Nederlandse natuur wordt te kleinschalig beheerd
Volgende maand wordt er advies uitgebracht aan staatssecretaris Sharon Dijksma (natuur) over het beschermen van geïsoleerde natuurgebieden, met name die met bedreigde soorten. Volgens de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur heeft die bescherming pas nut als er wordt geïnvesteerd in grote landschappelijke eenheden die onderling zijn verbonden.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de natuur in Nederland te kleinschalig wordt beheerd. Een voorbeeld zijn de miljoenen euro’s die boeren jaarlijks krijgen om akkerranden met bloemen in te zaaien, wat voor de natuur weinig zin heeft omdat er in die omgeving ook bemest en gespoten wordt.
Het wordt derhalve geadviseerd dat er meer wordt geïnvesteerd in grote kerngebieden met een eigen aangepaste waterhuishouding. Ook moet in en rond die gebieden de ammoniakuitstoot en het gebruik van bestrijdingsmiddelen aan banden zijn gelegd. Pas dan is natuurbeheer volgens de Raad effectief. Verder wordt aangeraden dat de reservaten onderling verbonden worden, zodat dieren en planten de natuurgebieden kunnen ‘opzoeken’.
Om die reden pleit de Raad voor de uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden (meer informatie). Dit beleid kan voor effectiever natuurbeheer zorgen, maar kan ook meer draagvlak creëren.