terug

Klimaatbestendigheid: wat kunnen we leren van het Ruhrgebied?

Duitsland wil in 2045 klimaatneutraal zijn. Hoe pakt dat uit in de traditionele ‘kolen en staalregio’ Nordrhein-Westfalen? Deze en andere opgaven leiden tot ingrijpende gebiedstransformaties, zo leerde het gevarieerde gezelschap vakgenoten tijdens de studiereis naar Düsseldorf en het Ruhrgebied, vorig jaar georganiseerd door Stadswerk en partners. 

Nähe trifft freiheit’, dat is de slogan waarmee Düsseldorf, hoofdstad van Nordrhein-Westfalen, zich presenteert. Of in het Engels: ‘Live close, feel free’. Jochen Kral, wethouder voor mobiliteit en milieu, licht ons de stedelijke ontwikkeling van en de politieke situatie in Düsseldorf toe. De stad heeft circa 650.000 inwoners en wil een plaats zijn van doeners en creatieve mensen. Bepalend voor Düsseldorf is een groot aantal hoofdkantoren van de industrieën in Nordrhein-Westfalen. 

Los van de gebiedsontwikkelingen zien we vernieuwing van het groen vanwege klimaatverandering en het herstel van de riviertjes Düssel en Emscher. De overstromingen in de afgelopen zomer en de storm Ela in 2014 zorgden voor meer maatregelen en middelen. Het mobiliteitsbeleid wordt beïnvloed door economische ontwikkelingen, energie en leefbaarheid. Van belang is het benutten van de krachten van het gebied, met name het behoud van de zware industrie en de grote en goede kennis- en onderwijsinfrastructuur. 

Mobiliteitsrevolutie voor de auto 

In het stadsgebied was de automobilist koning. In het herverkavelen van de ruimte tussen auto, voetganger en fietser maakt Düsseldorf soms radicale keuzes. Door overkluizing van een verkeersader in de jaren ’90 werd de Rijnoeverpromenade als waardevol verblijfsgebied gecreëerd. Een drukke winkelstraat met trambaan en aan weerszijden auto’s transformeerde de afgelopen vijf jaar tot voetgangersgebied. Tegelijkertijd zien we op veel plaatsen in de binnenstad ongewijzigd brede autowegen en gecombineerde fiets- en voetpaden. 

Strategie voor een fietsnetwerk 

Om een groter aandeel van openbaar vervoer en fiets te krijgen, wil Düsseldorf inzetten op uitbreiding van sharing stations voor deelfietsen. Het bereik van een fiets wordt daarbij gesteld op 8 tot 10 kilometer. Een interessante ontwikkeling is de sterke toename van het aantal bakfietsen voor vervoer van kinderen naar school (hier is ook subsidie voor). Gebruik van de fiets voor boodschappen is nog buiten beeld. 

Wij ervaren zelf ook de fietsroutes, in een ‘optocht’ met 35 gehuurde fietsen langs drukke autostraten, over gecombineerde fiets- en voetgangerspaden en met complexe wegopbrekingen. Eigenlijk is hiervoor een vergunning nodig – zo’n grote groep is in de regel een demonstratie. Naar Nederlandse normen heeft de groep zich uitmuntend gedragen, enig gemopper van een bejaarde en een snelle e-biker doet daar niets aan af. 

Het fietsnetwerk wordt uitgebouwd door middel van enkele grote verbonden fietspaden. Het probleem hierbij is de keuze voor locaties waar dit makkelijk kan, bijvoorbeeld zonder opoffering van parkeerplaatsen. Zo speelt het autovervoer toch nog een prominente rol in de afwegingen. En in het debat over de combinatie van fietser en voetganger maakt de voetganger bezwaar tegen het gebruik van hun ruimte door de fietsers. Opvallend daarbij is dat deze voetganger vaak de automobilist is die zijn of haar auto heeft geparkeerd. 

Foto: Jula2812, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Energie en drinkwater in de ‘kolen en staal’ regio 

Midden in Düsseldorf zien we een enorme ingeslagen spijker, als symbool voor de industriële werken: ‘kolen en staal’. Overigens wordt gas gezien als een goed alternatief voor kolen, maar veranderende omstandigheden vragen heroverweging. Op 7 oktober 2021 is een klimaatpact ondertekend waarbij ook verlaging van de energiekosten een doel is. Meer inzet van zonnepanelen in de stad zijn daarbij een optie; windmolens niet vanwege overlast voor bewoners. Terwijl de ‘Energiewende’ veel aandacht krijgt, is drinkwaterschaarste geen issue. Want ook bij lage waterstanden in de zomer is de Rijn een betrouwbare bron voor drinkwater. 

Stadsvernieuwing en klimaat 

Düsseldorf heeft voor de klimaatbescherming jaarlijks 60 miljoen euro gereserveerd voor ‘groen, blauw, schaduwrijk, licht en belucht’. Opvallend is voor ons ‘beluchten’: met natuurlijke ventilatie van de stad zijn wij in Nederland nauwelijks bezig. 

We zien stedelijke vernieuwingsprojecten, zoals het Kö Bogen II project. Dit is Europa’s grootste groene gevel. De 30.000 haagbeuken hebben een ecologische waarde van 80 volwassen bomen. Daarnaast is er een hellend groen dak waar kinderen overheen rollen. Ook tussen de tramrails vindt overigens vergroening plaats. Dat brengt wel wezenlijk hogere kosten en tijdsinzet met zich mee door hogere aanvangsinvesteringen en meer onderhoud. Daar staat meer leefbaarheid in de stad tegenover, ook als het heel warm is. De waarde daarvan in euro’s is moeilijk in te schatten. 

Naast vele maatregelen voor klimaatadaptatie en -mitigatie registreren we ook nog veel verstening. Is het hier goed toeven als het heet is? Jawel, op de ‘Kö’, ofwel Königsallee, de duurste en breedste winkelstraat, doorsneden door een waterpartij met aan weerszijden grote oude kastanjebomen. Deze worden geleidelijk vervangen door meer hittebestendige bomen. 

Kunst en cultuur 

De geschiedenis en de rol van kunstenaars is waarneembaar in het Malkastenpark met vele monumenten en beeldhouwwerken, of in de naastgelegen Hofgarten, omzoomd door diverse culturele bezienswaardigheden. De gedeeltelijke verwoesting van het park door storm Ela heeft kansen gegeven. Mede door bewonersparticipatie heeft de Hofgarten nu ruimte, zichtlijnen en variëteit in beplanting, gecombineerd met mogelijkheden voor sport en ontspanning. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Landschapspark Duisburg is een voorbeeld van industrieel erfgoed dat is omgevormd tot een plek voor ontwerpers, kunstenaars en recreanten. In 1985 is de voormalige ijzersmelterij gesloten; onderdelen dienen nu als reusachtige duiktank, als klimmuren langs zuilen en gevels en als een theater onder de bijzondere staalconstructies. 

Van bruinkoolwinning naar water en recreatie 

Bruinkoolwinning vindt nog steeds plaats in de Rheinische Revier. Dat is een gebied in de driehoek Mönchengladbach, Keulen en Aken. Het telt ongeveer 2,5 miljoen inwoners in 65 steden op 4.800 vierkante kilometer. Met de afschaffing van bruinkoolwinning, uiterlijk in 2038, heeft de regio de uitdaging de energievoorziening te transformeren en nieuwe bestaansmiddelen te vinden. In de visie van het Zukunftsagentur Rheinisches Revier zullen de grote kale kraters van wel 400 meter diep transformeren tot drie prachtige aaneengesloten meren met daarop vrolijke zeilboten. De grote hoeveelheden water moeten uit de Rijn komen. In de plannen blijft waterkwaliteit vooralsnog buiten beschouwing. 

Foto: Unsplash

De ‘Emscher Umbau’ in Essen 

Het Emschergenossenschaft Lippeverband (EGLV) is een samenwerking van alle gemeenten langs de Emscher en zorgt als een soort waterschap voor alle watertaken van deze zijrivier van de Rijn. De Emscher vormde in vroeger tijden een soort betonnen afvoergoot, deels ondergronds, voor afvalwaterstromen uit vele bedrijven. Dat is inmiddels sterk veranderd: de laatste dertig jaar is 436 kilometer riool aangelegd, met vier rioolwaterzuiveringsinstallaties, en natuurlijke oevers. Ook heeft het genossenschaft de zorg voor waterveiligheid, dus voor dijken en retentiebassins. De waterpartijen met aandacht voor biodiversiteit zijn voor het publiek ontsloten met 128 kilometer fiets- en wandelpad. Het EGLV lijkt door dit alles een geschikte instantie om kennis mee te delen. 

Een kennisintensief Ruhrgebied 

Het Ruhrgebied heeft geen mijnbouw meer en nog nauwelijks hoogovens maar zware industrie is nog wel dominant. De ontwikkelingsmaatschappij Business Metropole Ruhr werkt aan het vergroenen en kennisintensiever maken van het Ruhrgebied. Speerpunten daarbij zijn het benutten van de hoge dichtheid aan universiteiten, het verbinden van gevestigde bedrijven met bedrijven elders, het stimuleren van start-ups en het bevorderen van waterstoftoepassingen. 

Mijn samenvattende impressie… 

Mijn impressie is dat de autoriteiten in Nordrhein-Westfalen, met zoveel industrieel erfgoed, aan de weg timmeren om met creativiteit en behoud van geschiedenis de leefbaarheid van de steden te vergroten. Wij leerden over grootschalige gebiedsontwikkeling, waterstofonderzoek, de waarde van groen, kunst, cultuur en archeologisch erfgoed, ventilatie van de stad en waterbeheer van relatief kleine rivieren. Nordrhein- Westfalen kan van ons leren over de autoluwe stad met doorgaande fietsroutes en het verder terugdringen van verstening. 

Ik sluit af met de woorden van Benedikt Stahl, architect en hoogleraar architectuur en stedenbouw: ‘Het was gezéllieg, lékker en gewéldieg’. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 10, 2022). Tekst: Saskia Holyhuijsen, Waternet


Bekijk ook deze items