terug

Routekaart voor bepalen en behalen duurzame doelen

Volledig circulair aanbesteden in 2023, 60 procent CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990 – de ambities liegen er niet om. Maar hoe realiseer je ze? De Routekaart kan helpen om zowel intern als aan de burger te laten zien hoe wordt bijgedragen aan duurzaamheid. Flevoland en Zeeland werken er al mee. 

Advies- en ingenieursbureau Movares heeft voor de provincies Flevoland en Zeeland een Routekaart ontwikkeld voor het verduurzamen van het infra-areaal volgens de Klimaatdoelen. Duurzaamheid werd eerst ad hoc toegepast en was afhankelijk van enthousiaste mensen. Een structurele oplossing was gewenst. De Routekaart is daar een vertaling van. Het instrument krijgt impact met een duidelijk vertrekpunt. Op basis van kostenramingen en rekening houdend met het materiaalgebruik en de manier van uitvoeren in 1990 bepaalden we de uitgangspositie van de provincies. Het stellen van doelen gebeurde op basis van de Klimaatdoelen en de duurzame convenanten die zijn ondertekend. Cruciaal hierbij zijn heldere KPI’s (Kritische Prestatie-indicatoren) waarmee voortgang op de doelen kan worden gemonitord. Denk aan CO2-uitstoot, het percentage hergebruikt materiaal of de MilieuKosten Indicator (MKI), een indicator die alle milieueffecten van een oplossing uitdrukt in euro’s. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Je kan een euro maar één keer uitgeven. Daarom focussen we in onze aanpak op de hotspots. Op basis van representatieve onderhouds- en uitvoeringsprojecten, aangedragen door de provincies, bepaalden we middels de 80-20-regel welke materialen de meeste milieu-impact hebben. Voor deze hotspots onderzochten we welke duurzame oplossingen er zijn in de markt én wat de duurzaamheidsimpact van elke duurzame oplossing is. Als organisatie is het dan makkelijk om onderbouwd keuzes te maken hoe invulling te geven aan het bereiken van duurzame doelen. 

Duurzaam en Circulair aanbesteden 

Beide provincies werken nog grotendeels met RAW-bestekken waarin zij de markt voorschrijven hoe zij het werk uitgevoerd willen hebben. Door deze RAW-bestekken steeds duurzamer voor te schrijven, bijvoorbeeld door het eisen van meer hergebruikt materiaal of een lagere MKI-waarde, wordt het werk duurzamer. Voor Provincie Flevoland hebben we berekend wat de duurzaamheidsimpact op het gehele infra-areaal is van duurzame oplossingen die in 2021 in het moederbestek zijn opgenomen. Dat zorgde voor maar liefst 25 procent CO2-reductie ten opzichte van het moederbestek uit 2020. 

Echter, de ervaring leert dat de markt vaak meer in zijn mars heeft dan opdrachtgevers weten. Dat pleit voor aanbesteden met Beste Prijs-KwaliteitsVerhouding (BPKV)-gunningscriteria: voor een werk bepaal je een referentiescenario met bijbehorende milieu- impact waar de markt onder moet blijven en je daagt de markt uit om het werk zo duurzaam mogelijk uit te voeren. Bij beide provincies is het aanbesteden met MKI’s en BPKV-gunningscriteria nog relatief nieuw en de kennis in de organisatie is slechts bij een paar personen belegd. Ook is er bij beide provincies de wens om lokale ondernemers niet te passeren bij duurzame aanbestedingen. Een marktconsultatie met lokale ondernemers kan helpen om te bepalen hoe (snel) de duurzame en circulaire doelen uit te vragen in contracten. 

Verankeren in de organisatie 

Maar hoe veranker je een Routekaart in de organisatie? Wij richten ons hierbij zowel op de mens als het resultaat. Uiteindelijk zijn het de mensen in de organisatie die de duurzame doelen moeten verwezenlijken. Door concreet te maken hoe ze dit in hun dagelijks werk kunnen verankeren, is het makkelijker de duurzame doelen te halen. Voortgang op het verwezenlijken van de doelen is het resultaat: met heldere KPI’s de impact van projecten monitoren. 

Toch zal niet iedereen in de organisatie duurzame en circulaire aanbestedingen toejuichen. Daarom is het van belang dat wethouders uitstralen dat zij duurzaamheid centraal stellen in projecten. En waar mogelijk er budget voor vrijmaken om het niet in goede bedoelingen te laten stranden. 

Tot slot is het van belang dat er iemand regie voert op de voortgang van de Routekaart: het uitvoeren van de duurzame werkwijze en behalen van de doelen. Zeeland heeft hiertoe een werkgroep Duurzaam GWW (grond-, weg en waterbouw) in het leven geroepen, in Flevoland is dit de adviseur Duurzaamheid en Innovatie. De rol van deze ‘regiehouder duurzaamheid’ is enerzijds het goede gesprek aangaan met projectteams als zij niet de duurzame werkwijze toepassen (mens) en anderzijds de duurzaamheidsimpact van projecten monitoren om de voortgang op de Routekaart te borgen en bij te sturen waar nodig (resultaat). 

Flevoland heeft nu duurzaamheid structureel verankerd in het inkoopproces (de mens) en verduurzaamt de inkoopcontracten voor asfalt, beton en het maaien van bermen en vaarwegen (het resultaat). Over behaalde resultaten wordt actief gecommuniceerd waardoor lessons learned gedeeld worden. De provincie Zeeland is momenteel bezig de Routekaart intern te verankeren. Op die manier laten de provincies intern én naar burger toe zien hoe zij aantoonbaar bijdragen aan de Klimaatdoelen.

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 1, 2022). Tekst: Mieke van Eerten, Movares

Foto bovenaan: Hyginus2000, CC0, via Wikimedia Commons

 


Bekijk ook deze items