Frisse scholen kiezen voor duurzame warmte
Scholen en stadswarmte. Het is een combinatie die steeds vaker voorkomt in Nederland. Scholen zonder gas leveren een bijdrage aan de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Hoe werkt dat in de praktijk?
Nederlandse scholen worden steeds vaker ‘fris’. Dat wil zeggen: ze besparen energie, verlagen de CO2-uitstoot en zijn minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. Tegelijkertijd is het binnenmilieu van een frisse school gezond. Klaslokalen hebben dan voldoende ventilatie en een goede luchtkwaliteit, zonder dat het in de winter te koud of in de zomer te warm is. En ook licht en geluid zijn goed geregeld.mDe Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
stimuleert Nederlandse onderwijsinstellingen om te transformeren tot zogenoemde frisse scholen. Een gezond
binnenmilieu vermindert gezondheidsklachten en ziekteverzuim van leerlingen en personeel, en verbetert
hun welzijn en prestaties. Daarnaast levert een energiezuinige, gezonde school een maatschappelijke bijdrage
aan een duurzame stad. De ontwikkeling van nieuwe frisse scholen en de verduurzaming van bestaande gebouwen
passen bovendien in de trend richting klimaatneutrale bouw. In 2020 moeten gebouwen met een onderwijsfunctie praktisch energieneutraal zijn.
Een duurzame maatregel die bij steeds meer scholen in beeld komt, is een aansluiting op stadswarmte. Zo staat
Basisschool Houthaven in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt bekend als frisse én klimaatneutrale school.
De school is, net als de woningen in de wijk, aangesloten op het stadswarmtenet voor warm water en verwarming. De warmte komt vrij bij de opwekking van elektriciteit uit afvalverbranding van het Afval Energie Bedrijf
(AEB) in Westpoort. Ook scholen in onder meer Rotterdam, Lent, Ede en Arnhem – en universitaire medische centra zoals het LU MC en VU MC – maken gebruik van stadsverwarming. Daarmee kunnen ze de CO2-uitstoot terugbrengen met soms wel tachtig procent ten opzichte van verwarming met een gasgestookte cv-ketel.
Scholen en duurzaamheidsdoelstellingen
Basisschool De Verwondering in Lent, nabij Nijmegen, maakt sinds augustus 2014 gebruik van stadsverwarming.
De warmte is afkomstig van afvalenergiecentrale ARN in Weurt, waar afval uit Nijmegen en omstreken wordt verbrand. Met het warmtenetwerk van Nijmegen is in 2016 6.869 ton CO2-uitstoot vermeden. Dit staat gelijk aan de uitstoot die vermeden zou worden met 68.700 zonnepanelen.
Jan Willem Helmink, directeur van De Verwondering, draagt met zijn school graag bij aan de duurzaamheidsdoelstellingen die gemeenten voor het onderwijs hebben.
‘We combineren de aansluiting op het warmtenet met extreem goede isolatie. In juni plaatsen we zonnepanelen
op ons dak. En een groot deel van ons gebouw is al recyclebaar.’
Veilig verwarmen
Harrie van der Wielen, businessmanager bij Nuon, begrijpt dat scholen graag overstappen op stadswarmte.
‘Voor scholen is onderhoud aan het gebouw natuurlijk geen corebusiness. Vaak regelt een conciërge dit, of de
school sluit onderhoudscontracten af. Met stadswarmte is dat geregel verleden tijd: het beheer en onderhoud
zijn in handen van Nuon, zodat scholen er geen omkijken meer naar hebben.’ Volgens Helmink past het stadswarmtesysteem heel goed bij de dagelijkse praktijk van zijn school. ‘We regelen de warmte vanuit een centraal punt in het schoolgebouw, en kunnen de temperatuur voor elke ruimte apart bepalen. Dat is ideaal voor de manier waarop wij het gebouw voor onze lesmethode hebben ingericht.’ De Verwondering werkt met grote leerpleinen, waar verschillende groepen samen leren. Daarnaast zijn er kleinere ruimtes voor instructies aan kleinere groepen. Het kan daardoor voorkomen dat ruimtes leeg zijn, en dus niet of minder verwarmd hoeven te worden. Helmink:
‘Met een online programma kunnen we per ruimte zien hoe hoog de temperatuur is. Én we kunnen de temperatuur
zo nodig direct aanpassen.’ Van der Wielen vertelt dat stadswarmte voor scholen ook een heel veilige manier is van verwarmen. Met een stadswarmte-installatie is er geen kans meer op gaslekken, gasexplosies of koolmonoxidevergiftiging. Door de afwezigheid van cv-ketels is ook de kans op brand kleiner.
In De Verwondering registreert de luchtbehandelingsinstallatie bovendien het CO2-gehalte in de verschillende
ruimtes. Is het gehalte te hoog, dan gaat de mechanische ventilatie draaien. Zo verdwijnen uitgeademde lucht, ziektekiemen, allergenen, fijnstof en vocht, en blijft het binnenmilieu dus fris en gezond.
Bewuste kinderen en ouders
De juffen en meester van De Verwondering vinden het heel belangrijk om op school voldoende aandacht te schenken aan duurzaamheid. De school organiseert regelmatig themaweken over duurzaamheid, vertelt Helmink. ‘Wat is duurzaamheid? En wat is stadswarmte precies? Wat moet er gebeuren voordat je een gebouw kunt aansluiten op het warmtenetwerk? Dat zijn allemaal vragen die juffen en meesters dan met hun leerlingen bespreken.’
Van der Wielen denkt dat dergelijk bewustzijn essentieel is om scholen – en wellicht ook ander vastgoed, waaronder
woningen – te verduurzamen. ‘Als je de kinderen enthousiast krijgt, slaat het over op hun ouders. En leeft
het onderwerp eenmaal, dan willen mensen zich eerder inzetten voor verduurzaming. Wie weet gaan mensen
dan thuis ook duurzame maatregelen nemen. En de waarde van die inzet om gemeentelijke klimaatdoelstellingen
te behalen, is niet te onderschatten.’