terug

Rli: Ruimtelijke ordening op de schop voor klimaatbestendig Nederland

Om de gevolgen van klimaatverandering te kunnen opvangen, zal Nederland zijn ruimtelijke ordening drastisch moeten aanpassen. Dit schrijft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het vandaag verschenen rapport ‘Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat’. Zo zal er extra ruimte nodig zijn voor dijkversterking, rivierverruiming en waterberging. Tegelijkertijd moet ook manier waarop we de ruimte gebruiken voor wonen, werken, landbouw en energie ingrijpend worden veranderd.

Gat tussen theorie en praktijk

Om met de gevolgen van extreme neerslag, langdurige droogte en een stijgende zeespiegel om te gaan, zijn steeds meer inspanningen van waterbeheerders nodig. Volgens de Rli zijn er echter grenzen aan de maatregelen die de watersector nog kan treffen. Daarom is het volgens de Raad zaak dat er goed gekeken wordt naar de manier waarop de ruimte in Nederland wordt gebruikt. Hierbij moeten bestuurders in het besluitvormingsproces eerst naar de lange termijn kijken, voor ze keuzes over het heden maken. Deze conclusies liggen in lijn met ‘water en bodem sturend’, wat sinds 2022 als beleidslijn geldt bij de ruimtelijke ordening van Nederland.

Volgens de Rli is dit echter vooral een papieren werkelijkheid. In de praktijk hebben bestuurders volgens de Raad namelijk nog onvoldoende oog voor het ‘water- en bodembelang’. Hierbij noemt de Rli in het rapport een aantal belemmeringen die dit in de weg staan. Zo zou er bij veel bestuurders angst zijn om het vertrouwen van investeerders te ondermijnen. Ook staat het eigendom van de grond de gebiedsontwikkeling soms in de weg. “Plekken die in handen zijn van projectontwikkelaars of gemeenten, om te ontwikkelen als nieuwe woon- of werklocatie, zullen niet snel meer van bestemming veranderen, ook niet als nu blijkt dat ze eigenlijk beter kunnen worden gebruikt voor natuur en waterberging. De negatieve financiële consequenties daarvan zijn te groot”, aldus de Raad.

Grootste belemmering is volgens voorzitter van de raad Jan Jaap de Graef van culturele aard: “We zijn gewend geraakt aan volledige maakbaarheid van dit land, dat we kunnen doen en laten wat we willen en geen rekening meer hoeven houden met waterstaatkundige condities.

Oplossingsrichtingen

In het rapport geeft de Raad 10 aanbevelingen voor een klimaatbestendige ruimtelijke ordening, verdeeld over vier ‘oplossingsrichtingen’. Zo pleit de Rli voor een waterkalender, waarop voor allerlei bestaande activiteiten te zien is tot welk jaar waterveiligheid en zoetwatervoorziening gegarandeerd kunnen worden. Dit moet de overheid en de samenleving helpen bij het nemen van geïnformeerde besluiten over de ruimtelijke keuzes.


Op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de openbare ruimte?


Een andere aanbeveling is dat de overheid voortaan alle ruimtelijke plannen, visies en besluiten gaat toetsen op klimaatbestendigheid. “Ze dient bij elke keuze, in elke overheidslaag, mee te wegen of de benodigde condities op langere termijn zijn vol te houden en of (c.q. hoe lang) die condities tegen acceptabele maatschappelijke kosten kunnen worden gerealiseerd,” aldus de Raad. Ook pleit het rapport voor een ‘nationaal programma’ voor het bundelen van kennis. Dat programma kan dan aan de basis staan voor grote besluiten over het ruimtegebruik.

Volgens het advies moet er ook iets veranderen in de manier waarop we naar de buitenrumte kijken: “Wij zullen toe moeten naar een ruimtelijke ordening die recht doet aan de grenzen van het watersysteem (‘niet alles kan overal’), gekoppeld aan een aanpak die de flexibiliteit biedt om het ruimtegebruik gaandeweg aan te passen aan veranderende omstandigheden (‘niet alles kan voor altijd’).

Het rapport is deze woensdag aangeboden aan demissionaire ministers Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Foto: Romaine, CC0, via Wikimedia Commons


Bekijk ook deze items