Warm Amsterdam gaat de buurten in
Om het aardgasvrij maken van de Amsterdamse wijken te versnellen, hebben de gemeente, zes woningcorporaties en de warmtebedrijven Vattenfall en Westpoort Warmte eind vorig jaar de mantelovereenkomst ‘Warm Amsterdam’ gesloten. Hierbij is afgesproken tot en met 2040 110.000 woningen van het gas af te halen en op stadswarmte aan te sluiten.
Een van de uitgangspunten van Warm Amsterdam is een gebiedsgerichte aanpak; niet keer op keer in aparte stukjes straat woningen aansluiten, maar in verschillende tranches telkens meerdere buurten in hun geheel aanpakken. Ten behoeve van de eerste tranche zijn vier buurten geselecteerd waarvoor inmiddels ook buurtovereenkomsten zijn gesloten. Daarbij gaat het om Confuciusbuurt, Wildeman, Hakfort Huigenbos en K-buurt Midden.
Selectie van buurten
‘Bij het selecteren van de buurten waarmee we in een tranche aan de slag gaan, kijken we allereerst samen met andere partijen die in de ondergrond actief zijn – Liander, Waternet en de gemeente bijvoorbeeld – of en waar zij plannen hebben’, vertelt Jannis van Zanten van Vattenfall. ‘We willen ook in de ondergrond samenwerken en werkzaamheden zoveel mogelijk gelijktijdig uitvoeren. Samen optrekken is voor alle partijen het goedkoopste en het beperkt de overlast voor de bewoners. Daarnaast is bij de selectie van buurten natuurlijk de vraag van belang of de woningcorporaties relevante plannen hebben. Wanneer zij renovaties of verduurzaming gepland hebben voor hun vastgoed, is dat een natuurlijk moment om op het warmtenet aan te sluiten.’
Remco Bal van Vattenfall haakt aan: ‘Het is niet de bedoeling om alleen dit soort laaghangend fruit te plukken. We gaan dus niet alleen in buurten aan de slag waar het relatief eenvoudig en goedkoop is om grote aantallen woningen aan te sluiten. Uiteindelijk is het doel de hele stad aardgasvrij te maken. Daarom streven we voor elke tranche zoveel mogelijk naar een mix van “goedkope” en “dure” buurten.’
Warm Amsterdam gaat de buurt in
In februari dit jaar zijn voor de eerste tranche van vier buurten door de warmtebedrijven, de corporaties en de gemeente zogeheten buurtovereenkomsten gesloten. Bal: ‘Daarin is afgesproken dat we een wijknet aanleggen en vervolgens binnen vijf jaar tijd 70 procent van de woningen in die buurten op het warmtenet aansluiten. Binnen vijftien jaar moet dat percentage op 95 procent zitten.’
Frank van der Veek, beleidsadviseur energietransitie en duurzaamheid bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC): ‘Die buurtovereenkomsten vormen ook het startsein om de buurten in te gaan. In eerste instantie om uitleg te geven over de plannen en toe te lichten wat de overstap naar stadswarmte voor de bewoners zou betekenen. En wat bijvoorbeeld de kosten zijn van het gebruik van stadswarmte. Daarbij geldt overigens dat zowel onze huurders als particuliere eigenaren hetzelfde aanbod krijgen. Bij het “de buurt ingaan” hebben de gemeente, de warmtebedrijven en de corporaties elk een eigen rol. Daarvoor hebben we als partijen gezamenlijk een soort routekaart gemaakt met afspraken over wie welk deel van het verhaal vertelt.’
Buurtpeiling
‘Vervolgens’, zegt Van Zanten, ‘houden we tegen het einde van het jaar nog een buurtpeiling. Voordat we daadwerkelijk gaan investeren en de schop de grond ingaat en voordat de corporaties starten met het “ophalen” van draagvlak, willen we ons graag een beeld vormen van de bereidheid van de bewoners om daadwerkelijk de overstap naar stadswarmte te maken. Als je met pek en veren een buurt wordt uitgegooid weet je zeker dat je niet hoeft te investeren. Maar als die buurtpeiling voor alle partijen positief uitpakt en iedereen het vertrouwen heeft dat we in vijf jaar 70 procent van de woningen kunnen aansluiten, dan gaan we investeren.’
Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!
Voor één van de vier in Amsterdam geselecteerde buurten is besloten de peiling achterwege te laten, vertelt Van der Veek: ‘Die buurt is volledig eigendom van een corporatie die daar vier grote woontorens heeft staan. De bewoners zijn heel actief op het gebied van verduurzaming en hebben veel onderling contact met elkaar. Zij hoorden van de plannen van Warm Amsterdam en wilden eigenlijk meteen al in gesprek met de corporatie. Aanvankelijk had stadswarmte niet echt hun voorkeur, maar na een aantal gesprekken en extra onderzoek vanuit de woningcorporatie, werd stadswarmte voor hen een steeds interessantere optie. Met goedvinden van die bewonersgroep is de corporatie vervolgens gestart met het ophalen van draagvlak. Het zou heel mooi zijn wanneer eind van dit jaar 70 procent van die bewoners akkoord is, dan kan er ook snel begonnen worden met de uitvoering. Dan zou deze buurt een prachtig voorbeeld kunnen zijn voor andere buurten en wijken; een vliegwiel voor Warm Amsterdam.’
‘Warmte-only’-woningen
Als het gaat om bestaande bouw zijn tot nu toe vooral woningen op stadswarmte aangesloten als onderdeel van verdere verduurzaming. Bal: ‘Bij de buurtgerichte aanpak van Warm Amsterdam zal dat anders zijn en zullen we ook veel zogeheten “warmte-only”-woningen tegenkomen. Daar is geen renovatie aan de orde, maar speelt alleen de vraag of de bewoners de overstap willen maken van gas naar stadswarmte. Dat is best spannend.’
Van der Veek is het daar mee eens: ‘Maar hoe je het ook wendt of keert: we moeten een keer van het gas af. Dat bewustzijn groeit, is mijn indruk. Niet in de laatste plaats door de stijgende energieprijzen en de oorlog in Oekraïne. Daarnaast is het zo dat wanneer je buurtgericht aan de slag wilt, je nu eenmaal warmte-only woningen zult tegenkomen: het is onmogelijk voor corporaties om voor woningen die nog niet toe zijn aan renovatie ineens wel renovatieplannen te gaan maken.’
Particuliere eigenaren overtuigen met een goed aanbod
Een andere uitdaging is het meekrijgen van de particuliere woningeigenaren. Van der Veek: ‘Dat zal vooral in de volgende tranches gaan spelen. We zijn wel een beetje heen door de buurten met grote percentages corporatiebezit en zullen dus steeds vaker particuliere eigenaren tegenkomen. Die verschillende eigenaren, waarvan het overgrote deel is verenigd in VvE’s, moet je allemaal overtuigen.’
Die uitdaging ligt vooral op het bord van de gemeente en de warmtebedrijven. Zij zullen gezamenlijk een goed aanbod moeten neerleggen. Van Zanten: ‘Dat aanbod moet vergelijkbaar zijn met het aanbod voor de huurder. Maar de particuliere eigenaar moet zelf de investering doen, terwijl de corporaties dat voor de huurders doen. De spannende vraag is dan natuurlijk of het aanbod aantrekkelijk genoeg is voor de particuliere eigenaren om over te willen stappen.’
Gezamenlijk ontwikkelen van aansluitconcepten
Een van de afspraken binnen de ‘Warm Amsterdam’-overeenkomst is dat de warmtebedrijven het ondergrondse deel van de werkzaamheden aan het warmtenet voor hun rekening nemen, terwijl de corporaties verantwoordelijk zijn voor het inpandige gedeelte. Wel wordt gezamenlijk veel energie gestoken in het ontwikkelen van aansluitconcepten om uiteindelijk efficiënter, slimmer en goedkoper te kunnen werken. Van der Veek: ‘We onderzoeken bijvoorbeeld of het mogelijk is om woningen in een complex aan te sluiten, terwijl niet alle woningen “meedoen”. Het interessante is dat dit technisch lijkt te kunnen. Dan kun je bijvoorbeeld ook in een complex aan de slag waar nog niet alle bewoners de overstap willen maken.’
Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 7, 2022). Tekst: Gert Jan Kleefmann, Leene Communicatie