terug

Hoe toekomstbestendig is de Omgevingswet?

In 2011 verscheen de ministeriële uitgave ‘Waarom een nieuwe Omgevingswet?’ Daarin worden de omgevingsrechtelijke problemen geschetst en de behoefte aan een nieuw stelsel van wet- en regelgeving. Dit heeft geresulteerd in de Omgevingswet, die eind 2022/begin 2023 in werking zal treden. Hoe toekomstbestendig is die nieuwe wet, bijvoorbeeld gelet op klimaatadaptatie? 

Allereerst de huidige situatie rond het omgevingsrecht. De onvoorspelbaarheid, de gebrekkige samenhang, slepende procedures en gedetailleerde eisen van het recht staan efficiënt beheer van de leefomgeving in de weg. Bovendien belemmeren gedetailleerde vereisten en de geringe ruimte voor dynamiek de bestuurlijke wens om maatschappelijke dynamiek te faciliteren, om het nemen van verantwoordelijkheid te stimuleren en om actief aan (inter)nationale beleidsdoelen te werken. 

Complexe en versnipperde regelgeving leidt ertoe dat niemand een volledig beeld heeft van de toepasselijke regels. De oplossingsrichting wordt gezocht in een reductie van planvormen, besluiten en regels, eenduidige systematiek, integraal werken, doelmatige procedures waarin participatie, rechtsbescherming en onderzoek efficiënt worden doorlopen, werken met doelvoorschriften en algemene regels en een flexibel instrumentarium. 

Maatwerkoplossingen en verbeterdoelen 

Een hele opgave! De genoemde aanleidingen spelen nog altijd een rol bij ruimtelijke ontwikkelingen. De behoefte aan een toegankelijke, transparante en uitlegbare regeling voor de fysieke leefomgeving is nog steeds aanwezig. Om klimaatmaatregelen in de praktijk te brengen, moet gezocht worden naar creatieve maatwerkoplossingen. Dit onderwerp raakt de taken van gemeenten, waterschappen, provincies en lokale betrokkenen. De (huidige) procesmatige en procedurele complexiteit kan daarbij belemmerend werken. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Naast het stroomlijnen van de bestaande regels is een nieuwe balans tussen flexibiliteit en rechtszekerheid nodig. In de praktijk is er bij ontwikkelingen behoefte aan flexibiliteit: door voortschrijdend inzicht kunnen plannen wijzigen en daarmee niet meer in hun juridische jasje passen. Het huidige stelsel is gebouwd op het bieden van rechtszekerheid: om het jasje passend te maken, moet een nieuw ruimtelijk besluit genomen worden, met alle bijbehorende onderzoeken. Ook voor deze balans streeft de Omgevingswet naar een oplossing. 

De Omgevingswet wordt gepresenteerd met belangrijke verbeterdoelen. De relevante regelgeving is opgenomen in één wettelijke regeling die de beschikbare instrumenten voor de ontwikkeling en het beheer van de fysieke leefomgeving beschrijft. Daarnaast wil de nieuwe wet een andere manier van werken stimuleren, wat bijvoorbeeld blijkt uit de verplichte inzet van participatie. Door al vroeg in het proces afstemming met andere partijen te stimuleren, kunnen kansen en oplossingsrichtingen eerder in het planproces worden meegenomen. 

Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet is de verbreding van ‘goede ruimtelijke ordening’ naar de gehele fysieke leefomgeving al gaande. Vanuit gezondheid, klimaat, energietransitie en woningbouw wordt meegedacht over en meegewerkt aan de inrichting van de (openbare) ruimte. 

Omgevingswet en klimaatadaptatie 

De Omgevingswet gaat uit van een integrale benadering en stimuleert samenwerken en oplossingsgericht denken. Voor klimaatadaptatie geeft dit een prikkel om ideeën vroeg in het planproces te betrekken en daardoor meer kansen te geven. Het omgevingsplan kan ruimte en flexibiliteit bieden om technische ontwikkelingen tijdens de planontwikkeling mee te nemen, zonder dat dit vertraging oplevert. 

RagingR2, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Los van de wettelijke veranderingen nodigt de Omgevingswet uit tot samenwerking, denken in kansen en ambities en biedt het ruimte om doelgericht te werken. Klimaatadaptatie vraagt om een meervoudige aanpak vanuit de overheid: het vinden van oplossingen en deze uitvoeren, het stellen van kaders en regels om ook andere partijen, zoals waterschappen en gemeenten, te laten bijdragen. En waar nodig dwingende sturing. Ook participatie, een integrale aanpak en gebruik maken van ieders expertise zijn onmisbare pijlers voor effectieve klimaatadaptatie. Daarna volgt gebiedsgerichte juridische borging door het doorvertalen van de klimaatambities in de omgevingsvisie en het omgevingsplan. 

Bij de gevoelde urgentie rond klimaatadaptatie komt een van de doelen van de Omgevingswet helder naar voren: een andere manier van werken. Uitgaan van ‘Ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’. Hier heeft de Omgevingswet nu al een positief effect. Door samen te werken aan een gedeelde ambitie worden binnen de procedures en vigerende regels de mogelijkheden gevonden en benut. 

Conclusie 

Ruimtelijk keuzes zullen ook in de toekomst scherp gemaakt moeten worden; de Omgevingswet verandert daar niets aan. We leven nu eenmaal in een dichtbevolkt land met veel ruimteclaims en hoge kwaliteitseisen. Thema’s als klimaatadaptatie, gezondheid en de energietransitie krijgen straks nadrukkelijk een plaats in de ruimtelijke besluitvorming. Dit stimuleert een andere manier van werken en samenwerken. Het werken met doelstellingen is een positieve ontwikkeling die ruimte laat om nieuwe technische oplossingen toe te passen als dit past bij de ambities voor een gebied. Ook het anders werken draagt hieraan bij. Door gebruik te maken van de mogelijkheden die de nieuwe wet biedt, kunnen procedurele belemmeringen worden beperkt. 

Is de Omgevingswet daarmee de duurzame oplossing voor klimaatproblemen? Nee, de oplossingen en maatregelen zijn mensenwerk en eisen draagvlak, samenwerking en daadkracht. Vanuit de Omgevingswet worden de mogelijkheden geboden om belemmeringen weg te nemen en een voortvarende aanpak te stimuleren. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 10, 2021). Tekst: Yvonne van Liebergen, BRO

Foto bovenaan: Nanda Sluijsmans, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons


Bekijk ook deze items