden om sensoren mee de lucht in te nemen en kunnen zwaardere lading vervoeren. Het is niet meer de vraag óf maar wanneer drone-vervoer van goederen en personen echt van de grond komt.
Technologie ontmoet regelgeving
Gemeenten en provincies die voorlopen in het denken over de invloed van drones op de leefomgeving zijn het met elkaar eens: het gebruik ervan is een schoolvoorbeeld van nieuwe technologie die klassieke wet- en regelgeving ontmoet. Dat is geen nieuw fenomeen. Eind negentiende eeuw werd de opkomst van de automobiel geremd door regelgeving die was ontworpen voor door stoom aangedreven machines. De snelheid van de automobiel werd daardoor flink verlaagd door de ‘man met de rode vlag’ die volgens de wetgeving voorop moest lopen. En dat gevoel leeft nu weer. Drone-bedrijven staan wereldwijd in de startblokken om diensten te leveren waar het publiek nu nog geen weet van heeft. Alleen houdt de nationale implementatie van Europese regelgeving het gewenste tempo van de industrie en ondernemers tegen.
Een nieuw gemeentelijk domein
Alle uitdagingen op het gebied van regelgeving worden uiteindelijk wel opgelost. Zoals het uitvoeren van vluchten met drones op lange afstand buiten het zicht van de piloot. Of het toestaan van meerdere drone-vluchten tegelijk in zones rond luchthavens. Een grotere uitdaging is om Nederlandse gemeenten op het juiste kennisniveau te krijgen van deze ontwikkelingen. Want gemeenten hebben het luchtruim nog nooit als integraal onderdeel gezien van de openbare ruimte. Dat was ook niet nodig omdat het gebruik van het luchtruim letterlijk een hoog-over-activiteit was. Slechts op enkele plaatsen in Nederland komt de bemande luchtvaart aan de grond. De drones zullen op een veelvoud aan plaatsen verticaal stijgen en landen. Zowel in landelijk als verdicht stedelijk gebied. Een forse toevoeging aan dossiers die nu al complex zijn, zoals het opstellen van beleid voor mobiliteit en de omgevingsvisie.
Geen toekomstmuziek
Het gebruik van drones is geen toekomstmuziek. Er zijn genoeg serieuze ontwikkelingen zoals in Rotterdam, Enschede en Amsterdam. Drones worden nu al volop ingezet in de Rotterdamse haven. Inspecties aan schepen en terminals zijn efficiënter, veiliger en genereren meer data. De ambitie van de wereldhaven stopt daar niet. Binnenkort start het Havenbedrijf een proef met een U-Space prototype, bedoeld om de systemen en de procedures in te regelen die het tegelijkertijd autonoom vliegen van meerdere drones in hetzelfde gebied mogelijk maakt. Verder ziet de gemeente Rotterdam een grote toename van het gebruik van de apparaten bij film- en videoproducties. Een mooie ontwikkeling waardoor de architectuur van Rotterdam vaker wereldwijd in beeld komt. Zoals met de drone-beelden van het Eurovisie Songfestival in 2021.
In de gemeente Enschede zet het Innovatiecluster Space53 zich in voor drone-innovaties. De kennisinstellingen besteden daarbij zorg aan maatschappelijk geaccepteerde inbedding van de technologie in de stad. Naar het motto van de Universiteit Twente: High Tech, Human Touch. Space53 is er ook een fysieke testlocatie voor drone-toepassingen van de toekomst. Zoals de Thunderbird- drone van het Drone Team Twente, voor inzet door hulporganisaties in afgelegen gebieden wereldwijd. De 3D-geprinte buitenkant zorgt voor een duurzaam en tegen lage kosten te repareren apparaat.
Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!
De gemeente Amsterdam heeft een binnenstedelijk fieldlab ontwikkeld, samen met andere overheden en het bedrijfsleven. Hierbij wordt onderzocht hoe een drone vooruit zou kunnen vliegen naar een brand in de binnenstad. Omdat deze eerder aankomt dan de brandweerwagen kan er een realtime thermisch beeld van de situatie ter plaatse via een 5G livestream gedeeld worden met de hulpdiensten. Hiermee richt het zich op toepassingen met maatschappelijke meerwaarde.
Drone Netwerk Gemeenten
Acht Nederlandse gemeente hebben zich verenigd in een ambtelijke samenwerking: het Drone Netwerk Gemeenten. Onderling delen zij kennis. Hoe vlieg je als gemeente zelf verantwoord met drones? Waar heeft een gemeente nog zeggenschap over als we niet over de Luchtvaartwet gaan? Wat zijn nuttige toepassingen? Door de samenwerking wordt voorkomen dat bij meerdere gemeenten hetzelfde wiel wordt uitgevonden. Doordat de gemeenten samenwerken is de samenwerking met andere belanghebbenden ook efficiënter. Zoals met de VNG, provincies, het ministerie van IenW en de Drone Council Nederland. In de ideale situatie neemt de VNG het stokje over op het thema drones en Urban Air Mobility. Bij voorkeur in een van de bestaande commissies over mobiliteit.
Hugo Geerlings, Samenwerkingsverband HLT (Hillegom, Lisse Teylingen), over drones:
Wij hebben als gemeente zelf een team dat met drones vliegt: het Regionaal Droneteam Bollenstreek. We vliegen ermee als ondersteuning bij het landmeten. Maar we worden nu ook al gevraagd door hulpdiensten en buurgemeenten. Het apparaat maakt nieuwsgierig en opent de deur voor nieuwe samenwerkingen.
Elsbeth Raedt, Gemeente Heerlen, over drones:
De grensregio Aken-Heerlen vormt één grote stedelijke agglomeratie. Er wordt letterlijk samengewerkt over de grens. Bijvoorbeeld rond het onderzoek naar de kansen en uitdagingen van een droneroute tussen de ziekenhuizen van Aken en Heerlen, met name op het vlak van mogelijk beperkende wet- en regelgeving. Wij vragen dus aandacht voor experimenteerruimte in grensgebieden.
Ronald Westerhof, Gemeente Apeldoorn, over drones:
In Apeldoorn ligt ons accent op veiligheid. Binnen de G40 Smart Cities en de Impactcoalitie Safety & Security zien wij vragen rondom drones steeds vaker. Zoals over drones bij evenementen voor crowd control, de inzet ervan op de Veluwe door de Veiligheidsregio bij de vroegsignalering van natuurbranden, of de vraag hoe drone-detectie georganiseerd kan worden.
Wille-Anne van ’t Zelfde, Gemeente Molenlanden, over drones:
Onze molens in Kinderdijk zijn wereldberoemd. Wat veel bezoekers niet weten is dat de molens bewoond worden door gezinnen. Regelmatig een drone voor een keuken- of slaapkamerraam is een inbreuk op de privacy en levert stress op. Als gemeente zouden wij graag ons Werelderfgoed door het ministerie laten aanwijzen als een no-flyzone. Alleen is dat verzoek nog niet positief beantwoord.
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 6, 2022). Tekst: Martijn Peltenburg, Gemeente Rotterdam; Joshua Serrao, Gemeente Amsterdam; Wouter Asveld, Gemeente Enschede