Natuurvriendelijke oevers en paaiplaatsen voor KRW
Bureau Waardenburg, adviesbureau voor ecologie en milieu, heeft voor Waterschap Hollandse Delta een onderzoek gedaan naar kansrijke locaties voor natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen als Kaderrichtlijn Water (KRW)-maatregel. Uit dit onderzoek zijn enkele eisen naar voren gekomen.
Het onderzoek richtte zich met name op de technische haalbaarheid en ecologische effectiviteit van de aanleg van natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen in het beheergebied van Waterschap Hollandse Delta. Dit is gedaan in twee delen: het maken van een prioritering op basis van de haalbaarheid en de effectiviteit en het uitwerken van de meest kansrijke locaties in een programma van eisen.
Resultaten
Uit het onderzoek blijkt dat de aanleg van nvo’s en vispaaiplaatsen een kwaliteitsverbetering oplevert ten aanzien van de KRW-doelstellingen. De effectiviteit is onder meer afhankelijk van bodem, peilbeheer, beschaduwing, buffercapaciteit en het gebruik van water en aanliggend land. Zo was voor een aantal waterlichamen de zoute kwel in de winter in combinatie met zoete doorspoeling in de zomer een belemmerende factor voor de ontwikkeling van de oevers, terwijl het in andere gevallen juist wel effectief was.
De bepaling van de technische haalbaarheid is gemeten op de fysieke ruimte, drooglegging, eigendomssituatie, bodeminformatie, riolering, bereikbaarheid, oeverconstructie, kunstwerken en aanvullende benodigde maatregelen in verband met huizen, wegen en/of kades. Op basis van een principeprofiel is een inschatting gemaakt van de realisatiekosten, zodat dit kan worden meegenomen in de prioritering.
Met het onderzoek zijn de meest kansrijke locaties nader uitgewerkt. Er is per locatie een optimaal profiel ten aanzien van de KRW uitgewerkt, en bij ieder profiel zijn adviezen gegeven over beheer en onderhoud en de noodzakelijke vergunningen. Ook is per locatie geadviseerd of aanplant van bepaalde planten moet worden overwogen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met drs. R.J.W. (Rob) van de Haterd.