terug

Overstromingsrisico’s: Het vergeten thema van een klimaatbestendige stedelijke inrichting?

Stedelijke klimaatadaptatie gaat vaak over hoe de stedelijke inrichting aangepast moet worden op meer extreme neerslag, hitte en droogte. Overstromingsrisico’s worden daar vaak niet in meegenomen, terwijl gemeenten wel een rol hebben in het beperken ervan. Bovendien wordt het thema urgenter vanwege klimaatverandering en een stijgende zeespiegel. 

Het behoeft geen introductie dat het veranderende klimaat gevolgen heeft voor onze leefomgeving. Met name de klimaatextremen, zoals hitterecords, langdurige droogte en hevige neerslag zorgen nu al voor veel problemen. Talloze voorbeelden zijn ondertussen bekend en regelmatig in het nieuws. Om de stad leefbaar te houden ondanks deze klimaatextremen is het nodig om de leefomgeving klimaatbestendiger in te richten. 

Overstromingsrisico’s lijken echter een onderbelichte factor binnen stedelijke klimaatadaptatie doordat deze tot voorheen vooral werden beperkt door het versterken van waterkeringen. Overstromingsbeperkende maatregelen in de stedelijke inrichting kregen dan ook minder aandacht. De recente overstromingen in Limburg laten evenwel zien dat weersextremen onverwachts groot uit kunnen pakken met grote risico’s voor de bebouwde omgeving. Bovendien zal de zeespiegelstijging zich versnellen. Daarom zijn waterveiligheidsmaatregelen vereist in stedelijke inrichting en opname van overstromingsrisico’s, als vast onder deel van mainstream stedelijke klimaatadaptatie naast hitte, wateroverlast en droogte. 

Risico’s in kaart 

Als alle waterkeringen in Nederland zouden falen dan zou ongeveer 55 procent van ons land kunnen overstromen. Dit zijn voornamelijk de laaggelegen gebieden en de gebieden rondom de rivieren. Van dit gebied is een groot deel bebouwd, met alle gevolgen van dien. De grootte van het overstromingsrisico wordt bepaald door de kans dat de overstroming plaatsvindt en de mate van het gevolg (risico = kans x gevolg). In de toekomst zal door klimaatverandering het water steeds vaker hoog komen te staan, waardoor de kans op overstromingen gaat toenemen. De klimaatscenario’s van het KNMI geven ons een idee van wat in de toekomst de kansen op hoog water zullen zijn als gevolg van hoge rivierstanden en een stijgende zeespiegel. De neerslaghoeveelheid in de stroomgebieden van de Rijn en Maas zal in de winter toenemen, met hoge rivierafvoeren tot gevolg. De kans op hoog water zal hierdoor toenemen. De zeespiegel zal de komende eeuwen exponentieel gaan stijgen als gevolg van klimaatverandering, maar hoe sterk de stijging zal zijn, hangt sterk af van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Het is duidelijk dat de belasting op het waterveiligheidssysteem toeneemt. Wanneer delen van Antarctica onstabiel gaan worden, kan de zeespiegelstijging in 2300 oplopen tot wel 17 meter. 

Foto: Romaine, CC0, via Wikimedia Commons

Meerlaagsveiligheid 

In Nederland gebruiken we het principe ‘meerlaagsveiligheid’ om grip te hebben op de overstromingsrisico’s. We proberen daarbij de kans op een overstroming, en het gevolg van een overstroming te verkleinen en aanvaardbaar te maken. Dit gebeurt formeel in drie verschillende lagen. Laag 1, ‘Preventie’, houdt het water als het ware buiten. Daarvoor moeten waterkeringen (dijken, duinen, dammen, etc.) sterk genoeg zijn om de belasting van hoofdzakelijk hoge waterstanden en golven aan te kunnen. In deze laag ligt de focus dus op het aanvaardbaar houden van de kans op een overstroming. Wanneer een waterkering faalt, en het achterliggende gebied overstroomt, hangt de ernst van de overstroming af van het aantal inwoners en de economische waarde van het achterliggende gebied.


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Laag 2, ‘Ruimtelijke ordening’, focust op het beperken van het gevolg van een overstroming. Door bijvoorbeeld wegen of wijken verhoogd aan te leggen of met compartimenteringsdijken te werken, wordt voorkomen dat het gehele binnendijkse gebied in één keer overstroomt en worden de gevolgen beperkt. Het gaat in laag 2 ook over het verhoogd aanleggen van vitale en kwetsbare functies en evacuatiewegen om grote schade te voorkomen. Als de overstroming zo hevig is dat de waterveiligheid in laag 2 niet kan worden geborgd (zoals bij de overstromingen in Limburg in 2021), dan neemt laag 3, ‘Crisisbeheersing’, het over. Bewoners worden dan geëvacueerd om ernstige gevolgen te beperken. Tot voor kort werd vooral in laag 1 geïnvesteerd, omdat dit kosteneffectiever is dan laag 2. Daarnaast is het versterken van waterkeringen in laag 1 wettelijk vastgelegd, en deels vanuit het Rijk gefinancierd. Het beschermen tegen overstromingen in laag 2 en 3 is niet wettelijk vastgelegd en niet gesubsidieerd. Dit maakt investeren in laag 2 en 3 minder haalbaar en verklaart wellicht waarom laag 1 op de voorgrond staat als het gaat om het handhaven van overstromingsrisico’s. 

Een klimaatbestendige stedelijke inrichting 

Wanneer een waterkering uit laag 1 faalt, kunnen de gevolgen van een overstroming zeer groot zijn. Daarom is in Nederland het concept van meerlaagsveiligheid opgezet met aandacht voor gevolgbeperking. Dit betekent naast waterkeringen ook een goed klimaatbestendig ingericht stedelijk (en landelijk) binnendijks gebied (laag 2) en solide evacuatieplannen (laag 3). Echter, laag 2 lijkt nog onvoldoende te zijn ingepast in stedelijke klimaatadaptatie. De verantwoordelijkheden voor het nemen van deze maatregelen liggen voor een belangrijk deel bij gemeenten, maar ook bij provincies, waterschappen, veiligheidsregio’s, en bedrijven. Verscheidene partijen werken ondertussen hard aan het betrekken van overstromingsrisico’s in stedelijke klimaatadaptatie. Zo ontwikkelde Defacto een handelingsperspectief voor Metropool Regio Amsterdam (MRA). Dit handelingsperspectief beschrijft een toolbox om overstromingsrisico’s in stedelijk gebied te beperken. Het werkt hand in hand met het ‘kaartverhaal’ voor overstromingsrisico’s in de Klimaateffectatlas. Bij de uitwerking van het handelingsperspectief gebruikte Defacto het havengebied van Amsterdam als casus. Daaruit bleek dat het belangrijk is om aan het begin van een gebiedsontwikkeling een goede waterveiligheidsstrategie op te zetten zodat bepaalde overstromingsbeperkende maatregelen, die alleen aan het begin kunnen worden getroffen, meteen kunnen worden uitgevoerd. Zo worden high-regret maatregelen zo veel mogelijk voorkomen en worden opties voor ontwikkelingen op de lange termijn open gehouden. Deze langetermijnontwikkelingen zijn in lijn met de vier langetermijnvisies van Deltares: ‘beschermen-open’ ‘beschermengesloten’, ‘zeewaarts’ en ‘meebewegen’. Deze zijn aangedragen als oplossingsrichtingen voor een leefbaar Nederland in 2100.

Kortom… 

Vanwege de grotere overstromingskansen die we in de toekomst kunnen verwachten, zullen gemeenten meer aan de slag moeten met de drie lagen uit de meerlaagsveiligheid, en met name met gevolgbeperking van overstromingsrisico’s in de bebouwde omgeving. Hierbij zullen zij rekening moeten houden met de oplossingsrichtingen voor een leefbaar Nederland in 2100. Overstromingsrisico’s worden bij voorkeur een vast onderdeel binnen stedelijke klimaatadaptatie, naast hitte, wateroverlast en droogte. Uitgewerkte handelingsperspectieven zijn hiervoor een krachtig hulpmiddel en deze zullen meer ontwikkeld of bekend gemaakt moeten worden. Ook helpt het als dit thema niet alleen op projectbasis, maar breed en integraal met de andere klimaatthema’s meegenomen kan worden. Laten we daarom voorbeelden en werkwijzen met elkaar delen om het bewustzijn te vergroten en omgaan met overstromingsrisico’s de aandacht te geven die het verdient als mainstream klimaatadaptatie onderwerp.

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 1, 2023). Tekst: Menno Blom, Lisette Klok en Jeroen Kluck; Hogeschool van Amsterdam

Foto bovenaan: Romaine, CC0, via Wikimedia Commons 


Bekijk ook deze items