terug

Invasieve exoten in het recht

Eerder dit jaar organiseerde Stadswerk samen met het Kennisnetwerk Invasieve Exoten een expertsessie over invasieve exoten en juridische kaders. Wie is wanneer verantwoordelijk en aansprakelijk? En hoe anticipeer je daarop in een vakgebied in wording? We geven een beknopte weergave van de antwoorden. 

De bijeenkomst in het prachtige raadhuis van de gemeente Hilversum werd afgetrapt door Rico Ligtvoet van Hekkelman Advocaten en werd tevens live gestreamd. Hij legde uit wat het doel is van de EU-exotenverordening die sinds 1 januari 2015 van kracht is, namelijk de preventie, bestrijding en beheersing van invasieve uitheemse soorten in Europa. Het gaat hierbij om soorten die op de Europese Unielijst staan. Op deze lijst staan zorgwekkende Invasieve Uitheemse soorten, ofwel invasieve exoten. Dit zijn soorten die door menselijk ingrijpen in de EU zijn gekomen en een bedreiging vormen voor biodiversiteit, economische schade kunnen veroorzaken of een gevaar vormen voor de gezondheid van mens of dier. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Voor soorten op de Unielijst geldt een Europees verbod op bezit, handel, kweek, transport en import. Daarnaast geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. Als dat niet meer tot de mogelijkheden behoort (bijvoorbeeld als de soort te ver verspreid is), dient men de populatie zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen. In Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor bestrijding van invasieve exoten bij de provincies. Voor de uitvoering is er ook een belangrijke rol weggelegd voor terreinbeheerders zoals gemeenten, waterschappen, private organisaties en particulieren. De provincies hebben daarin, als verantwoordelijk bestuursorgaan, een coördinerende taak. 

Aansprakelijkheid in de praktijk 

Als we kijken naar aansprakelijkheid, valt op dat burgers zich met name richten tot gemeenten, terwijl deze geen formele rol hebben op grond van de exotenverordening. Dat is wel te verklaren, omdat de gemeente de meest zichtbare en directe overheidsorganisatie is. Daar liggen kansen als het gaat om bekendheid over de problemen en bestrijding. Rico ging vervolgens verder de diepte in, met een aantal voorbeelden van rechtszaken tussen bewoners en gemeenten over de aanpak van invasieve exoten. De grootste uitdaging voor eisers is om een causaal verband aan te tonen tussen de groeiplaats en de te verwachten schade. 

Casus 1: De hemelboom 

Het ging in deze zaak om een aanvraag van een omgevingsvergunning voor de kap van een hemelboom (Ailanthus altissima) op particulier terrein. De hemelboom is een invasieve exoot die op de Unielijst staat. De betreffende gemeente vindt het belang van de boom voor het stadsbeeld en zijn esthetische waarde zwaarder wegen dan de belangen van eiser (het verwijderen van de boom omdat het een invasieve exoot is, schade aan verhardingen en onbereikbaarheid van de garage). Als argument draagt de gemeente aan dat de verplichtingen uit de EU-verordening alleen gelden voor invasieve exoten in de natuur en niet in stedelijk gebied. De omgevings- of kapvergunning is om die reden niet verleend. De rechtbank oordeelt dat de EU-verordening 1143/2014 (Invasieve exoten) niet verplicht tot verwijdering in een stedelijke omgeving van (boom)soorten die op de Unielijst van invasieve exoten staan. Het weigeren van de omgevings-/kapvergunning blijft in stand. 

Uit de discussie over deze casus komt al snel naar voren dat de Exotenverordening geen aanknopingspunten biedt voor het standpunt dat de regeling alleen zou gelden voor invasieve exoten in de natuur en niet in stedelijk gebied. Gemeenten zijn niet verplicht om kapvergunningen te verlenen voor invasieve soorten maar ze zouden het wel kunnen overwegen als een particulier zelf in actie komt. 

Foto: Industrees, CC0, via Wikimedia Commons

Casus 2: Grond besmet met Japanse duizendknoop 

Gemeente X heeft een overeenkomst met een aannemer gesloten om een werk te realiseren en voor dat werk was grondverzet nodig. Na aanlevering bleek deze grond besmet met Duizendknoop. Aangezien het contract afgesloten was vóórdat het handelsverbod van kracht ging (januari 2022), kon de aannemer niet aansprakelijk worden gesteld. Ook was er in de standaardbepalingen die van toepassing zijn op dergelijke overeenkomsten niet specifiek vermeld dat grond geen levensvatbare resten van Duizendknopen mag bevatten. Daarmee was de aannemer niet in gebreke gebleven. Aannemers kunnen wel degelijk aansprakelijk worden gesteld voor foutieve leveranties als dit correct in de overeenkomsten staat. Wel geldt over het algemeen de regel dat de wetten en regels van toepassing zijn op de overeenkomst ‘op het moment van afsluiten’.

 Als de aannemer een proportionele inspanning levert die overeenkomt met de staat van de beschikbare kennis en methodes om dit te voorkomen en er komt nog steeds Japanse Duizendknoop op, is de kans klein dat deze aansprakelijk wordt gesteld. Daarom is het van groot belang om met alle partijen van tevoren vast te leggen wie verantwoordelijk is als er ondanks voorzorgsmaatregelen toch Duizendknopen opkomen. 

Interessant en leerzaam 

Het was al met al een hele interessante en leerzame middag, mede door het enthousiasme en de inbreng van de aanwezigen. We weten daardoor beter hoe we met deze ingewikkelde materie kunnen omgaan. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 5, 2023). Tekst: Natasje Davidse, Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland

Foto bovenaan: Cephas, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons


Bekijk ook deze items