terug

Smart City Hilversum

Met de datarevolutie in volle gang dringt zich de vraag op: hoe kunnen we data inzetten om de openbare ruimte beter te maken? Maar er zijn ook issues met privacy en ethiek. De gemeente Hilversum wachtte niet af en ging concreet aan de slag. Dat biedt kennis en inspiratie voor andere gemeenten. 

Het gebruik van data heeft een hoge vlucht genomen en krijgt steeds meer invloed op ons leven. Voorspellen hoe het er over enkele jaren uitziet in dit dynamische domein is een hachelijke zaak. ‘De onvoorspelbaarheid zit op meerdere vlakken’, zegt Gaston Crolla, programmamanager Smart City bij de gemeente Hilversum. ‘Hoe gaat de techniek zich ontwikkelen, welke apps raken in zwang, is er voldoende draagvlak onder bewoners en kunnen marktpartijen er een geschikte businesscase van maken?’

Luchtkwaliteit meten

Hilversum wilde niet eindeloos blijven wachten op de antwoorden en is met concrete vraagstukken aan de slag gegaan, aangedragen vanuit het gemeentebestuur en vanuit bewonersgroepen. Zo heeft de gemeente sensoren geplaatst voor het meten van luchtkwaliteit en meten inwoners deze ook zelf. Deze data worden door het RIVM gekalibreerd en gevalideerd en vervolgens beschikbaar gesteld op Open Hilversum, een hub waar datagestuurde informatie beschikbaar is voor onder meer bewoners. Ook scholen spelen een rol bij dit project. Crolla: ‘Ze ontwikkelen een lespakket, bouwen zelf sensoren en gaan meten in de stad. Samenwerking met de scholen is een belangrijk onderdeel van onze aanpak. Leerlingen zijn de ambassadeurs en bewoners van de toekomst. Ze kijken bovendien vaak anders en out of the box tegen zaken aan.’

Bomen-app

De gemeente heeft ook een bomen-app ontwikkeld. ‘We gaan daarbij samen met bewoners aan de slag om te kijken naar de beschermde bomen in de stad’, zegt Crolla. ‘Bewoners zelf kunnen op een eenvoudige manier via een app doorgeven welke bomen zij van belang vinden voor de stad. Deze inventarisatie wordt vervolgens door een bomenexpert van de gemeente bekeken en beoordeeld. Zo werken inwoners en gemeente samen aan een actueel overzicht van beschermd groen. Dit past prima in het streven om het groen in de stad te bewaren, mede als onderdeel van de klimaatadaptieve maatregelen. Deze data zijn ook weer als open databestanden te vinden op Open Hilversum, inclusief kaartmateriaal.’

Snelheid meten op de Snelliuslaan

Een ander interessant project rond Smart City Hilversum betreft snelheidsmetingen van verkeer door bewoners op de Snelliuslaan. Maaike Molenkamp is als bewoner vanaf het begin betrokken en haakte het later aan op het gemeentelijke initiatief. ‘Een paar jaar geleden is onze straat opnieuw ingericht. In de bijeenkomsten met de gemeente hebben wij als bewoners aangegeven dat er veel te hard werd gereden voor een 30-kilometerstraat. Dit signaal werd destijds niet echt opgepikt. Daarom zijn we zelf gaan meten, in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland. Zij stelden kosteloos een laser gun ter beschikking. Daarmee hebben wij een week lang zelf handmatig snelheidsmetingen gedaan in de straat. Deze data hebben we samengevat in een presentatie, waarmee we het gesprek aan zijn gegaan met de gemeente. Met resultaat: de straat is afgelopen zomer opnieuw bestraat, toen zijn er ook paaltjes geplaatst en is een drempel verhoogd. De link met Smart City Hilversum was daarna snel gelegd.’


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Molenkamp vervolgt: ‘We willen samen met Smart City Hilversum onderzoeken wat nog meer effect heeft om de snelheid te verlagen. Zo hebben we gekeken naar de opstelling van slimme sensoren. En we zijn een datahub aan het opzetten. Binnenkort gaan we de eerste nulmeting doen. Daarna gaan we op basis van hypotheses de eerste experimenten opzetten en monitoren.’

Onafhankelijk Stadspanel Data voor ethische toetsing

De samenwerking bevalt Molenkamp prima. ‘Ik ben erg te spreken op de manier waarop dit opgepakt is door de gemeente. We hebben een lekker kort lijntje met elkaar, dat is heel fijn. En over privacyen andere ethische aspecten maak ik me geen zorgen. Dat is allemaal geborgd met een speciale onafhankelijke datacommissie die hier kritisch naar kijkt.’

Die datacommissie, Stadspanel Data geheten, is onlangs opgericht als onafhankelijk orgaan en bestaat uit een tiental vertegenwoordigers van bewoners, met Peter Kok als voorzitter. ‘Het is voor zover wij weten het eerste (burger) stadspanel in Nederland dat door de gemeente wordt gefaciliteerd. We zijn onafhankelijk bij de beoordeling van de diverse projecten die de gemeente in het kader van Smart City lanceert. De achtergrond van de panelleden is heel divers: van kunstenaar, organisatiedeskundige, IT-specialisten, ondernemer, mediadeskundige tot bankier. Alles wordt op vrijwillige basis gedaan.’

Kok vervolgt: ‘Wij beoordelen of door de projecten van de gemeente de privacy van de burgers in het geding is. We beoordelen de DPIA (Data Protection Impact Assessment) die voor ieder project moet worden gemaakt en of de reikwijdte van het project in verhouding staat tot het doel waarvoor de gemeente het heeft gelanceerd. Tevens bezien wij of bepaalde groepen burgers niet worden uitgesloten of gediscrimineerd. Speciale zorg gaat uit naar minder valide burgers.’

Druktemeter

Hoewel het panel zeer recent is opgericht, zjin er toch al concrete resultaten te melden. Kok: ‘We hebben onlangs een advies afgegeven over de druktemeter. Dit project wordt gerealiseerd in het kader van de bestrijding van COVID-19. De gemeente gaat uit van een soort service voor de burgers om ze, via een website, te waarschuwen voor een te druk centrum. Ons panel is echter van mening dat de gemeente na zou moeten denken over de mogelijk ruimere inzetbaarheid van de druktemeter, bijvoorbeeld als crowd management systeem. De gemeente zal dan wel waarborgen moeten creëren inzake privacy, wie heeft toegang, hoe worden de data verzameld, bestaat het risico dat het systeem kan worden uitgebreid met persoonsherkenning en zo ja, wie controleert, etc. Als het zover komt, zullen we opnieuw advies gaan uitbrengen.’

Ook het project Snelliuslaan is in beeld bij het panel. Kok: ‘Onze interesse gaat vooral uit naar de techniek die wordt gebruikt. Worden verkeersdeelnemers (herkenbaar) gefilmd, waar blijft de informatie, wie heeft toegang tot het systeem, waar wordt het opgeslagen, etc. Uit de DPIA bleek dat de camera’s zo worden ingesteld dat ze niet herkenbaar filmen en de opname reduceren tot een getal per soort verkeersdeelnemer. Onze vervolgvragen gaan met name over de communicatie met de buurt, hoe worden de uitkomsten van de testen met de buurt gedeeld en tenslotte hebben we geadviseerd om de data pas te delen nadat een verkeerskundige ze heeft geïnterpreteerd.’

Tips voor andere gemeenten

Het project in Hilversum bevindt zich duidelijk in de frontlinie van een terrein waar veel andere gemeenten nog mee te maken krijgen en waar ze hun voordeel mee kunnen doen. Waar moet je zoal op letten? Crolla: ‘Betrek vroegtijdig inwoners, zoek ambassadeurs en begin – je moet een stap durven zetten. Sommige trajecten moet je ook gewoon laten gebeuren. En het is belangrijk om je collega’s mee te nemen. Laat zien wat de voordelen van deze werkwijze zijn voor de opgave die zij hebben. Het geeft nieuwe mogelijkheden om je werk anders en veelal efficiënter en leuker in te vullen.

Kok benadrukt het belang van ethische toetsing door burgers. ‘Het neemt een groot deel van de geheimzinnigheid weg en het helpt bij de acceptatie van projecten. Burgers hebben terecht hun bedenkingen over allerlei “smart” toepassingen. Ons panel kan helpen het project in de juiste richting te ontwikkelen, we kunnen bedenkingen – terecht of onterecht – wegnemen, maar ook vroegtijdig risico’s en onwenselijkheden signaleren.’ Ook Molenkamp heeft tot besluit een goede raad: ‘Bedenk dat Smart City-toepassingen een middel zijn, geen doel op zich.’

Consortium voor technische faciliteiten 

De gemeente heeft voor de technische faciliteiten rond Smart City Hilversum een aanbesteding gedaan die is gegund aan een consortium onder leiding van IT-bedrijf ATOS. De andere leden zijn VodafoneZiggo, ViNotion, Sustainder, Sorama, Esri en Dynniq. Het door hen gebruikte platform MyCity is in Hilversum aangehaakt op de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) ‘Open Urban Platforms’ van NEN. Daardoor is de uitwisselbaarheid met andere platforms en partijen goed geregeld; dat komt de flexibiliteit van het geheel ten goede.

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 8, 2020). Tekst: Michiel G.J. Smit, Redactie Stadswerk Magazine


Bekijk ook deze items