terug

Ecologisch beheer van watergangen: hoe dan?

Het waterbeheer staat voor grote opgaven. Een ervan is het bijdragen aan biodiversiteitsherstel. De overgang van water naar land is een belangrijk leefgebied. Veel watergangen worden beheerd onder het motto ‘strak, kort en netjes’. En dat is een ramp voor flora en fauna. Hoe wordt het beheer van watergangen ecologisch? 

Nederland is rijk bedeeld met watergangen: 330.000 kilometer aan sloten en 6.500 kilometer aan vaarten en kanalen. Het beheer en onderhoud van deze watergangen is erop gericht Nederland te voorzien van niet te veel en niet te weinig oppervlaktewater, als het even kan van goede waterkwaliteit. De waterkwaliteitsdoelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water, die Nederland in 2027 bereikt dient te hebben, zijn echter voor veel wateren op deze termijn niet in zicht. Daarnaast zijn de afmetingen van watergangen er altijd primair op gericht geweest zoveel mogelijk water te kunnen afvoeren in zo min mogelijk tijd. Dit resulteerde in rechte watergangen met een strak gehouden doorstroomprofiel. Intensief beheer, veelal jaarlijks terugkerend, is dan noodzakelijk. 

De watergang als habitat 

De overgang van water naar land maakt de watergang een geschikt leefgebied voor talloze plant- en diersoorten. Een exact soortenaantal is vooralsnog niet bekend, maar het gaat om honderden soorten. Zo biedt een droog, zonbeschenen talud een nesthabitat voor sommige bijensoorten. Ze is ook de leefomgeving voor planten zoals lisdodde, grote egelskop en pijlkruid, die daarmee bijvoorbeeld de uitsluiphabitat vormen van libellensoorten. Deze moeraszone wordt ook wel de snor of baard van een watergang genoemd. Het natte profiel, het watervoerende deel van de watergang, biedt weer een thuis voor veel vissoorten en drijvende en ondergedoken waterplanten. 

Ecologisch beheer van watergangen is een balanceeract tussen veiligheid, economie en natuur. Veiligheid draait om het aan- en afvoeren van water in watergangen. Dit speelt bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden langs of in een watergang een rol. Daarnaast speelt uitvoerbaarheid van onderhoudswerkzaamheden en dus economie een rol: per waterschap gaat het vaak om duizenden kilometers watergang die in onderhoud zijn. Ondanks het meewegen van veiligheid en economie, is het in veel watergangen zonder veel meerkosten goed mogelijk om de teugels te laten vieren en ruimte te laten aan natuurlijke processen. 

Nieuwe standaard voor ecologisch beheer 

Bij veel gemeenten is ecologisch(er) beheren van watergangen al een thema. Zo heeft de gemeente Lansingerland samen met het Hoogheemraadschap Delfland stapsgewijs natuurlijker beheer doorgevoerd. Om te voorkomen dat elke opdrachtgever het wiel van ecologisch beheer opnieuw uitvindt, hebben De Vlinderstichting en Groenkeur een nieuwe standaard ontwikkeld voor ecologisch beheer van watergangen. Dit in de vorm van een keurmerk voor aannemers, waar opdrachtgevers zoals waterschappen en gemeenten om kunnen vragen bij aanbestedingen. Het keurmerk heet Kleurkeur Blauw. Dit vormt een vervolg op de in 2019 geïntroduceerde standaard voor bermen en groenstroken. Bij het ontwikkelen van keurmerk zijn diverse waterschappen, een gemeente, Sportvisserij Nederland, RAVON en FLORON betrokken. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Het nieuwe keurmerk heeft een aantal uitgangspunten. Het belangrijkste is biodiversiteit stimuleren, met oog voor veiligheid en economie. Het beheer biedt ruimte voor maatwerk en gaat uit van de habitatbenadering. Allereerst dient er bij een keurmerkproject een beheerplan te worden opgesteld, waarin opdrachtgever en opdrachtnemer onderling afspraken maken over de wijze van uitvoering. 

Daarbij is het de taak van de opdrachtgever om zo volledig mogelijk alle relevante informatie aan te dragen, over bijvoorbeeld de ecologische uitgangssituatie en de doelstellingen voor een bepaald watersysteem, zodat de opdrachtnemer op basis daarvan een beheerplan kan schrijven. Het betrekken van een ecoloog bij het opstellen hiervan is verplicht. Dit beheerplan wordt samen met de opdrachtgever jaarlijks geëvalueerd. 

Een belangrijke pijler onder ecologisch beheer is gefaseerd beheer. Dit betekent dat het maaien van talud, snor en nat profiel in ruimte en tijd in fasen gebeurt. Per maaibeurt dient in de snor en op het talud 15-50 procent van het areaal onder Kleurkeur ongemaaid te blijven op kleine schaal, met maximaal 500 meter afstand tussen de overstaande delen. Dit omdat talloze diersoorten, zoals sommige onderwaterfauna, grootschalig beheer niet overleven. In het natte profiel van de watergang wordt waar het kan gefaseerd gemaaid en dan blijft 10-25 procent ongemaaid per maaibeurt. 

Standaard omarmd 

Kleurkeur is in een korte tijd populair geworden. Sinds 2019 is het al in ruim 100 aanbestedingen opgenomen. Ruim 2.000 mensen van zowel aannemers als opdrachtgevers hebben een cursus gevolgd. De eerste cursisten voor Kleurkeur Blauw zijn inmiddels ook opgeleid en het is nu wachten op het maaiseizoen, zodat bedrijven zich kunnen laten certificeren. Zonder projecten kun je niet laten zien dat je tot een juiste uitvoering komt. Zo’n nieuwe standaard kan spannend zijn, daarom is samen met de huidige aannemer een pilot draaien een probaat middel om de uitvoering in deze fase te verkennen. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 4, 2024). Tekst: Dick Oosthoek, Groenkeur
& Anthonie Stip, Vlinderstichting.


Bekijk ook deze items