Eind 2022 verscheen een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL): ‘Toegang voor iedereen?; Een analyse van de (on) bereikbaarheid van voorzieningen en banen in Nederland’. Uit deze gedegen studie blijkt dat de bereikbaarheid van voorzieningen met de auto stukken beter is dan met de fiets of het openbaar vervoer. Vooral in stadsranden, dorpen en landelijk gebied. Dat is voor veel mensen die duurzame mobiliteit een warm hart toedragen ongetwijfeld een harde reality check.
Maar je kunt er ook anders tegenaan kijken: ondanks dat de auto het qua bereikbaarheid stukken beter doet dan de fiets (ov laten we vanaf hier even voor wat het is), blijft de fiets een ongekend populair vervoermiddel, en het neemt alleen maar toe. Vooral in drukkere gebieden. Wat verklaart dit succes en kun je dat verder uitbouwen? Voor het vinden van antwoorden op deze vragen is dit boek zeker inspirerend: De Fietsrepubliek van Pete Jordan.
De Fietsrepubliek
In De Fietsrepubliek (al een aantal jaar oud, maar moeiteloos en goedkoop tweedehands te bestellen) neemt Pete Jordan, Amerikaan van geboorte, ons mee in zijn persoonlijke fietservaringen. Hij was altijd al een fietsfreak en kwam mede naar Amsterdam omdat hij had gelezen van de hoog ontwikkelde fietscultuur aldaar. Hij kwam niet bedrogen uit en doet, juist omdat hij aanvankelijk een buitenstaander was, interessante waarnemingen.
Een daarvan is dat de fietscultuur in Amsterdam (en eigenlijk ook in de rest van Nederland) in de jaren ‘20 van de vorige eeuw door toevalligheden sterk onderscheidend werd ten opzichte van andere landen – heel wat toeristengidsen schrijven met een mix van verbijstering en amusement over het roekeloze, wetteloze fietsgedrag en de gigantische ‘fietszwermen’ in Holland. Hun lief zachtjes bij de pols pakkend, of achteropzittend gezellig kletsend. De bloeiende tulpenvelden met de fiets bezoeken, picknicken – daar zijn heel wat romances ontstaan. Of een sjekkie draaiend, onmogelijk grote vrachten vervoerend. Kortom: fietscultuur. Het is verplaatsen én leven.
Dat Nederland massaal op de fiets ging (tot die tijd was het tamelijk elitair (of ‘militair’) om te fietsen) kwam onder meer doordat geruïneerde Duitsers aan het eind van de Eerste Wereldoorlog massaal goedkoop fietsen aanboden om toch nog wat geld te verdienen. En ze overigens twintig jaar later weer inpikten. De boosheid over dat laatste zit heel diep in de Amsterdamse fietsziel volgens Jordan.
Vanaf begin jaren ‘60 begon in Nederland de auto toch ook goed door te breken (in andere Europese landen was dat eerder) en werden straten en pleinen grotendeels voor dit vervoermiddel ingericht. Maar mede door acties van de Provo-beweging lukte het uiteindelijk om het tij te keren ten faveure van de fiets. Daarbij vond het door hen bedachte wittefietsenplan (1965) wereldwijd navolging. Ironisch genoeg is het aantal witte fietsen dat daadwerkelijk als zodanig heeft gefungeerd op de vingers van enkele handen te tellen. Een fantastische promostunt van Provo dus!
De Fietsrepubliek laat mooi en gevoelvol zien wat het betekent als fietscultuur vergroeit met een stad en hoe diep dat zit. Die PBL-studie is wat dat betreft niet verontrustend.
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 2, 2023). Tekst: Michiel G.J. Smit, Redactie Stadswerk Magazine