terug

WOCU: Met lokaal uiterwaardenbeheer bijdragen aan waterveiligheid en natuur

Langs de IJssel, Rijntakken en Maas ligt zo’n 64.000 hectare – 100.000 voetbalvelden – aan uiterwaarden. Deze moeten vanuit het oogpunt van waterveiligheid en natuur beheerd en onderhouden worden. Rijkswaterstaat werkt hiervoor op een nieuwe manier samen met marktpartijen en lokale partijen zoals natuurorganisaties en gemeenten. 

De Nederlandse uiterwaarden zijn al meer dan 25 jaar ‘werk in uitvoering’. Eerst ging het om natuurontwikkeling. Maar na de extreem hoge waterstanden van 1993 en 1995 kwam daar hoogwaterveiligheid bij. En door nieuwe opgaven rondom klimaat en stikstof is de ‘verbouwing’ voorlopig nog niet klaar. 

Beheer en onderhoud 

Veel projecten in de uiterwaarden zijn inmiddels afgerond. Maar zonder beheer en onderhoud blijven doelstellingen als waterveiligheid en natuurontwikkeling niet overeind: nevengeulen slibben dicht, begroeiing ontstaat op plekken waar dit vanwege hoogwaterveiligheid niet gewenst is en oevers eroderen. Rijkswaterstaat is vanuit de Waterwet verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de uiterwaarden. Maar hoe doe je dat? Hoe beheer je een multifunctioneel en dynamisch gebied dat bestaat uit 100.000 voetbalvelden? En hoe verbeter je de natuur binnen de randvoorwaarden die gelden voor hoogwaterveiligheid? 

klankbeeld, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons

Gezamenlijke teams 

Het antwoord van Rijkswaterstaat: het zogenoemde Waardegedreven OnderhoudsContract Uiterwaardenbeheer (WOCU), waarmee sinds juni 2022 het beheer en onderhoud van de uiterwaarden langs de IJssel, Rijntakken en Maas wordt geregeld. Hierin werken Rijkswaterstaat en drie aannemerscombinaties intensief en langjarig samen. Patrick Knops, contractmanager bij Rijkswaterstaat: ‘We noemen de aannemerscombinaties bewust opdrachtpartners in plaats van het vaak gebruikte opdrachtnemers. Hiermee benadrukken we dat we in gezamenlijke teams de jaarlijkse opgave bepalen en afwegen hoe we doelen als hoogwaterveiligheid en natuurbeheer combineren. Uitgangspunt is ook dat we hierbij van elkaar willen leren.’ 

Kennis van de lokale situatie 

Eén van de drie opdrachtpartners is aannemerscombinatie Maaskracht. Technisch manager Leendert Verhoeven vertelt dat Maaskracht een combinatie is van mkb-familiebedrijven, die het gebied – de uiterwaarden langs de Maas – goed kent. ‘Wij werken al jaren in deze uiterwaarden en hebben veel kennis van de lokale situatie. Daarmee bieden we Rijkswaterstaat meerwaarde.’ Knops vult aan: ‘We willen juist met de gebiedskennis van lokale partijen leren hoe we het onderhoud zo goed mogelijk kunnen uitvoeren.’ Dat is ook niet meer dan logisch: Rijkswaterstaat heeft bij het uiterwaardenbeheer te maken met meer dan 12.000 grondeigenaren. Staatbosbeheer, natuurbeherende organisaties, boeren, landgoederen, bedrijven en bewoners hebben allemaal gronden langs de rivier. Knops: ‘Al die verschillende eigenaren en belangen vragen om goede, lokale afstemming.’ 

Blanco tableau 

De drie gecontracteerde aannemerscombinaties hebben als aandachtspunt meegekregen gebruik te maken van lokale kennis bij de uitvoering van het onderhoud. Dat is best een zoektocht. ‘Het is pionieren en samen leren’, vertelt Knops. ‘WOCU is eigenlijk een soort blanco tableau. Samen met onze opdrachtpartners creëren we de kaders voor het beheer en onderhoud van de uiterwaarden. Dat doen we op basis van de lokale kennis van onze opdrachtpartners én gesprekken met perceeleigenaren, (natuur) organisaties en gemeenten. Verder werken we op een aantal plekken met gebiedsconciërges. Zij zijn zichtbaar en aanspreekbaar in het gebied. Ook zijn we langs de IJssel rondom Zwolle in overleg met meerdere lokale partijen. Dat vraagt om zorgvuldige afweging.’


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Het uitgangspunt is maatwerk. ‘We willen zo dicht mogelijk bij het gebied – met kennis van het gebied en waar mogelijk samen met mensen uit het gebied – ons werk doen’, geeft Verhoeven aan. ‘Daarbij moeten we rekening houden met de wetten en regels die gelden op het gebied van veiligheid en aansprakelijkheid, zoals bijvoorbeeld de Arbowet. Zo nodig zoeken we daarbij ook afstemming met gemeenten.’ 

Vruchten plukken 

De praktijk blijkt soms weerbarstig. Op sommige plekken in de uiterwaarden zijn al jaren vrijwilligers actief, die zich bijvoorbeeld bezighouden met het knotten van wilgen. En ook lokale boeren voeren van oudsher soms onderhoudswerkzaamheden uit in ‘hun’ uiterwaarden. ‘Dat is heel mooi en willen we graag behouden’, stelt Knops. ‘Ook gaat er nu een professionele aannemer aan de slag in de uiterwaarden. En die moet voldoen aan eisen op het gebied van veiligheid en aansprakelijkheid. Hoe regel je dat op een praktische én verantwoordelijke manier? 

Dat zijn zaken waar we nu tegenaan lopen en waar we samen een oplossing voor zoeken.’ Knops verwacht dat de uiterwaarden in de toekomst de vruchten gaan plukken van de samenwerking van Rijkswaterstaat, opdrachtpartners en lokale organisaties. ‘Door het uiterwaardenbeheer zo lokaal mogelijk te organiseren, kunnen we echt kijken naar wat past bij het gebied. De focus ligt daarbij altijd op het op orde hebben van de waterveiligheid. Dat verwachten bewoners en de politiek van ons. Maar daarbinnen zoeken we optimaal naar het behouden en verbeteren van andere functies, zoals natuur en recreatie. Ik ben benieuwd waar we over een jaar staan. Wordt vervolgd.’ 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 10, 2022). Tekst: Tessy van Rossum i.o.v. Rijkswaterstaat


Bekijk ook deze items