terug

Klimaatadaptatie doe je samen

Klimaatadaptatie is vaak een kwestie van uitproberen – zo kom je erachter of een idee ook echt werkt. Het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie ondersteunt daarom zogeheten Impactprojecten. We lichter er drie uit waarbij de focus ligt op samenwerking en draagvlak.  

klimaatadaptatie
Foto: Pixabay

Design Thinking

Design Thinking is een mensgerichte, cocreatieve aanpak die uitnodigt tot actie. Het is geen wilde brainstorm, maar een aanpak die bestaat uit een aantal gestructureerde stappen. In de provincies Noord-Brabant en Limburg is met Design Thinking onderzocht hoe inwoners te enthousiasmeren zijn voor klimaatadaptatie. Belangrijkste conclusie: sluit aan bij de leefwereld van inwoners en zet hun drijfveren centraal. Dat geeft de beste kans op het vinden van oplossingen voor ingrijpende maatschappelijke vraagstukken.

De resultaten van het onderzoek zijn verschenen in een boek. In dat boek worden onder meer praktijkprojecten beschreven en de resultaten die provincies, gemeenten, waterschappen en bewoners hebben bereikt. Dat mondt onder meer uit in het formuleren van vier vuistregels die voor deze aanpak gelden:

  • Maak het klein: breek het grote abstracte vraagstuk van voorbereidingen op extreem weer op in kleinere stukjes waarin de menselijke maat te herkennen is. Om mensen in beweging te krijgen, moeten ze zich eerst kunnen verhouden tot een opgave.
  • Praat duidelijke taal: laat je eigen jargon los. Termen als ruimtelijke adaptatie, afkoppelen en piekbelasting worden vaak niet begrepen; extreem weer juist weer wel. Stel bijvoorbeeld samen een verklarende woordenlijst op gedurende de ontmoeting(en).
  • Wees oprecht nieuwsgierig naar de betekenis van extreem weer voor mensen en naar hun persoonlijke expertise en drijfveren.
  • Wees eerlijk over de reden dat je bewoners betrekt: zonder hen lukt het niet.

 

Meet je stad! Hittedialoog met bewoners in Amersfoort

Burgers staan vaak aan de kant bij projecten rond ruimtelijke adaptatie. Dat is wonderlijk, want zij ervaren aan den lijve waar het heet is in de stad en wat dat met hen doet. Zij zijn als het ware de ultieme graadmeters en ervaren dus ook welke maatregelen effectief zijn tegen hitte. Door burgers ervaringen en ideeën voor oplossingen te laten delen, kunnen zij een bijdrage leveren aan de risicodialoog en uiteindelijk ook aan de realisatie van een hittebestendige stad.

Dat is precies wat bij het project ‘Meet je stad!’ is gebeurd: bewoners van de wijk Schothorst in Amersfoort hebben een actieve rol gekregen door zelf metingen bij heet weer te doen en hier gesprekken met hen over te voeren. Dat leverde interessante inzichten op. Zo wordt hittestress vaker als een probleem ervaren als het gesprek op de hete dag zelf wordt gevoerd. Als dat een paar maanden later is, zegt de meerderheid dat men de hitte heerlijk heeft gevonden.


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Door de metingen en gesprekken is de betrokkenheid van bewoners vergroot, en zijn bovendien bruikbare onderzoeksgegevens over hittestress in de wijk beschikbaar gekomen. Bij het project zijn behalve bewoners uit Amersfoort Schothorst ook de Hogeschool van Amsterdam, Grassroots organisatie De WAR, gemeente Amersfoort en Waterschap Vallei en Veluwe betrokken.   

Klimaatstraat Nieuwsdorp, Gemeente Borsele

In de Klimaatstraat Nieuwdorp zijn inwoners, gemeente en andere betrokkenen gezamenlijk aan de slag gegaan in een living lab setting. Miora Maat-Rijk, projectleider bij de gemeente Borsele, vertelt over het ontstaan van het initiatief. ‘Het idee voor een klimaatstraat is ontstaan bij bewoners van de Prinses Margrietstraat in Nieuwdorp. We hebben als gemeente gekeken hoe we dit samen met hen kunnen realiseren. We hebben ook de aangrenzende Hertenstraat aan de plannen toegevoegd, want we zagen dat de weg hier hoger lag dan de aanliggende woningen. Bij hevige regenval zou het water van de straat de woningen kunnen binnenstromen.’

Miora vervolgt: ‘Daarna zijn we ideeën over een concrete invulling gaan ophalen bij bewoners, maar ook binnen de gemeente en bij de provincie. Het is belangrijk dat het leeft bij bewoners en dat ze zich herkennen in de plannen. Het is tenslotte hun leefgebied. Bovendien willen we graag dat de privéterreinen vergroend worden om meer overtollig water te kunnen opvangen. We hebben de gesprekken daarom breed opgezet en onder meer de basisschool in het dorp erbij betrokken. Onder leerlingen is een wedstrijd uitgeschreven voor een goed herinrichtingsplan. Daarbij is niet alleen aandacht geweest voor klimaatadaptatie maar bijvoorbeeld ook voor fruitbomen in de straat waarvan de bewoners het fruit kunnen plukken.’

Maar ook andere partijen hebben een nuttige inbreng gehad, zegt Miora. ‘De provincie heeft ons gewezen op het nationale Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Daar zijn we bij aangehaakt en zodoende konden we beschikken over een klein budget om gesprekken te voeren en plannen te maken. We hebben ook een aanvraag gedaan voor een (Europese) Interreg-subsidie, maar die is helaas niet toegekend. De plannen zijn inmiddels klaar om uitgevoerd te worden, we wachten nu op een goed moment. Dat is onder meer afhankelijk van de beschikbare budgetten en natuurlijke vervangingsmomenten van bijvoorbeeld de waterleidingen. Maar het zal niet heel lang duren voor de Prinses Margrietstraat “klimaatproof” is.’

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 2, 2020). TEKST: MICHIEL G.J. Smit, Redactie Stadswerk magazine


Bekijk ook deze items