terug

Gezondheid in nieuwe woongebieden: Hoe komt het terug in BuitenStad, Hoorn?

Bij het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe woonwijken kun je de laatste inzichten en maatschappelijke bewegingen meenemen. Aandacht voor gezondheid is duidelijk zo’n beweging. Hoe hebben ze dat gedaan bij het nieuwe woongebied BuitenStad in Hoorn? Stedenbouwkundige Tibor Kis en landschapsarchitect Sander Rombout vertellen erover. 

Groen is misschien wel het eerste waar je aan denkt bij gezonde woongebieden, maar het staat nooit op zichzelf. ‘Je ziet overal in Nederland groene woonwijken verrijzen’, zegt Tibor Kis, architect en partner bij SVP Architectuur en Stedenbouw en betrokken bij de ontwikkeling van BuitenStad. ‘Dat groene karakter springt in het oog, maar wordt in veel gevallen mogelijk gemaakt door iets wat je in zekere zin juist niet ziet: een onderliggend concept gericht op duurzame mobiliteit. Door bijvoorbeeld goede ov-bereikbaarheid en het faciliteren van deelmobiliteit kun je de parkeernormen zo laag mogelijk houden. Daardoor zijn er minder geparkeerde en rijdende auto’s in het gebied en kun je meer ruimte bieden aan groen.’ 

Ook BuitenStad in Hoorn (circa 600 woningen) is zo’n nieuw woongebied met een uitgesproken groen karakter, wat ook wordt uitgedragen met citaten als ‘Elegante gebouwen op een “tapijt” van groene hoven’, en ‘Groene buitenruimte voor iedereen, geen auto’s in beeld’. En ook hier is mobiliteit de drijvende kracht geweest, legt Tibor uit. ‘Het station van Hoorn ligt vlakbij en doorgaande buslijnen stoppen er, dus de uitgangspositie is al goed. En door goed naar de huishoudenssamenstelling voor deze stedelijke woonwijk te kijken – veel kleinere huishoudens – kun je de parkeernorm nog wat verder omlaag schroeven. Daardoor konden we ook uit de voeten met het ontwerpprincipe “al het parkeren uit het zicht”.’ 

Stedelijk én groen? 

Stedelijk wonen in een uitgesproken groene woonwijk – het lijkt een contradictie. ‘Maar stedelijkheid gaat over meer dan de verschijningsvorm’, merkt Sander Rombout terecht op. Hij is landschapsarchitect en creatief directeur bij Copijn Landschapsarchitecten. ‘Stedelijkheid gaat vooral over mensen die relatief dicht op elkaar wonen en, mede daardoor, relatief veel samen doen, een hoge mate van collectiviteit hebben. Het kan dus zijn dat er ondanks het vele groen een hoge, “stedelijke” dichtheid is zoals bij BuitenStad.’ 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Hoe komt die collectiviteit uit de verf bij BuitenStad? Sander: ‘We hebben met onze partners nadrukkelijk ingezet op onderlinge nabijheid van voorzieningen en het optimaal verweven van verplaatsingspatronen. Dat is belangrijk, want van nature neigt dit type gebiedsontwikkeling naar “campusvorming”: een verzameling grote, maar ver uit elkaar staande gebouwen met weinig interactie.’ 

Collectiviteit wordt ook bevorderd doordat het ontwerp een open structuur heeft, onder meer bij de overgang van privégroen naar openbaar groen. Tibor: ‘Zodra je je woning uitloopt, kom je een “doorwaadbaar” landschap binnen; het groen houdt niet op bij je tuin.’ Sander geeft nog een ander voorbeeld van hoe je met groen een collectieve levensstijl kunt bevorderen. ‘Als etagewoningen een gemeenschappelijke tuin hebben, zorg er dan voor dat die voor iedereen op dezelfde manier toegankelijk is, via de hoofdentree. Daarmee voorkom je dat bewoners van de begane grond zich de tuin onbewust toe-eigenen. En het voorkomt gekissebis: moeten de onderburen niet meer afdragen aan de VVE? Zij hebben veel meer aan de tuin dan wij.’ 

En de gezondheid? 

Nog even terug naar de hamvraag: wat betekent dit nu allemaal voor de gezondheid? Sander: ‘Je kunt op verschillende manieren naar gezondheid kijken. Bijvoorbeeld in termen van luchtkwaliteit en voldoende verkoeling in de zomer. Maar ook het bevorderen van een gezonde levensstijl, zoals vaker de fiets pakken in plaats van de auto. Of een ontspannen sfeer in het gebied creëren die uitnodigt tot interactie – ook dat is goed voor de gezondheid in brede zin. Met een uitgekiend beplantingsplan kun je daar optimaal aan bijdragen. Daarbij moet je overigens ook de gezondheid van het groen zelf niet vergeten: goede groeiomstandigheden, want dat is zeker geen vanzelfsprekendheid.’ 

En hoe kom je tot plannen die allerlei doelstellingen – groen, gezondheid, een specifieke verstedelijkingstrategie – aan elkaar verbinden? Tibor: ‘Integraal denken en werken door alle partijen is onontbeerlijk bij dit soort herontwikkelingsopgaven in hoge dichtheid waar meerdere doelstellingen samenkomen. Iedereen moet van elkaar weten wat er mogelijk is en wat er nodig is. Je kunt dan in onderling overleg schuiven met doelstellingen en vanuit stedenbouw de juiste randvoorwaarden scheppen voor andere disciplines en ingrepen.‘ Sander besluit: ‘Ook bij de gemeente is deze manier van denken en werken noodzakelijk om creatief bij te dragen. Dus geen sectoraal gedreven wensenlijstjes, maar een open gesprek waarbij de samenhang tussen de wensen goed in beeld komt, en van daaruit keuzes maken voor een optimaal totaalresultaat.’ 

BuitenStad als stedenbouwkundig concept 

BuitenStad maakt onderdeel uit van De Poort van Hoorn, een strategische ontwikkeling om Hoorn een meer stedelijk karakter te geven. Het grenst aan de oude binnenstad én aan het buitengebied en is in die zin een (nu nog) ontbrekende schakel. Het ontwerp sluit daarop aan: een verloop van hogere gebouwen richting het centrum naar lagere gebouwen en fijnmaziger groen de andere kant op, aansluitend op de structuur van het landelijk gebied. Ook de diverse ‘gezichten’ van de oude stad komen terug, met een afwisseling van drukkere plekken zoals winkelstraten of stadspleinen en direct om de hoek rustige plekken naar de gelijkenis van hofjes. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 1, 2024). Tekst: Michiel G.J. Smit, Redactie Stadswerk Magazine


Bekijk ook deze items