terug

Het Knarrenhof: Reduceert zorgkosten en helpt woningcrisis oplossen

Er is veel behoefte aan collectieve woonvormen voor ouderen. Om die te realiseren is het wel nodig dat de openbare ruimte hier optimaal voor wordt ingezet en dat er een sterk sociaal netwerk is. Maar dan kun je er ook minstens 12 miljard euro per jaar mee besparen, blijkt uit een quickscan. 

De vergrijzing neemt tot 2040 verder toe: er zijn tegen die tijd bijna een miljoen alleenstaanden 70-plussers; het aantal 80-plussers groeit met 250 procent. Dus neemt de zorgvraag toe en de bijbehorende kosten vanuit de financieringsstromen. Denk aan de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning), Zvw (Zorgverzekeringswet) en Wlz (Wet langdurige zorg). Ook de older-oldest-person ratio neemt af: over vijftien jaar zijn er nog maar drie mantelzorgers per zorgbehoevende, in plaats van eerder achttien per zorgbehoevende. Ook de professionele zorgverleners kunnen de groeiende zorgvraag niet aan. En er zijn nu al grote tekorten. 

Oplossing voor zorginfarct en woningcrisis 

Dit zorginfarct staat nu nog los van woningmarkt, maar een strategische woningbouwprogrammering kan een mes zijn dat aan twee kanten snijdt. Want we zien woningnood maar ook vele onbenutte vierkante meters bij 50-plussers. Ook is er een mismatch op de woningmarkt: het huidige woningaanbod past niet meer bij de bevolkingsopbouw; er is gebouwd voor gezinnen terwijl de grootste bevolkingsgroep nu wordt gevormd door (alleenstaande) ouderen. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


De oplossing ligt voor de hand: je moet wonen en zorg niet scheiden maar in de nieuwbouw in combinatie aanpakken. Hoe? Door levensloopbestendig te bouwen met het accent op sociale netwerken. Gezinnen stromen dan door naar de vrijkomende grote woningen die energetisch verduurzaamd kunnen worden, de vorige eigenaren vertrekken naar woningen die een volhoudbare zorg mogelijk maken door een combinatie van een zorgvoorbereide woning, informele netwerkzorg, en een sociaal actieve leefomgeving die de zorgvraag kan dempen. 

In het rijksoverheid programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (Wozo) staat ‘de wijk als thuis met een aangepaste leefomgeving’. Dat betekent laagdrempelige ontmoetingsplekken en voorzieningen op loopafstand. Verschillende initiatieven zijn al langer bezig met het combineren van woning, leefomgeving en sterke sociale netwerken. Deze initiatieven werken omdat het daar fijn wonen is, zo laten onderzoek en de praktijk zelf zien. 

Vele varianten 

Woonvormen met gezamenlijkheid én privacy zijn gewild en komen in vele varianten voor met verschillende mate van betrokkenheid van bewoners, bijvoorbeeld in het gebruik van collectieve ruimten, bij selectie van nieuwe bewoners, etc. Onderzoek heeft vele soorten geclusterde woonvormen in beeld gebracht. Daarbij zijn er vele varianten die broodnodige tussenvormen bieden tussen de ‘stand alone’ eengezinswoning en intramurale institutionele Wlz-zorg. In die tussenvorm is ruimte voor film-, voetbal- en spelavonden, koor, live muziek met dansen, boodschappen voor elkaar doen, elkaar bijstaan met hand- en spandiensten bij ziekte, noem maar op. Kortom: daar is ruimte voor informele zorg en om goede buren te zijn. 

Foto: Johan Bakker, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons

Dit goed nabuurschap of ‘noaberschap’ is het leitmotiv voor de hofjes die Stichting Knarrenhof sinds 2017 realiseert. In 2023 waren er acht hofjes bewoond, drie in aanbouw en meer dan twintig in de pijplijn. Dat hier al meer dan 43.000 mensen zijn ingeschreven, maakt duidelijk dat er een substantiële behoefte is vanuit de senior die – als ze gefaciliteerd wordt met locaties – doorstroom kan genereren, de woningnood deels kan verminderen, de zelfredzaamheid bevordert en daarmee de zorgvraag doet afnemen. Dit alles brengt aanvankelijk wel extra kosten met zich mee, maar die investering levert ook voordeel op lange termijn. Het koppelen van het sociale domein met het fysieke domein bij gemeenten vormt daarbij naar onze mening de sleutel voor een volhoudbare gemeentelijke begroting. 

Quickscan laat grote besparing zien 

Samen met hogescholen, universiteiten, zorg- en woonorganisaties, ouderenbonden, gemeenten, banken is een Netwerk Vitaliteit gevormd. In samenwerking met de ministeries BiZa en VWS is een quickscan gedaan naar zorgkosten bij collectieve woonvormen. Zorgkosten in collectieve woonvormen zijn hoger dan in de vergelijkbare wijk eromheen, met name doordat er meer mensen thuiszorg ontvingen (zowel vanuit Zvw als Wlz). De zorgkosten in collectieve woonvormen zijn echter significant lager dan bij een vergelijkbare groep bewoners in een verpleeghuis. Dit laat zien dat collectieve woonvormen een daadwerkelijke aanvulling zijn in de wooncarrière. Er kan thuiszorg gegeven worden, die waarschijnlijk pas later nodig is en wellicht ook nog lager is door het actieve sociale netwerk. Deze zorg kan veel goedkoper in collectieve woonvormen dan in een verpleeghuis gegeven worden. 

Door levensloopbestendig te bouwen, in collectieve vormen, wordt er op de Wmo bespaard. Immers, de woning is al aangepast en voor Wmo-aanvragen zoals vervoer en dergelijke voorziet het sociale netwerk. Die besparing kan volgens schattingen oplopen tot 800 euro per woning per jaar voor de gemeentelijke Wmo, en tot 3.000 euro per 65-plusser per jaar op de zorgkosten. Met nu al 3,5 miljoen 65-plussers en de aanname dat slechts 10 procent van hen in een geclusterde woonvorm zou wonen, betekent dit een jaarlijkse besparing van bijna 2 miljard euro op de Wmo en ruim 10 miljard op de zorgkosten. Dat is niet niks. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 1, 2024). Tekst: Conny Moons & Peter Prak, Stichting Knarrenhof


Bekijk ook deze items