terug

Modelverordening kabels en leidingen

Om gemeenten te helpen met de overgang naar de nieuwe Omgevingswet past de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) de modelverordeningen aan. De modelverordening Kabels en Leidingen is een van de eerste modelverordeningen die wordt aangepast. Het Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen (GPKL) werkt hieraan mee met een deskundige klankbordgroep vanuit de achterban. 

Verschillende publieke en private partijen doen een claim op de ondergrond om daar hun assets te leggen. De ondergrondse ruimte is immers ‘gratis’ en een mooie plek voor dat wat je niet wilt zien. Een gemeente heeft wel de plicht om de ondergrond te beschermen. Voor de boven- en plattegrond geldt dat men nog ‘’relatief snel’’ op ontwikkelingen kan anticiperen, maar hoe werkt dat met de ondergrond? In de ondergrond gaat alles langzamer dan bovengronds. Denk maar aan waterstromen en -berging, de vorming van grondlagen, opbouw en herstellend vermogen van biodiversiteit, etc. De effecten van ingrepen zijn langdurig en vaak pas jaren later zichtbaar. Dat maakt de ondergrond kwetsbaar. 

‘Traagheid’ van de ondergrond 

Naast de traagheid van het ondergronds systeem kent ook de infrastructuur die we er in aanleggen een soort ‘traagheid’ wanneer je naar de levensduur kijkt. Tunnels, riolen en leidingen hebben een levensduur van tientallen jaren. De ondergrond staat dus in een andere versnelling dan de bovengrond. Gelijkschakelen is onmogelijk, daar moet een gemeente mee zien te dealen. Voordat we ingrijpen in de ondergrond moeten we dus zeker weten dat de aangelegde asset decennialang mee kan. 

De komende decennia komen diverse maatschappelijk opgaven, zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en de vergroening van de bebouwde omgeving, op gemeenten af. Daarnaast is het aanleggen van glasvezelkabels in volle gang. Een goed doordachte verordening helpt de maatschappij bij een toekomstbestendige ondergrondse inrichting. Dit voorkomt onnodig veel graafwerkzaamheden, hinder en kosten voor allerlei partijen. 

Het proces 

Gemeenten bepalen na inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 juli 2022 zelf hun overgangsmoment naar het nieuwe omgevingsplan. Zij kunnen kiezen of de beleidsregels vanuit de huidige verordeningen, zoals een AVOI (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur) en de daarbij horende handboeken over inrichting openbare ruimte, naar het nieuwe deel van het omgevingsplan gaan. Uit een eerste inventarisatie van de modelverordening K&L (Kabels & Leidingen) op beleidsregels blijkt dat de huidige verordening uit 2013 niet in deze vorm onder de Omgevingswet kan blijven bestaan. 


Professional in de openbare ruimte? Dan lees je Stadswerk Magazine!


Het op te leveren product bestaat uit een inhoudelijk aangepaste modelverordening met een bijbehorende handreiking met keuzemogelijkheden. Deze twee moeten in samenhang worden gelezen met andere producten over het omgevingsplan. 

Samenhang met andere verordeningen en beleidsregels 

De gemeente moet rekening houden met aanpassing van de leges-verordening voor vergunningsaanvragen en meldingen die overgeheveld worden naar het omgevingsplan. 

De keuze om bepalingen op te nemen in het omgevingsplan heeft ook gevolgen voor het regime van nadeelcompensatie dat van toepassing is. Bij die modelverordening is de mogelijkheid opgenomen om de werking van die verordening uit te sluiten als specifieke regelingen van toepassing zijn. 

Bij de al ontwikkelde modelverordening nadeelcompensatie is bepaald om voor kabels en leidingen een specifieke nadeelcompensatie te ontwikkelen. Dit krijgt een plaats in het omgevingsplan, in de verordening of in een beleidsregel. Het GPKL heeft samen met een aantal netbeheerders een gedragen beleidsregel nadeelcompensatieregeling 2.0 opgesteld, afgestemd op de Omgevingswet. De beleidsregel nadeelcompensatie 2.0 wordt binnenkort gepubliceerd door GPKL, VNG en individuele netbeheerders op het gebied van energie en water. 

De modelverordening kabels en leidingen is slechts in beperkte mate van toepassing op telecomkabels. De Telecommunicatiewet ondersteunt een bevoorrechte positie van telecomaanbieders binnen de totale maatschappelijke opgave. Dat maakt een integrale benadering lastig voor het totaal van alle maatschappelijk opgaven. De Telecommunicatiewet noemt wel het publiek belang en daaraan kan de gemeente voorschriften en beperkingen verbinden. Voor de aanleg van kabels en leidingen blijven voorlopig twee regimes gelden: de Telecommunicatiewet voor telecomkabels en een gemeentelijke verordening voor overige kabels en leidingen. 

Tenslotte 

Gemeenten hebben nog genoeg te doen om de Omgevingswet te implementeren in hun eigen organisatie. De publicaties van modelverordeningen zijn direct te gebruiken en ontzorgen gemeenten. Deze modelverordening Kabels en Leidingen en de beleidsregel nadeelcompensatieregeling kan elke gemeenten direct gebruiken. Voor vragen, neem contact op met de VNG of het GPKL. 

Van onze partner, Stadswerk Magazine (nummer 7, 2021). Tekst: Marian Bertrums en Berry Kok, Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen (GPKL)

Foto: Sander van der Wel from Netherlands, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons


Bekijk ook deze items